![background image](http://html1.mh-extra.com/html/paslode/proline-248/proline-248_user-and-maintenance-manual_761470011.webp)
NL
NL
BEDIENINGSHANDLEIDING
BEDIENINGSHANDLEIDING
20
21
BELANGRIJKE INFORMATIE
Aandachtig alle instructies voor de werking, de raadgevingen voor de veiligheid en de waarschuwingen in het instructiehandboek lezen.
Het merendeel van de ongelukken bij gebruik van de compressor is te wijten aan het niet respecteren van de elementaire veiligheidsregels.
Als men tijdig de potentieel gevaarlijke situaties identifi ceert en de aangepaste veiligheidsregels in acht neemt, vermijdt men ongelukken.
De fundamentele regels voor de veiligheid worden opgesomd in het deel “VEILIGHEID” van dit handboek en ook in het deel dat over het
gebruik en het onderhoud van de compressor handelt. De gevaarlijke situaties die moeten vermeden worden om alle risico’s op ernstige
verwondingen of schade aan de machine te voorkomen zijn aangeduid in het deel “WAARSCHUWINGEN” op de compressor of in het
instructiehandboek. Nooit de compressor gebruiken op onaangepaste wijze, maar enkel zoals aangeraden door de constructeur, tenzij
men volledig zeker is dat er geen gevaar bestaat, noch voor de gebruiker noch voor de personen in de omgeving.
BETEKENIS VAN DE SIGNAALWOORDEN
WAARSCHUWINGEN
: duidt op een potentieel gevaarlijke situatie die, als ze genegeerd wordt, ernstige schade kan veroorzaken.
VOORZORGEN
: duidt op een gevaarlijke situatie die, als ze genegeerd wordt, lichte schade kan veroorzaken aan personen en aan de
machine.
NOTA
: benadrukt een essentiele informatie
DES GEBRUIKS EN ONDERHOUDS INSTRUCTIES BEWAREN EN ZE TER BESCHIKKING STELLEN VAN DE PERSONEN DIE DIT
APPARAAT WILLEN GEBRUIKEN!
GEBRUIK EN ONDERHOUD NOTA: De informatie die u in dit handboek vindt werd geschreven om de bediener bij te staan tijdens het
gebruik en de onderhoudsbehandelingen van de compressor. Sommige illustraties van dit handboek tonen enkele details die kunnen
verschillen van die van uw compressor.
INSTALLATIE
Nadat u de compressor uit de verpakking gehaald heeft ( fi g. 1) en zijn perfecte staat heeft vastgesteld, en nadat u geconstateerd heeft dat
er geen transport schade is, dient u de volgende handelingen uit te voeren. Bevestig de wielen, waar deze nog niet gemonteerd zijn, aan
de tanks zie instructies in ( fi g. 2). Bevestig de luchtfi lter indien deze bij de compressoren los bijgeleverd is, (fi g.3).
Plaats de compressor op een vlakke ondergrond of op zijn hoogst met een helling van mac 10° (fi g. 4), op een goed geventileerde plek,
beschermd tegen weersfactoren en niet in ruimten met explosiegevaar. Als de ondergrond schuin en glad is, controleert u dan of de
compressor zich niet verplaatst als deze in werking is. Is dat wel het geval, blokkeer dan de wielen met twee wiggen. Als de ondergrond
een plank of een schap is, verzekert u zich er dan van dat het er niet af kan vallen door het op een geschikte manier vast te zetten. Om een
goede ventilatie en een effi ciënte afkoeling te bewerkstelligen, is het belangrijk dat de compressor minstens 50 cm van iedere willekeurige
wand verwijderd is (fi g. 5).
DEZE COMPRESSOREN WERKEN ZONDER OLIE (fi g. 6)
GEBRUIKSAANWIJZINGEN
Let erop dat de compressor op de juiste manier vervoerd wordt, keer het niet ondersteboven en hef het niet op met haken of touwen. (fi g.
7 - 8)
ELEKTRISCHE AANSLUITING
De monofase-compressoren worden compleet met elektrische kabel en bipolaire s aardleiding geleverd. Het is belangrijk de
compressor aan te sluiten op een stopcontact met een aardleiding. ( fi g. 9)
LET OP: De aarding dient volgens de veiligheidsvoorschriften uitgevoerd te worden (EN 60204). De stekker van de voedingskabel
dient niet als schakelaar gebruikt te worden, maar dient in een stopcontact, bestuurd door een geschikte differentiaalschakelaar
(thermomagnetisch), gestoken te worden.
