106
b) Montage van de ontvanger
De montage van de ontvanger is van het model afhankelijk. Daarom moet u met betrekking tot de inbouw aan de
aanbevelingen van de modelfabrikant houden.
In het algemeen moet u altijd proberen, de ontvanger zo te monteren, dat deze voor stof, vuil, vochtigheid en vibraties
optimaal beschermd is. Voor de bevestiging zijn dubbelzijdig klevend schuimmateriaal of rubberringen geschikt, die
de in schuimmateriaal gewikkelde ontvanger op zijn plaats houden.
Als antenne gelden de laatste ca. 3 centimeter van de antennekabel. De rest dient alleen als verlenging van de
antenne om ze in een model te kunnen leggen of positioneren.
Monteer met behulp van geschikte hulpmiddelen (vb. het antennebuisje uit de leveringsomvang) de antenne (dus de
laatste 3 centimeter) zodanig dat ze zo recht mogelijk uit een RC-box of een model uitsteekt. Hierbij geldt: hoe hoger
de antenne uit een model uitsteekt, hoe beter de ontvangst.
De antennedraad van de ontvanger heeft een nauwkeurig gedimensioneerde lengte. Daarom mag de
antennedraad noch opgerold, in kringen gelegd of afgeknipt worden. De reikwijdte van de zender zou
sterk worden beperkt en zou zo een aanzienlijk veiligheidsrisico veroorzaken.
c) Montage van de servo
De inbouw van een servo is altijd van elk gebruikte model afhankelijk. Nauwkeurige informatie is te vinden in de
bouwdocumenten van het model.
Bij moeilijk gangbare roeren koppelingen kunnen de servo’s niet in de gewenste positie bewegen. U verbruikt daar-
door onnodig stroom en het model heeft een onnauwkeurig stuurgedrag.
Monteer de servohendel altijd in een hoek van 90° aan de koppelstang. Bij een scheef ten opzichte van de koppel-
stang staande servohendel zullen de stuur- of roeruitslagen in beide stuurrichtingen niet even groot zijn.
Let er voor montage van de servohendel voor de rij- en stuurfunctie op, dat de trimfunctie van alle kanalen
in de middenpositie staat. Verdere informatie kunt u in de sectie "Controleren en instellen van de digitale
trimming" in hoofdstuk 10 vinden.
De servohendel aan de servo voor CH3 moet zo worden gemonteerd dat deze bij het omschakelen van
de eindstand naar de andere niet op blok kan lopen.
Summary of Contents for GT3.2
Page 122: ...122 ...
Page 123: ...123 ...