Ransomes HIGHWAY 213, Operator Instructions Manual

Page: 24 / 93

23
F F
F F
F NL NL
NL NL
NL
VARIATEUR DE VITESSE DE ROTATION DES VARIATEUR DE VITESSE DE ROTATION DES VARIATEUR DE VITESSE DE ROTATION DES VARIATEUR DE VITESSE DE ROTATION DES VARIATEUR DE VITESSE DE ROTATION DES
CYLINDRES (C fig. 11)
CYLINDRES (C fig. 11) CYLINDRES (C fig. 11) CYLINDRES (C fig. 11) CYLINDRES (C fig. 11)
La molette est située sur le couvercle du réservoir
gauche à côté du conducteur. Pour diminuer la
vitesse, tourner la molette de gauche à droite et la
tourner en sens inverse pour augmenter la vitesse.
COMMANDE DE CONTRE-BALANCEMENT DE L’UNITE (Fig.
12)
Elle se situe sur le couvercle du réservoir de droite, près
de l’opérateur.
Le volant contrôle la pression de parc de l’unité de coupe
qui peut varier selon les limites prédéterminées.
Il faut faire tourner le volant dans le sens des aiguilles
d’une montre pour réduire le poids au sol de l’unité de
coupe et améliorer la performance sur pentes.
Il faut le faire tourner dans le sens contraire des aiguilles
d’une montre pour augmenter le poids au sol de l’unité
de coupe. Ce réglage diminue les “secousses” éventuelles
lorsque la cadence du travail est à vitesse rapide sur du
terrain irrégulier. La position normale de cette
commande se situe à mi-chemin entre les réglages
minimum et maximum.
KLAXON (D fig. 11) KLAXON (D fig. 11) KLAXON (D fig. 11) KLAXON (D fig. 11) KLAXON (D fig. 11)
Il peut être actionné au moyen du bouton situé sur le
couvercle de réservoir gauche à côté du conducteur.
VARIABELE SNIJCILINDERSNELHEID (C afb. 11) VARIABELE SNIJCILINDERSNELHEID (C afb. 11) VARIABELE SNIJCILINDERSNELHEID (C afb. 11) VARIABELE SNIJCILINDERSNELHEID (C afb. 11) VARIABELE SNIJCILINDERSNELHEID (C afb. 11)
De bediening van de variabele snijcilindersnelheid
bevindt zich op het linkertankdeksel, naast de
machinebediener.
De draaisnelheid van de snijcilinders kan worden
aangepast met het handwiel. Draai het handwiel met
de klok mee om de draaisnelheid te verlagen en
tegen de klok in om de snelheid te verhogen.
TEGENWICHTBEDIENING VAN DE EENHEID
(Afb. 12)
De tegenwichtbediening van de eenheid bevindt zich aan
het rechter tankomhulsel naast de bestuurder.
De druk op de grond van de maaieenheden kan worden
gevarieerd tussen vooringestelde limieten en wordt
bediend met het handwiel.
Het handwiel wordt rechtsom gedraaid om het gewicht
van de maaieenheid op de grond te verminderen en de
klimprestatie te verbeteren.
Het handwiel wordt linksom gedraaid om het gewicht op
de grond van de maaieenheid te vergroten, waardoor het
“opspringen” van de maaieenheid bij het werken op hoge
snelheid op een ongelijkmatige bodem wordt verminderd.
De normale stand voor deze bediening is halverwege
tussen de minimum en maximum instelling.
CLAXON (D afb. 11) CLAXON (D afb. 11) CLAXON (D afb. 11) CLAXON (D afb. 11) CLAXON (D afb. 11)
De machine is uitgerust met een
waarschuwingsinstrument dat wordt bediend met de
claxonknop op het linkertankdeksel, naast de
machinebediener.