109
b) Controleren van rijfunctie
Voer vóór de controle van de rijfunctie altijd eerst een digitale trimming door. Verdere informatie kunt u
in de sector "Ingebruikname van de zender" in het hoofdstuk "Controleren en instellen van de digitale
trimming" vinden.
Als u de gas-/remhendel voor de rijfunctie tot aan de
aanslag in de richting van de handgreep trekt, moet
het elektrisch model versnellen. Bij een model met ver-
brandingsmotor moet de carburateur door de gas-servo
worden geopend.
Wanneer u de gas/remhendel voor de rijfunctie naar
voren gedrukt houdt, moet het model geremd worden
of naar achterwaarts rijden omschakelen.
Nadat u de correcte rij- en stuurfuncties gecontroleerd
of ingesteld hebt, schakelt u de eerst de ontvanger en
aansluitend de zender uit.
Belangrijk!
Stel bij een model met verbrandingsmotor de stangen voor de carburator- en remaansturing zo, dat de
gas-/remservo mechanisch niet begrensd wordt. De trimregelaar voor de rijfunctie (zie afbeelding 2, pos.
3) moet zich daarbij in de middenpositie bevinden.
Bij een model met elektronische snelheidsregelaar moeten de verschillende posities van de bedienhendel
voor de rijfunctie (voorwaarts, stop, achterwaarts) indien nodig ingeprogrammeerd worden. Verdere aan-
wijzingen in dit verband zijn in de documenten van de snelheidsregelaar te vinden.
Afbeelding 10
Summary of Contents for GT3.2
Page 122: ...122 ...
Page 123: ...123 ...