7
Parameterinstellingen
Gebruiksaanwijzing
44
Daikin RoCon+ HP
Daikin Regeling RoCon+ HP
008.1444299_01 – 09/2018 – NL
Parameter
Instelbereik
Min / Max
Beschrijving
Fabrieksinstel-
ling
Stappen-
grootte
Toe-
gang
BE HF
Adaptatie
verwar-
mingscurve
Functie kan alleen bij een aangesloten en aan het verwarmingscircuit
toegewezen kamerregelaar worden uitgevoerd:
-
N
E
Uit
Uit: gedeactiveerd
Aan
Geactiveerd = start van een eenmalige automatische aanpassing van
de verwarmingscurve.
Voorwaarden:
▪ Buitentemperatuur < 8 °C
▪ Instelling van de modus: "Automatisch 1" of "Automatisch 2"
▪ Duur van de verlagingsfase ten minste 6 h
Functie: In het begin van de verlagingstijd wordt de actuele kamertem-
peratuur als streefwaarde boor de volgende 4 uur ingesteld. De ver-
warmingscurve wordt door de regeling aan de hand van de aanvoer-
streeftemperaturen berekend die noodzakelijk zijn om deze kamertem-
peratuur op peil te houden.
Als de automatische stooklijnaanpassing wordt onderbroken, wordt de
functie gepauzeerd tot hij de volgende dag met succes uitgevoerd of
beëindigd wordt (instellen van de parameter op "Uit" of wijzigen van de
actuele bedrijfsmodus).
Tijdens de automatische aanpassing zijn de warmwaterbereiding en
de verwarmingsoptimalisatie geblokkeerd.
Interlink tem-
peratuurstij-
ging
1 – 50 K
Alleen indien parameter [Functie Interlink] = Aan:
Aanvoerstreeftemperatuur wordt bij een gesloten RT-schakelcontact
koelen met de ingestelde waarde verhoogd. Verzoek bijv. door HP
convector.
5 K
1 K
N
E
Comfort Ver-
warming
Uit
Aan
Als de warmtepomp bij zeer lage buitentemperaturen niet aan de
warmtebehoefte kan voldoen, wordt warmte uit de boiler gehaald en
voor de kamerverwarming gebruikt (zie
)
▪ Uit: pas bij niet gedekte verwarmingsbehoefte wordt de boilertempe-
ratuur opgevoerd. Binnen de tijd die nodig is voor het verhogen van
de temperatuur kan er iets minder comfort optreden.
▪ Aan: bij betreffende buitentemperaturen wordt de boilertemperatuur
boven de voor de warmwaterbehoefte ingestelde boilertemperatuur
verhoogd. Eventueel wordt het stroomverbruik van de warmtepomp
hoger.
N
E
Tab. 40-22 Parameter in het menu Verwarmen
7.6.4
Menu: Koelen
[→ Hoofdmenu → Configuratie → Koelen]
Parameter
Instelbereik
Min / Max
Beschrijving
Fabrieks-
instelling
Stappen-
grootte
Toe-
gang
BE HF
Start T-vertr
koelen
5 - 25 °C
Alleen als parameter [Weersafhankelijke] = weersafhankelijk:
Instelling van de aanvoerstreeftemperatuur voor het koelen bij het starten
van de koelwerking (buitentemperatuur = parameter [Start. T-ext. koelen])
18 °C
1 °C
E
E
Max. T-vertr
koelen
5 - 25 °C
Alleen als parameter [Weersafhankelijke] = weersafhankelijk:
Instelling van de minimale aanvoerstreeftemperatuur voor het koelen. Die
wordt vanaf de buitentemperatuur (parameter [Max. T-ext. koelen]) con-
stant gehouden.
8 °C
1 °C
E
E
Start. T-ext.
koelen
15 - 45 °C
Alleen als parameter [Weersafhankelijke] = weersafhankelijk:
Instelling vanaf welke buitentemperatuur de koelwerking met de hoogste
aanvoerstreeftemperatuur voor het koelen [Start T-vertr koelen] start (in-
stellingsvoorwaarde: modus "Koelen").
24 °C
1 °C
E
E
Max. T-ext.
koelen
20 - 45 °C
Alleen als parameter [Weersafhankelijke] = weersafhankelijk:
Instelling bij welke buitentemperatuur de laagste aanvoerstreeftemperatuur
voor het koelen [Max. T-vertr koelen] wordt ingesteld (instelvoorwaarde:
modus "Koelen").
35 °C
1 °C
E
E