8
Fouten en storingen
Gebruiksaanwijzing
52
Daikin RoCon+ HP
Daikin Regeling RoCon+ HP
008.1444299_01 – 09/2018 – NL
8
Fouten en storingen
GEVAAR: GEVAAR VOOR ELEKTROCUTIE
Elektrostatische ladingen kunnen tot spanningsoverslag
leiden, waardoor de elektronische onderdelen kunnen wor-
den vernield.
▪ Zorg voor een potentiaalvereffening voordat de schakel-
veldplaat wordt aangeraakt (bijv. door aanraken van de
houder van het schakelveld).
De elektronica van de Daikin Altherma EHS(X/H) geeft een fout aan
met een rode verlichting van de statusweergave, de weergave van
het foutscherm op het display (zie
) en de weergave van het
foutsymbool op het startscherm. Een geïntegreerd display slaat tot
15 foutmeldingen op (zie
).
INFORMATIE
Een lijst van alle foutcodes staat in de Daikin Altherma
EHS(X/H) installatie- en onderhoudshandleiding, hoofdstuk
"Fouten, storingen, meldingen“.
Storingen verhelpen: Foutcode E90XX
Er kan een foutreset uitgevoerd worden. Die kan van het actueel
weergegeven foutscherm uit gestart worden. Als het foutscherm
werd verlaten kan het via [→ Hoofdmenu → Fout → Scherm] weer
opgeroepen worden.
Als dezelfde fout binnen korte tijd weer wordt weergegeven, moet de
foutoorzaak door een vakman gezocht en verholpen worden. Onder-
tussen kan er eventueel een noodwerking gehandhaafd worden. De
noodwerking kan via [→ Hoofdmenu → Fout → Noodbediening] toe-
gelaten worden, zie Noodwerking. Als de noodwerking niet is toege-
laten kan hij vanuit het actuele foutscherm worden gestart.
Storingen verhelpen: Andere foutcodes
De foutoorzaak moet door een vakman gezocht en verholpen wor-
den. Ondertussen kan er eventueel een noodwerking gehandhaafd
worden. De noodwerking kan via [→ Hoofdmenu → Fout → Noodbe-
diening] toegelaten worden, zie Noodwerking. Als de noodwerking
niet is toegelaten kan hij vanuit het actuele foutscherm worden ge-
start.
INFORMATIE
Om te garanderen dat de storing niet door verkeerde in-
stellingen werd veroorzaakt, zet u voor een mogelijke ver-
vanging van onderdelen alle parameters terug op de fa-
brieksinstellingen (zie
).
Als u de oorzaak van de storing niet kunt vinden, moet u
contact opnemen met de servicevakman van.
Houd hiervoor de belangrijkste apparaatgegevens bij de
hand a.u.b.:
Type en fabricagenummer van de Daikin Altherma EHS(X/
H) (zie typeplaatje warmtepomp) en de softwareversie van:
a: bedieningsgedeelte RoCon+ B1 [→ Hoofdmenu → Info
→ Waarden → Softwarenummer B1/U1]
b: schakelprintplaat RoCon BM2C [→ Hoofdmenu → Info
→ Waarden → Softwarenummer Controller]
Bij optionele RoCon-systeemcomponenten:
EHS157034 [Sw Nr B1/U1]
EHS157068 [Sw Nr mixing valve]
8.1
Noodwerking
[→ Hoofdmenu → Fout → Noodbediening]
Als de warmtepomp uitvalt kan de Backup-Heater of een andere ex-
terne verwarming als noodverwarming worden gebruikt. Als [Nood-
bediening] op „Ja“ wordt gezet, wordt in geval van een fout de nood-
werking automatisch geactiveerd. Anders kan de noodwerking ook
pas bij een fout via het foutscherm worden gestart.
Als de noodwerking via het foutscherm wordt gestart, blijft de para-
meter [Noodbediening] op „Ja“, d.w.z dat ook bij toekomstige fouten
de noodwerking automatisch wordt gestart. Als dat niet gewenst is,
moet parameter [Noodbediening] na het verhelpen van de fout weer
op „Neen“ worden gezet.
8.2
Manueel
[→ Hoofdmenu → Fout → Handmatig]
Bij manuele werking wordt de warmtepomp op een vaste aanvoer-
temperatuur geregeld. De manuele werking mag uitsluitend voor dia-
gnosedoeleinden worden gebruikt. De manuele werking wordt ge-
start door parameter [Status handmatige modus] op „Actief“ te zet-
ten. De gewenste aanvoertemperatuur wordt met parameter [Tem-
peratuur handmatig] ingesteld.
Bij hydraulisch gemotiveerde voorrangwerking voor de warmwater-
bereiding moet erop worden gelet dat de bij manuele werking inge-
stelde aanvoertemperatuur voldoende is om de opgeslagen streef-
waarde voor het warme water (parameter [Warmwaterstreeftempe-
ratuur 1]) te bereiken.
8.3
Foutenrapport
[→ Hoofdmenu → Fout → Protocol]
Het dit menu kan het foutenrapport uitgelezen worden. De recentste
fout staat op de eerste plaats. Alle andere voorafgaande meldingen
worden bij iedere nieuwe invoer een positie naar achteren gescho-
ven. De 16e foutmelding wordt bij het binnenkomen van een nieuwe
foutmelding gewist. Het foutenrapport kan alleen door de service
worden gewist.
Op het rapport vermeld wordt
▪ de foutcode,
▪ de printplaat die aan de fout is toegewezen (A1P of BM2, zie Dai-
kin Altherma EHS(X/H) Installatie- en onderhoudshandleiding)
▪ datum en tijd waarop de fout is opgetreden.
8.4
Foutscherm
[→ Hoofdmenu → Fout → Scherm]
Afb 41-1
Foutscherm