Du-4
L
N
L
N
L
N
L
N
3HJ50VA
=RUJHUYRRUGDWXHONHVFKURHIRSGHRYHUHHQNRPHQGHDDQ
-
VOXLWLQJYDVWGUDDLWZDQQHHUXGHNDEHOHQRIGHGUDDGRSKHW
aansluitblok vastmaakt.
0DDN GH DDUGHGUDDG LHWV ODQJHU GDQ GH DQGHUH GUDGHQ
(langer dan 35 mm)
*HHI GH YHUELQGLQJVNDEHOV ZDW H[WUD OHQJWH YRRU ODWHU RQ
-
derhoud.
2-1. DRADEN VOOR BUITENUNIT AANSLUITEN
1) Verwijder het onderhoudspaneel.
2) Draai de aansluitschroef los en sluit verbindingskabel (B) tussen binnen- en bui-
tenunit vanaf de binnenunit correct aan op het aansluitblok. Let op dat u de dra-
den niet verkeerd aansluit. Maak de draad stevig vast op het aansluitblok zodat
de draadkern niet zichtbaar is en er geen externe krachten op de aansluitingen
van het blok komen te staan.
3) Draai de aansluitschroeven goed vast zodat ze niet losraken. Trek na het vast-
draaien even licht aan de draden om te controleren of ze goed vast zitten.
4) Voer 2) en 3) uit voor iedere binnenunit.
5) Sluit het netsnoer (A) aan.
6) Zet verbindingskabel (B) tussen binnen- en buitenunit en netsnoer (A) vast met
de kabelklemmen.
7) Sluit het onderhoudspaneel zorgvuldig. Let erop dat 3-2. DE LEIDINGEN AAN-
SLUITEN volledig wordt uitgevoerd.
=RUJHUYRRUQDGDWXQHWVQRHU$HQYHUELQGLQJVNDEHO%WXVVHQELQQHQHQ
buitenunit op elkaar hebt aangesloten, dat beide kabels goed vastzitten met de
kabelklemmen.
2. INSTALLEREN VAN DE BUITENUNIT
Aansluitblok
Aansluitblok voor
voedingsspanning
<BUITENUNIT>
Verbindingskabel
binnen- en buiten-
unit
Aansluitblok
<BINNENUNIT>
35 mm
15 mm
Draad
+-9$
Aansluitblok voor voedingsspanning
Onderhoudspaneel
Aansluitblok
Aansluitblok
VOEDINGSSPANNING
a19+]
Afb. 1
Afb. 2
Afb. 3
Afb. 4
Afb. 5
Afb. 6
WAARSCHUWING
Als u het apparaat installeert, zet de
koelmiddelleidingen dan stevig vast
voordat u de compressor start.
VOORZICHTIG
Zet de moeren van ongebruikte ope-
ningen goed vast.
3. AFDICHTINGEN INSTALLEREN EN LEIDINGEN AANSLUITEN
3-1. AFDICHTING
3-2. DE LEIDINGEN AANSLUITEN
%UHQJHHQGXQODDJMHNRHOROLH*DDQRSGHÀHQVXLWHLQGHQYDQGHOHLGLQJHQ
en de leidingverbindingen van de buitenunit. Breng geen koelolie aan op de
schroefdraden. Een te groot aanhaalkoppel zal de schroef beschadigen.
2) Lijn het midden van de leiding uit met het midden van de leidingverbindingen
YDQGHEXLWHQXQLWHQGUDDLGHÀHQVPRHUjVODJHQDDQPHWGHKDQG
3)
'UDDLGHÀHQVPRHUPHWHHQPRPHQWVOHXWHOYDVW]RDOVYRRUJHVFKUHYHQLQGHWDEHO
7H VWUDN DDQGUDDLHQ NDQ VFKDGH DDQ GH ÀHQVPRHU YHURRU]DNHQ PHW OHN
-
kage van koelmiddel tot gevolg.
:LNNHO LVRODWLH RP GH OHLGLQJHQ 'LUHFW FRQWDFW PHW RQWEORWH OHLGLQJHQ NDQ
brandwonden of bevriezing veroorzaken.
3-3. ISOLATIE EN TAPE
1) Bedek de leidingverbindingen met afdekkingen voor leidingen.
2) Isoleer beslist alle leidingen die buiten lopen, inclusief de kranen.
3) Omwikkel de verbindingsleiding met leidingtape (E), te beginnen bij de ingang
van de buitenunit.
Zet het einde van de leidingtape (E) vast met tape (voorzien van plakmiddel).
Wanneer leidingen boven het plafond, door een kast of via andere warme en
vochtige plaatsen komen te lopen, wikkel er dan extra in de handel verkrijg-
bare isolatie omheen om condensatie te voorkomen.
1) Snijd de koperen leiding op de juiste wijze af met een pijpsnijder. (Afb. 1, 2)
2) Verwijder alle bramen van het gedeelte waar de leiding is afgesneden. (Afb. 3)
+RXGGHNRSHUHQOHLGLQJRPODDJHQYHUZLMGHUGHEUDPHQ'HEUDPHQPR
-
gen niet in de leiding vallen.
9HUZLMGHUGHÀHQVPRHUHQGLHRSGHELQQHQHQEXLWHQXQLW]LMQEHYHVWLJGHQ
schuif ze op de ontbraamde leiding. (Ze zijn niet meer te plaatsen nadat de
afdichting gemaakt is.)
4) Afdichting (Afb. 4, 5). Draai de koperen leiding volgens de in de tabel ge-
toonde waarden stevig vast. Selecteer A mm uit de tabel volgens het gekozen
gereedschap.
5) Controleer
9HUJHOLMNGHJHPDDNWHDIGLFKWÀHQVPHW$IE
$OVGHDIGLFKWÀHQVQLHWMXLVWOLMNWWH]LMQVQLMGGDQKHWÀHQVJHGHHOWHYDQGH
leiding af en maak de afdichting opnieuw.
Flensmoer
Matrijs
Koperen
leiding
Koperen leiding
Braam
Koperen leiding
Extra ruimer
Pijpsnijder
Correct
Krom Oneffen Bramen
Onjuist
Bank-
schroeftype
Flensgereedschap
Vleugel-
moertype
Rondom glad
Rondom de-
zelfde lengte
Binnenkant
glanst en heeft
geen krassen.
Diameter
leiding (mm)
Moer
(mm)
A (mm)
Aanhaalkoppel
Koppelings-
gereedschap
voor R410A
Koppelings-
gereedschap
voor R22
Vleugelmoer-
gereedschap
voor R22
1P
NJIFP
¡´
17
0 - 0,5
1,0 - 1,5
1,5 - 2,0
13,7 - 17,7 140 - 180
¡´
22
34,3 - 41,2 350 - 420
¡´
26
2,0 - 2,5
49,0 - 56,4 500 - 575
¡´
29
73,5 - 78,4 750 - 800