VOORBEREIDING
Controleer of de netspanning overeenkomt met die aangegeven op het plaatje met de elektrische gegevens (fi g. 10). Het toegelaten
tolerantieveld dient binnen de ± 5% te liggen.
Draai of druk, afhankelijk van het type drukregelaar dat op het apparaat gemonteerd is, de knop op het bovenste gedeelte op stand “off”
( fi g. 11). Steek de stekker in het stopcontact (fi g. 9) en draai de knop op stand “on”. Maak de rubberen slang of de spiraalslang aan het
daarvoor bestemde bevestigingspunt vast, dichtbij de drukregelaar (fi g. 20). De werking van de compressor is geheel automatisch. Het
wordt bestuurd door de drukregelaar, die het buiten werking stelt als de druk in de tank het maximum bereikt en die het weer in werking
stelt als het tot het minimum daalt. Normaal gesproken is het drukverschil tussen de maximum en de minimum waarde ongeveer 2 bar.
Bv: de compressor stopt als het 10,5 bar (maximale werkingsdruk) bereikt en start automatisch als de druk binnenin de tank tot 8,5 bar is
gedaald. Nadat u de compressor op het elektriciteitsnet heeft aangesloten, zet u de machine dan onder maximale druk en controleer of
de machine goed werkt.
NOTA BENE: De groep kop/cilinder/slang van de luchtuitstoot, die zich onder de stroomlijnkap bevindt, kan hoge temperaturen bereiken.
Let op als men hier dichtbij werkt en raak het niet aan om verbrandingen te voorkomen (fi g. 12).
LET OP. De elektrocompressoren dienen aangesloten te worden op een stopcontact dat beschermd is door een geschikte
differentiaalschakelaar (thermomagnetisch).
AFSTELLING VAN DE WERKINGSDRUK
(fi g. 13)
Het is niet noodzakelijk altijd de maximale werkingsdruk te gebruiken. Integendeel, meestal heeft het pneumatische gereedschap minder
druk nodig. Bij de compressoren die geleverd worden met drukverlagers is het noodzakelijk de werkingsdruk goed af te stellen. Verdraai
de verzekeringse knop naar rechts van de drukverlager uit zijn blokkade. Stel de druk op de gewenste waarde door de knop naar rechts te
draaien om het te verhogen, naar links om het te verlagen. Als u de optimale druk heeft bereikt, blokkeert u de knop door de zekeringsring
te verdraaien naar links. ( fi g. 13).
ONDERHOUD
Alvorens iedere willekeurige operatie op de compressor uit te voeren, verzekert u zich ervan dat:
•
de algemene hoofdschakelaar in de stand “off” staat
•
De drukregelaar of de hoofdschakelaar in de stand “off” staat.
•
De luchttank drukvrij is.
De compressor produceert condenswater dat zich in de tank ophoopt. Het is noodzakelijk de condens minstens één keer per week uit de
tank te laten, door het afvoerkraantje open te draaien (fi g. 14) onder de tank.
Let op of er samengeperste lucht in de cilinder zit. Het water zou er met veel kracht uit kunnen komen. Geadviseerde druk max. 1 ÷ 2 bar.
AANBEVOLEN ONDERHOUD
. Vervang de volledige drijfstang om de 1.200 bedrijfsuren. Vervang de leisloffen en de compressiering om
de 1.200 bedrijfsuren.
REINIGING VAN HET FILTER
. Het is raadzaam iedere 3 maanden het aanzuigfi lter te demonteren en het fi lterelement te reinigen door
er met samengeperste lucht doorheen te blazen, of het te vervangen als het element, dat door de pijl wordt aangegeven, verstopt is.
HOE TE HANDELEN BIJ KLEINE AFWIJKINGEN
Luchtverlies uit het ventiel onder de drukregelaar
. Dit ongemak is afhankelijk van een slechte afsluiting van de terugslagklep. U dient
op de volgende manier te handelen (fi g. 13). Maak de tank volledig drukvrij. Draai de zeshoekige kop van het ventiel los (fi g.15). Reinig
zowel de rubberen schijf als de plaats waar het bevestigd is zorgvuldig (fi g.15). Monteer alles weer zorgvuldig.
Luchtlekken
. Dit kan afhangen van een slechte afsluiting van één van de verbindingsstukken. Controleer alle verbindingsstukken door
ze met zeepwater nat te maken.
