NL-6
NEDERL
ANDS
Opslaan van de takel
1.
Sla de takel altijd onbelast op.
2.
Veeg alle vuil en water van de takel af.
3.
Smeer de lastketting, haakpennen en veiligheidsklep.
4.
Zet de takel op een droge plaats.
5.
Sluit de luchtinlaatopening van de takel af.
6.
Volg, alvorens de takel weer in bedrijf te stellen, de aanwijzingen in het gedeelte “INSPECTIE” op voor takels die
niet regelmatig worden gebruikt.
BEDIENING
De vier belangrijkste aspecten van takelbediening zijn:
1.
Volg alle aanwijzingen betreffende veiligheid bij het bedienen van de takel.
2.
Laat alleen mensen de takel bedienen die opgeleid zijn in veiligheid en het bedienen van de takel.
3.
Voer een regelmatige inspectie en onderhoud van alle takels uit aan de hand van de aanbevelingen van de fabrikant.
4.
Wees u te allen tijde bewust van het vermogen van de takel en het gewicht van de last.
Operators moeten in goede conditie zijn. Operators mogen geen gezondheidsproblemen hebben die van invloed kunnen
zijn op hun vermogen om te reageren, en hun gehoor, gezichtsvermogen en dieptewaarneming moeten goed zijn. De
operator van de takel moet zorgvuldig zijn ingelicht omtrent zijn taken en moet de werking van de takel begrijpen,
waaronder het bestuderen van de documentatie van de fabrikant. De operator moet op de hoogte zijn van de juiste
methoden om lasten te bevestigen en dient een goede houding te hebben ten opzichte van veiligheid. De operator is er
verantwoordelijk voor te weigeren de takel onder onveilige omstandigheden te bedienen.
Aanvankelijke bedrijfscontroles
Voordat takels de fabriek verlaten, wordt getest of ze naar behoren werken. Voordat de takel in bedrijf wordt genomen,
moeten eerst de volgende bedrijfscontroles worden uitgevoerd.
1.
Nadat op een loopkat gemonteerde takels zijn geïnstalleerd, moet worden gecontroleerd of de takel onder de
loopkat gecentreerd is.
2.
Controleer op luchtlekken in de toevoerslang en de koppelstukken op de hangbediening en van de hangbediening
naar het verdeelstuk.
3.
Wanneer de takel- of loopkatmotor voor het eerst draait, moet een kleine hoeveelheid nietdetergerende, lichte olie
in de verbinding van de inlaatopening worden gespoten voor goede smering.
4.
Wanneer de takel of loopkat voor het eerst wordt gebruikt, wordt aangeraden om de motoren enkele minuten
langzaam in beide richtingen te laten draaien.
5.
Laat de loopkat over de hele lengte van de balk lopen.
6.
Controleer de werking van de begrenzers.
7.
Controleer of de loopkat (indien daarmee uitgerust) en haak in dezelfde richting bewegen als de pijlen of de
informatie op de hangbediening.
8.
Kijk of de takel stevig aan de bovenloopkraan, monorail, loopkat of het draagstuk is bevestigd.
9.
Kijk of de last stevig in de haak is gestoken en of de veiligheidsklep dicht zit.
10.
Breng een lichte last omhoog en omlaag om de werking van de takelrem te controleren.
11.
Controleer de werking van de takel door een last gelijk aan het nominale vermogen van de takel enkele centimeters
van de grond te hijsen.
12.
Kijk of de takel recht boven de last is. Hijs de last niet onder een hoek (zijwaarts trekken).
13.
Inspecteer de prestaties van de takel en loopkat tijdens het omhoog en omlaag brengen en verplaatsen van
proeflast(en). De takel en loopkat dienen soepel en bij vollast te werken voordat ze in bedrijf worden genomen.
WAARSCHUWING
• Alleen personeel dat geïnstrueerd is in veiligheid en de bediening van dit produkt de takel en loopkat laten
bedienen.
• De takel is niet ontworpen of geschikt voor het hijsen, neerlaten of verplaatsen van personen. Nooit lasten
boven mensen hijsen.
Bedieningselementen van de takel
Hangbediening met twee hefbomen
De takel wordt uitsluitend bediend door een
hangbediening met twee hefbomen. Voor apparaten met
aangedreven loopkatten is een hangbediening met vier
hefbomen nodig. Raadpleeg de informatie van de
fabrikant over hangsmoorklephendels in geval twee of
drie motoren worden gebruikt.
De hangsmoorklep maakt gebruik van twee aparte
hefbomen voor de bediening van de takel. De richting
waarin de haak loopt, hangt af van de ingedrukte
hefboom.
1.
Druk op de knop “ON” om de takel aan te zetten.