![DAB MCE-55/P Instruction For Installation And Maintenance Download Page 352](http://html1.mh-extra.com/html/dab/mce-55-p/mce-55-p_instruction-for-installation-and-maintenance_3147946352.webp)
NEDERLANDS
348
4.2.2 Sensoren
De sensoren die moeten worden aangesloten zijn dezelfde als die gebruikt worden bij de stand-alone
functionering, d.w.z. druksensor en debietsensor. Ook met een multi inverter systeem is het niet toegestaan om
zonder debietsensor te werken.
4.2.2.1 Debietsensoren
De debietsensor moet gemonteerd worden op de persverzamelleiding waarmee alle pompen zijn verbonden en
de elektrische aansluiting kan op één willekeurige inverter worden gerealiseerd.
De debietsensoren kunnen op twee manieren worden aangesloten:
een enkele sensor
net zoveel sensoren als er inverters zijn
De instelling wordt uitgevoerd via de parameter FI.
Het gebruik van meerdere sensoren is nuttig wanneer u zeker wilt zijn van de opgebrachte stroming van iedere
pomp en een meer gerichte beveiliging tegen droog draaien wilt realiseren. Om meerdere debietsensoren te
gebruiken, is het nodig om de parameter FI in te stellen op meerdere sensoren en iedere debietsensor aan te
sluiten op de inverter die de pomp, op wiens persleiding de sensor is gemonteerd, aanstuurt.
4.2.2.2 Druksensoren
De druksensor moet op de persverzamelleiding worden gemonteerd. Er kunnen meer dan één druksensoren
aanwezig zijn, en in dit geval zal de afgelezen druk het gemiddelde van alle aanwezige drukwaarden zijn. Om
meerdere druksensoren te gebruiken is het voldoende om de connectors in de hiervoor bestemde ingangen te
steken, zonder dat er parameters te hoeven worden ingesteld. Het aantal gemonteerde druksensoren kan naar
gevarieerd worden tussen één en het maximumaantal aanwezig inverters.
4.2.3
Aansluiting en instelling van de optisch gekoppelde ingangen
De optisch gekoppelde ingangen, zie par 2.2.4 en 6.6.13, dienen om de functies vlotter, hulpdruk, deactivering
systeem, lagedruk in inlaat te kunnen activeren. De functies worden gesignaleerd door de berichten F1, Paux,
F3, F4. De functie Paux zorgt, indien geactiveerd, dat het systeem onder druk wordt gebracht met de ingestelde
druk, zie par 6.6.13.3. De functies F1, F3, F4 bewerkstelligen voor 3 verschillende oorzaken een uitschakeling
van de pomp zie par 6.6.13.2, 6.6.13.4, 6.6.13.5.
Wanneer men een multi inverter systeem gebruikt, moeten de optisch gekoppelde ingangen als volgt gebruikt
worden:
de contacten die de hulpdrukwaarden realiseren, moeten in parallel op alle inverters worden
doorgevoerd, zodat op alle inverters hetzelfde signaal aankomt.
de contacten die de functies F1, F3, F4 realiseren kunnen zowel met onafhankelijke contacten voor
iedere inverter, als met een enkel, parallel op alle inverters doorgeschakeld contact worden
aangesloten (de functie wordt alleen geactiveerd op de inverter waar de bedieningsinstructie aankomt).
De parameters voor instelling van de ingangen I1, I2, I3, I4 maken deel uit van de gevoelige parameters, de
instelling van één van deze parameters op een willekeurige inverter zal dus leiden tot automatische uitlijning op
alle inverters. Aangezien de instelling van de ingangen niet alleen de keuze van de functie bepaalt, maar ook
het soort polariteit van het contact, zal de functie noodzakelijkerwijs op alle inverters worden gekoppeld aan
hetzelfde type contact. Om deze reden moeten, wanneer voor iedere inverter onafhankelijke contacten gebruikt
worden (die gebruikt kunnen worden voor de functies F1, F3, F4), deze allemaal dezelfde logica hebben voor
de verschillende ingangen met dezelfde naam; oftewel, met betrekking tot eenzelfde ingang, of men moet voor
alle inverters normaal geopende contacten of normaal gesloten contacten aanleggen.
Summary of Contents for MCE-55/P
Page 278: ...274 1 276 2 279 3 280 4 282 5 283 6 4 20 284 7 285 8 286 9 287 10 290 11 290 12 292...
Page 279: ...275 IEC 60634...
Page 280: ...276 1 6 MCE 55 P e MCE 30 P 1 1 1...
Page 282: ...278 2 5 2 1 2 1 2 2 1 1 2 1 2 L L L 2 2 4 15...
Page 283: ...279 2 2 2 1 2 2 1 1 4 3 1 RST 2 2 4 3 1 8 3 3...
Page 284: ...280 AS 3 3 2 2 1 2 4 3 1 UVW 4 2 4 3 50 60 200 1...
Page 286: ...282 4 2 2 3 Press e Flow 5 A B C D d1 d2...
Page 291: ...287 3 9 64 X 128 4 MODE SET 10 7 MODE 1 SET 7 3 EEprom SET 6 SET MODE...
Page 292: ...288 3 1 9 3 2 1 2 3 2 1 MODE SET MODE 8 2 2 5 5 5 2 2 8...
Page 294: ...290 3 2 2 11 SET 10 15 12 11...
Page 296: ...292 12 11 13 GO SB...
Page 297: ...293 4 4 1 Link 8 4 2 4 2 1 Link 2 Link 5...
Page 300: ...296 4 3 1 2 1 4 3 1 3 SET MODE LA RC FN MS FS FL AC AE O1 1 O2 2 4 4 ET 6 6 9 FL...
Page 326: ...322 BL 10 6 24 24 30 LP 295 348 HP OT TE 100 C 85 C OB BT 120 C 100 C OC 10 6 OF 10 6 29...
Page 327: ...323 8 8 1 PMW 4 2 8 2 8 3 8 3 SET EE EEprom FLASH...
Page 494: ...490 1 492 2 495 3 496 4 498 5 499 6 4 20 mA 500 7 501 8 502 9 503 10 506 11 506 12 508 13 523...
Page 495: ...491 IEC 364 inverter...
Page 496: ...492 1 Inverter inverter inverter 6 inverter MCE 55 P MCE 30 P 1 1 1...
Page 502: ...498 4 2 2 3 Press Flow 5 A B C D d1 d2...
Page 507: ...503 3 9 oled 64 X 128 4 MODE SET 9 inverter 7 MODE 1 SET 7 3 EEprom SET 6 SET MODE...
Page 508: ...504 3 1 9 3 2 1 2 3 2 1 MODE SET Setpoint MODE 8 ONOMA TOY MENOY 2 Setpoint 2 5 5 5 2 2 8...
Page 512: ...508 12 11 12 GO SB FAULT...
Page 543: ...539 8 8 1 PMW 4 2 8 2 inverter 8 3 8 3 inverter SET EEPROM FLASH setpoint...
Page 599: ...595...