14
toestel wordt aan de riem van de drager bevestigd en filtert de lucht die
wordt opgenomen uit de omringende omgeving en die vervolgens via het
luchtkanaal in de beschermde helm wordt gevoerd. De overdruk voorkomt
dat verontreinigende stoffen de ademzone binnendringen. Tegelijkertijd
verzorgt deze lichte overdruk het comfort van de drager, zelfs tijdens lan
-
gere gebruiksperioden. De drager hoeft namelijk geen moeite te doen om
adem te halen in verband met de weerstand van het filter.
2. Gebruiksbeperkingen
Beperkingen voor lashelmen AerTEC™ YOGA and CA-27
YOGA
1. Als het werk een bescherming vereist tegen snel vliegende objecten
bij extreme temperaturen, zorg er dan voor dat het vizier een T-mar
-
kering heeft.
2. Het materiaal van de helm kan allergische reacties veroorzaken bij
gevoelige personen.
3.
Gebruik geen getemperde mineralenfilters zonder geschikte bescher
-
mingsfolies.
4. De vlamboog beschadigt onbeschermde ogen.
5. De vlamboog kan onbeschermde huid branden.
6. Let op dat u het product controleert voor gebruik. Als enig deel van het
systeem is beschadigd, gebruik dit dan niet.
7. Leg de lashelm niet op een heet oppervlak.
8. Vervang onmiddellijk het beschermingsfilter als dit is beschadigd of als
spetters of krassen het zicht verminderen.
Aanvullende beperkingen voor de CA-27 YOGA-versie
1. Gebruik het masker nooit in de volgende omgevingen en onder de vol
-
gende omstandigheden:
•
Als de zuurstofconcentratie in de omgeving lager is dan 17%.
•
In zuurstofverrijkte omgevingen.
•
In explosieve omgevingen.
•
In omgevingen waarin de gebruiker weinig kennis heeft van de ge
-
vaarlijke stof en de concentratie ervan.
•
In omgevingen met een directe bedreiging van het leven en de ge
-
zondheid.
•
Als u twijfelt of het kleurnummer van de filterlens van uw lashelm
geschikt is voor uw werk.
•
De helm beschermt niet tegen harde schokken, explosies of bijten
-
de stoffen.
•
Gebruik de helm niet in omgevingen waar de gebruiker het type ver
-
ontreiniging of de concentratie ervan niet weet.
•
Gebruik de helm niet als het elektrisch luchtzuiverende ademha
-
lingstoestel is uitgeschakeld of als de aanvoer van samengepers
-
te lucht is afgesloten. In dit geval biedt het ademhalingssysteem,
met helm, weinig tot geen bescherming van de luchtwegen. Er is
ook een risico dat een hoge concentratie van koolstofdioxide (CO
2
)
wordt opgebouwd en zuurstoftekort optreedt in het hoofdstuk.
2. Ga naar een veilige locatie en neem passende maatregelen wanneer
een van de volgende problemen zich voordoet tijdens het gebruik van
de helm:
•
Als de PAPR of het samengeperteluchtsysteem om wat voor reden
dan ook niet werkt, moet de gebruiker onmiddellijk de verontreinigde
werkruimte verlaten.
•
Als u een vieze geur ruikt, geïrriteerde luchtwegen opmerkt of een
onprettige smaak proeft tijdens het ademhalen.
•
Als u zich onwel voelt of misselijk.
3.
Gebruik alleen gecertificeerde, originele filters voor uw elektrisch
luchtzuiverende ademhalingstoestel. Vervang de filters elke keer dat
u een verandering van geur in de aangevoerde lucht van het ademha-
lingstoestel waarneemt.
4. Filters die filteren op vaste en vloeibare deeltjes (deeltjesfilters) be
-
schermen de gebruiker niet tegen gassen. Filters die filteren op gas
-
sen beschermen de gebruiker niet tegen deeltjes. In een werkruimte
die is verontreinigd met beide soorten vervuiling, moeten gecombi-
neerde filters worden gebruikt.
3. Controle en onderhoud
AerTEC™ YOGA is een volledige lashelm bestaande uit de laskap inclu
-
sief automatisch lasfilter en hoofdband. Versie CA-27 heeft aanvullende
luchtverdeling. De levensduur van de helm en vizieren wordt beïnvloedt
door veel factoren, zoals: koude, hitte, chemicaliën, zonlicht of onjuist ge
-
bruik. De helm moet dagelijks worden gecontroleerd op mogelijke schade
van de binnen- en buitenkant.
Zorgvuldig gebruik en correct onderhoud van de lashelm verlengt de le
-
vensduur en verbetert uw veiligheid!
Controleren voor gebruik:
•
Controleer dat de beschermplaatjes onbeschadigd en schoon zijn en
juist zijn gemonteerd. Vervang onmiddellijk de lens als die is bescha
-
digd of als spetters of krassen het zicht verminderen.
