Ne
de
rla
n
d
s
(NL)
200
11.4 Maximale systeemdruk en toegestane vloeistoftemperatuur
*
Bij vloeistoftemperaturen lager dan 0 °C (32 °F) kunnen hogere motorvermogens nodig zijn vanwege de
hogere viscositeit, bijvoorbeeld wanneer u glycol aan het water hebt toegevoegd.
** 120 °C is alleen van toepassing als de pomp een AQQE-asafdichting heeft.
*** CM-pompen voor het verpompen bij temperaturen lager dan -20 °C zijn op verzoek verkrijgbaar. Neem
contact op met Grundfos.
11.5 Minimale voordruk
U kunt de minimale voordruk "H" in benodigde
meters opvoerhoogte die nodig is om cavitatie in de
pomp te voorkomen, berekenen met behulp van de
volgende formule:
Als de berekende waarde van "H" positief is, kan de
pomp draaien met een maximale zuighoogte van "H"
meter.
Als de berekende waarde van "H" negatief is, dan is
tijdens bedrijf een minimale voordruk van "H" meter
nodig om cavitatie te voorkomen.
Voorbeeld
p
b
= 1 bar.
Pomptype: CM 3, 50 Hz.
Debiet: 4 m
3
/h.
NPSH (uit afb.
, pagina
): 3,3 meter opvoer-
hoogte.
H
f
= 3,0 meter opvoerhoogte.
Vloeistoftemperatuur: 90 °C.
H
v
(uit afb.
): 7,2 meter opvoerhoogte.
H = p
b
x 10,2 - NPSH - H
f
- H
v
- H
s
[meter opvoer-
hoogte].
H = 1 x 10,2 - 3,0 - 3,3 - 7,2 - 0,5 = -3,8 meter
opvoerhoogte.
Dit betekent dat tijdens bedrijf een aanzuighoogte
van 3,8 meter nodig is.
Druk berekend in bar: 3,8 x 0,0981 = 0,37 bar.
Druk berekend in kPa: 3,8 x 9,81 = 37,3 kPa.
11.6 Maximale voordruk
De werkelijke voordruk plus de druk wanneer de
pomp tegen een gesloten afsluitklep draait, dient
altijd lager te zijn dan de maximale systeemdruk.
Materiaaluitvoering
Asafdichting
Toegestane vloeistoftemperatuur*
Maximale
systeemdruk
Gietijzer
(EN-GJL-200)
AVBx
-20 tot 40 °C
41 tot 90 °C
(-4 tot 104 °F)
(105,8 tot 194 °F)
10 bar
6 bar
(145 psi)
(87 psi)
AQQx
-20 tot 90 °C
(-4 tot 194 °F)
10 bar
(145 psi)
RVS
(EN 1.4301 / AISI 304)
AVBx
-20 tot 40 °C
41 tot 90 °C
(-4 tot 104 °F)
(105,8 tot 194 °F)
10 bar
6 bar
(145 psi)
(87 psi)
AQQx
-20*** tot 90 °C
91 tot 120 °C**
(-4 tot 194 °F)
(195,8 tot 248 °F)
16 bar
10 bar
(232 psi)
(145 psi)
RVS
(EN 1.4401 / AISI 316)
AVBx
-20 tot 40 °C
41 tot 90 °C
(-4 tot 104 °F)
(105,8 tot 194 °F)
10 bar
6 bar
(145 psi)
(87 psi)
AQQx
-20*** tot 90 °C
91 tot 120 °C**
(-4 tot 194 °F)
(195,8 tot 248 °F)
16 bar
10 bar
(232 psi)
(145 psi)
H
= p
b
x 10,2 - NPSH - H
f
- H
v
- H
s
p
b
= Barometrische druk in bar.
Voor de barometrische druk kan 1 bar
worden aangehouden.
In gesloten systemen geeft p
b
de
systeemdruk in bar aan.
NPSH = Netto Positieve Zuighoogte (NPSH) in
meter opvoerhoogte. Af te lezen van de
NPSH curven op pagina's
t/m
bij
het hoogste debiet dat de pomp kan leve-
ren.
H
f
= Wrijvingsverlies in zuigleiding in meters
opvoerhoogte.
H
v
= Dampspanning in meter opvoerhoogte.
Zie afb.
, pagina
t
m
= vloeistoftemperatuur.
H
s
= Veiligheidsmarge = min. 0,5 meter
opvoerhoogte.
Summary of Contents for CM
Page 2: ...2 ...