2.0 Polsslagmeting
Deze trainingscomputer meet de polsslag via de Cardio Puls Set. De ont-
vanger bevindt zich op het printplaatje van de computer.
Polsslagmeting met de Cardio Puls Set
Doe de borstgordel om. Raadpleeg de bijgevoegde handleiding.
Polsslagweergave
U heeft het beginveld (afbeelding 4) ingesteld.
Het hartsymbool (h) knippert synchroon met uw polsslag.
Na enkele seconden wordt de polsslag als waarde (5) weergegeven.
3.0 Training zonder programmering van de
trainingsgegevens
Begin
met de training. Alle waardes worden opgeteld.
4.0 Training met programmering van de
trainingsgegevens
Instellen
van
tijd
(1),
roeislagen
(2),
kilojoule
(3),
slagfrequentie
(4),
polsslag
(5).
U heeft het beginveld (afbeelding 4) ingesteld. Druk op de
set-
toets, u komt
in de programmeermodus en met de
+
en
– toets
kunt u de gewenste
waarde invoeren.
Drukt u
langere tijd
op de
+/-
toets loopt de programmeer waarde
sneller
opwaarts of afwaarts.
Drukt u
tegelijkertijd
op de
+/-
toetsen, springt de
waarde
terug
naar “OFF”
.
Met de
set
-toets bereikt u het
volgende programmeerveld
.
Na programmering van de polsslag verlaat u met de set-toets de program-
meermodus en ziet u op de display de eventueel geprogrammeerde waardes
(afbeelding 17/18).
Drukt u langere tijd op de set-toets, springt de display op de
volledige
weergave (Resetfunctie)
(afbeelding 2).
Opmerking:
Geeft u binnen 4 minuten geen programmeerwaardes in, springt de display
op kamertemperatuur (afbeelding 1).
Afbeelding 5: Tijd-programmering begint met “Off”
Afbeelding 6: Tijd-programmering; bijv. 18 minuten
Afbeelding 7: Roeislagen-programmering: bijv. 540 slagen
Afbeelding 8: Calorieënverbruik-programmering: bijv. 270 Kilojoule
Afbeelding 9: Frequentie-programmering: bijv. 30 slagen per minuut
Afbeelding 10: Piepen geactiveerd: bij 30 slagen piept het elke 2 seconden
De
juiste trainingspolsslag
De trainingspolsslag is van leeftijd en trainingsdoel afhankelijk. Voor elke
leeftijd en trainingsdoel is er een “juiste” zgn. aërobe trainingszone, die
door een bovenste en een onderste polsslaggrens (+/- 10 slagen) geken-
merkt wordt. De trainingspolsslag dient altijd binnen de aërobe zone te liggen.
De maximale polsslagfrequentie (220 min leeftijd) mag niet overschreden
worden. Gezonde personen kunnen zich aan onderstaand diagram oriën-
teren (zie ook 4.2).
Polsslag programmeermogelijkheden
Het schema toont het verloop bij programmering van de polsslag
In detail:
Programmering: trainingspolsslag
Met de set-toets roept u na elkaar 2 programmeervelden op:
1.Leeftijd
[Age]
(afbeelding 11/12)
2.Polsslagzones:
vetverbranding
[Fa 65%] (afbeelding 13)
conditie
[Fi 75%] (afbeelding 14)
4.1 Programmeren leeftijd
Het programmeren van de leeftijd dient voor het berekenen van uw maximale
polsslag.
Als u uw leeftijd intoetst, verschijnt in het polsslagveld (5) de van de leeftijd
afhankelijke maximale polsslag
(formule: 220 – leeftijd)
(afbeelding 12).
Bij intoetsen van leeftijd 21 jaar kan alleen 199 als maximale polsslag
getoond worden, er wordt echter met de juiste waarde gerekend.
Afbeelding 5
Afbeelding 6
Afbeelding 7
Afbeelding 8
Afbeelding 9
Afbeelding 10
Polsslag/min
220
200
180
160
140
120
100
20
30
40
50
60
70
80
90
100
Leeftijd
220 min leeftijd
80
Set
Set
Set
Set
Set
+
–
+
–
Programmering
polsslagwaarde:
OFF, 40-188
met +/- Taste
Programmering polsslag:
conditie 75%
(220-leeftijd) x 0,75
Polsslagprogrammering:
vetverbranding 65%
(220-leeftijd) x 0,65
Ingave leeftijd
OFF, 10-99
met +/- toets
Training
met %
en HI/LO
programmeren
nee (OFF)
program-
meren
nee (OFF)
program-
meren
ja
program-
meren
ja
Training
zonder % en
zonder HI/LO
Training
zonder %
met HI/LO
Begin programmering polsslag
Afbeelding 11: Geen
programmering
“Off”
Afbeelding 12: Programmering
van leeftijd bijv. 31 met weergave
van de maximale polsslag 189 en
HI
symbool
Vetverbranding
Conditie
22