•
Controleer dat de filterlens onbeschadigd en schoon is. Een bescha
-
digde filterlens belemmert de bescherming en het zicht en moet direct
worden vervangen.
•
Zorg ervoor dat het kleurnummer van de filterlens passend is voor uwe
werk (volgens ‚6. Selectie van kleurnummer van filter‘).
•
Controleer dat de lashelm en hoofdbedekking onbeschadigd zijn.
•
Controleer dat de laskap volledig is gesloten wanneer deze wordt neer
-
gelaten.
Schoonmaken:
•
Reinig de hoofdbedekking, controleer afzonderlijke onderdelen en ver
-
vang beschadigde onderdelen na elke dienst.
•
Reiniging moet worden uitgevoerd in een ruimte met voldoende venti
-
latie. Voorkom inhalatie van schadelijk stof dat is gaan liggen op afzon
-
derlijke onderdelen.
•
Gebruik lauwwarm water (tot 40° C) met schoonmaakmiddel of een an
-
der niet-schurend schoonmaakmiddel en een zachte borstel voor de
reiniging.
•
Het is verboden om schoonmaakmiddelen met oplosmiddelen te ge
-
bruiken.
•
Na het reinigen van de afzonderlijke onderdelen met een vochtige doek,
is het nodig ze droog te wrijven of te laten drogen op kamertemperatuur.
•
Aangeraden wordt CleanAIR
®
®
klar-pilot Fluids te gebruiken voor de
verzorging van de vizieren en kunststof onderdelen.
NIET GESCHIKT VOOR IN DE AFWASMACHINE OF DROGER.
GEBRUIK GEEN ACETON OF ANDERE
SCHOONMAAKMIDDELEN.
Selectie van slijp-/lasmodus
(zie illustratiebijlage)
Kies tussen GRIND/WELD (SLIJP/LAS)-modus met de modusknop. Zo
-
dra de GRIND (SLIJP)-modus is geactiveerd, wordt de kleurschakering
ingesteld op een lichtsterkte voor goed zicht. Zorg ervoor dat de WELD
(LAS)-modus is geactiveerd voordat u begint met lassen.
Selectie van filterniveau
(zie illustratiebijlage)
Pas de kleurschakering aan door de knop SHADE (KLEUR) te draaien.
Volg de tabel ‚Kleurniveau selecteren‘ om het juiste kleurniveau te selec
-
teren.
Aanpassing vertragingstijd
(zie illustratiebijlage)
De vertragingstijd kan worden aangepast met de knop DELAY (VERTRA
-
GING), waardoor de tijd dat de ADF verduisterd blijft nadat de vlamboog is
gedoofd, verandert. De MIN/MAX-waarden lopen van 0,1 – 1,0 s.
Aanpassing gevoeligheid
(zie illustratiebijlage)
Gevoeligheidsinstellingen beïnvloeden de intensiteit van het licht die de
verduistering van het filter activeert. Aanbevolen wordt om te beginnen
met lassen met de gevoeligheid op HIGH en dan langzaam de gevoe
-
ligheid te verminderen tot het moment dat de ADF alleen reageert op de
vlamboog, ongeacht het omgevingslicht.
Vervanging batterij
(zie illustratiebijlage)
Vervang de batterij met de juiste CR2032-batterij wanneer de led LOW
BATTERY (GLOEISTROOMBATTERIJ) oplicht.
Verwijdering ADF-houder
(zie illustratiebijlage)
open de sluiting die de ADF zekert
•
verwijder de ADF-houder
•
Plaats eerst de kunststof pinnen in het bovenste deel van de houder in
hun originele plaats en sluit vervolgens de sluiting om de ADF-houder
terug te plaatsen
Vervanging binnenste beschermingsplaat
(zie illustratiebijlage)
•
druk uw vinger in het gat in het midden van de bovenkant van de bin
-
nenste beschermingsplaat
•
trek de beschermingsplaat met uw vinger weg, buig de plaat en verwij
-
der die van de ADF
• breng de nieuwe binnenste beschermingsplaat aan door eerst twee
hoeken in te drukken, de folie over uw vinger te buigen en de ander
twee hoeken in de pinnen te klikken.
Vervanging ADF
(zie illustratiebijlage)
•
verwijder de ADF-houder (zie Verwijdering ADF-houder)
•
trek aan de tegenovergestelde zijden van de ADF-houder en trek de
ADF uit de houder
•
plaats de nieuwe ADF
•
plaats de ADF-houder terug in de helm
Vervanging buitenste beschermingsplaat
(zie illustratiebijlage)
•
verwijder de ADF-houder (zie Verwijdering ADF-houder)
• verwissel de buitenste beschermingsplaat
•
plaats de ADF-houder terug
DUT