De compressor werkt maar laadt zich niet op
. Dit kan te wijten zijn aan een defect van een ventiel of van een pakking. Vervang de
in- en uitlaatklepset (fi g.16).
De compressor start niet
. Als de compressor moeilijkheden heeft om op te starten, controleer dan:
•
Of de netspanning overeenkomt met die op het gegevensplaatje. (fi g. 10)
•
Of er geen verlengsnoeren gebruikt worden met een niet geschikte doorsnede of lengte.
•
Of de werkomgeving niet te koud is. (onder de 0°C)
•
Of het elektriciteitsnet gevoed wordt (stekker goed aangesloten, thermomagnetisch, onbeschadigde zekeringen)
Als de compressor niet stopt
als de maximale druk bereikt is, treedt de veiligheidsklep van de tank in werking. Het is noodzakelijk om
het dichtstbijzijnde geautoriseerde servicecentrum te contacteren voor de reparatie.
LET OP
•
Vermijd absoluut om iedere willekeurige verbinding los te draaien terwijl de tank onder druk staat. Verzekert u zich ervan dat de tank
altijd leeg is.
•
Het is verboden de tank van de samengeperst lucht met opzet te doorboren, te solderen of te misvormen. -Voer nooit enige operatie
op de compressor uit zonder eerst de stekker uit het stopcontact te hebben gehaald. - Omgevingstemperatuur voor een goede werking
0°C +25°C (MAX 45°C).
•
Geen waterstralen of licht ontvlambare vloeistoffen op de compressor richten.
•
Zet geen licht ontvlambare voorwerpen dicht bij de compressor.
•
Zet de drukregelaar of de schakelaar gedurende gebruikspauzes op stand OFF (uit).
•
Richt de luchtstraal nooit op personen of dieren. ( fi g. 24 )
•
Vervoer de compressor niet met de tank onder druk.
•
Let erop dat enkele delen van de compressor, zoals de kop en de buizen van de luchtuitstoot hoge temperaturen kunnen bereiken.
Raak deze onderdelen niet aan om verbrandingen te voorkomen. ( fi g. 10)
•
Vervoer de compressor door het met de juiste grepen of handvaten op te heffen of te trekken (fi g. 5 - 6).
•
Kinderen en dieren dienen op een afstand gehouden te worden van het werkgebied van de machine.
•
Als u de compressor gebruikt om te verven: a) Opereer niet in gesloten ruimten of in de nabijheid van open vuur b) Verzeker u zich
ervan dat de omgeving waar u werkt een geschikte luchtverversing heeft c) Bescherm neus en mond met een daarvoor geschikt
masker. ( fi g. 18)
•
Als de elektrische kabel of de stekker beschadigd zijn, gebruik de compressor dan niet en wendt u zich tot een geautoriseerd
servicecentrum voor vervanging met een origineel onderdeel.
•
Als de compressor op een schap of een hoger oppervlak dan de vloer geplaatst wordt, dient het vastgezet te worden om te vermijden
dat het tijdens de werking valt.
•
Steek geen voorwerpen of handen in de beschermroosters om verwondingen en schade aan de compressor te voorkomen. ( fi g. 19)
•
Gebruik de compressor niet als een zwaar, stomp voorwerp tegen personen, dingen of dieren om zware schade te voorkomen.
•
Na gebruik van de compressor, altijd de stekker uit het stopcontact halen.
NOTA BENE:
Voor de Europese markt zijn de tanken van de compressoren
gebouwd volgens de Richtlijn CE2009/105 Voor de Europese markt zijn de compressoren gebouwd overeen komstig de Richtlijn
CE2006/42.
PNEUMATISCHE VERBINDINGEN
Verzekert u zich ervan altijd pneumatische persluchtslangen te gebruiken voor samengeperste lucht die gekenmerkt zijn door een
maximale druk die geschikt is voor die van de compressor. Tracht de persluchtslangen niet te repareren als die beschadigd is. Gebruik
pneumatische gereedschappen die een maximale druk kunnen verdragen die geschikt is voor die van de compressor.
WIJ BEHOUDEN HET RECHT WELKE VERANDERING DAN OOK AAN TE BRENGEN, ZONDER VOORAFGAAND BERICHT, WAAR
NODIG.
Summary of Contents for Proline 248
Page 4: ...6 7 1 4 7 10 11 12 8 9 5 6 2 3 13 14 18 19 15 16 17 ...
Page 26: ...50 51 ...