NL-10
NEDERL
ANDS
11.
LASTKETTING. Controleer de ketting op rek door
over de gehele lengte van de ketting in stukken van
vijf schalmen te meten (zie tek. MHP0041NL); let
vooral op de meest ingeschoren schalmen. Als de
werklengte van welke vijf schalmen dan ook de
maximaal toegestane lengte, die in tabel 3 is
aangegeven, overschrijdt, dient de hele ketting te
worden vervangen. Gebruik altijd een echte
Ingersoll Rand
ketting ter vervanging.
(Tek. MHP0041NL)
12.
KETTINGOPVANGBAK. Controleer de
opvangbak op beschadigingen en overmatige
slijtage en controleer of de kettingopvangbak
stevig aan de takel is bevestigd. Zonodig vastzetten
of vervangen.
13.
BEGRENZER. Controleer of de eindschakelaar
vrij beweegt. Om het omlaaggaan van de haak te
begrenzen moet de lus in de slappe kettingzijde de
eindschakelaar raken. Om het omhooggaan van de
haak te begrenzen moet het onderste haakblok de
eindschakelaar raken.
Om de grenzen voor “OMHOOG” en “OMLAAG”
te testen moet de takel eerst langzaam onbelast
lopen om te controleren of hij goed werkt. Herhaal
de test op volle snelheid zonder last om te
controleren of hij goed werkt.
Een ver zinkte laadketting is standaard bij Liftchain
takels.
Takels die niet regelmatig worden gebruikt
1.
Een takel die meer dan een maand, maar minder dan één jaar niet is gebruikt, dient aan een inspectie conform de
vereisten in “Frequente inspectie” te worden onderworpen, alvorens in bedrijf te worden gesteld.
2.
Een takel die meer dan één jaar buiten bedrijf is geweest, dient aan een volledige inspectie conform de vereisten in
“Periodieke inspectie” te worden onderworpen, alvorens in bedrijf te worden gesteld.
3.
Reservetakels dienen tenminste halfjaarlijks te worden geïnspecteerd conform de vereisten in “Frequente
inspectie”. Onder abnormale bedrijfsomstandigheden dient het materieel vaker te worden geïnspecteerd.
SMERING
Om steeds een goede werking van de takel te kunnen garanderen, moeten alle punten die smering nodig hebben, op het
juiste tijdstip met het juiste smeermiddel worden gesmeerd zoals voor elke constructie wordt aangegeven. De juiste
smering is een van de belangrijkste factoren bij het in stand houden van een goede werking.
De smeerbeurten die in deze handleiding worden aanbevolen, zijn gebaseerd op onderbroken werking van de takel, acht
uur per dag, elke dag, vijf dagen per week. Als de takel bijna continu of elke dag meer dan acht uur per dag wordt
gebruikt, moet vaker worden gesmeerd. De smeermiddeltypen en verversingsbeurten zijn gebaseerd op bedrijf in een
omgeving die betrekkelijk vrij van stof, vocht en corrosieve dampen is. Gebruik uitsluitend aanbevolen smeermiddelen.
Andere smeermiddelen kunnen de prestaties van de takel verminderen. Als u zich niet hieraan houdt, kunnen de takel en/
of bijbehorende onderdelen schade oplopen.
Luchtleidingvernevelaar
(indien gebruikt)
Smeer de takeltoevoerlucht met niet-detergerende SAE 30W ISO VG100 motorolie (minimale viscositeit 135 Cst bij
40° C) afkomstig van een lijn-vernevelaar. Het gebruik van detergerende olie kan vroegtijdige defecten veroorzaken.
Standaard
lengte
Tabel 3
Modelnr.
Ketting
maat
mm
Normale
lengte
mm
Max.
toegesta
ne
lengte
mm
Palair 250 tot 1000 kg
5 x 15
75
76.1
Palair 1001 tot 2000 kg
7 x 21
105
106.5
LCA015S-E en
LCA030D-E
8 x 24
120
122
LCA030S-E en
LCA060D-E
13 x 36
180
183
LCA060S-E,
LCA120D-E,
LCA180T-E en
LCA250Q-E
16 x 45
225
228
LCA125S-E,
LCA250D-E,
LCA375T-E,
LCA500Q-E,
LCA750T-E,
LCA1000Q-E
22 x 66
330
335