28-6-2011 99 033000=13069F
1. Open het zenderdeel van de DS18 door de twee delen van elkaar af te halen.
2. Verwijder de draadbrug uit de aansluiting voor de draadgebonden sensor.
3. Sluit uw sensor aan.
Het draadgebonden contact krijgt een eigen zone op de centrale. Aanmelden doet u via de
procedure beschreven in 4.1.3 (om de sensor aan te melden maakt u bij stap 5 een
alarmmelding met uw sensor).
De instelling van de min/max schakelaar (aankomstvertraging) van de DS18 geldt tegelijkertijd
zowel voor het magneetcontact als voor de draadgebonden sensor.
9.5 Noodsensoren (ALWAYS MODE)
Uw systeem biedt de mogelijkheid om van elke bij het systeem aangemelde sensor een
zogenaamde noodsensor te maken. Een noodsensor zal het beveiligingssysteem ook
activeren wanneer het systeem niet ingeschakeld is. Wanneer een noodsensor een alarm
veroorzaakt zal voorafgaand aan de gesproken boodschap de melding "alarm veroorzaakt
door noodsensor" worden weergegeven. Een aantal toepassingen:
•
Een paniektoets welke u verbonden heeft met de bedrade ingang van de centrale.
•
Een deur of raam welke nooit geopend mag worden.
•
Een temperatuur of niveau sensor welke waarschuwt bij het overschrijden van een
waarde of niveau.
Het omzetten werkt als volgt:
1. Om toegang te krijgen tot het menu, de menu
↑
of
↓
toets indrukken. Het display geeft nu
het volgende weer:
PIN INVOEREN
.
2. Voer uw 4-cijferige PIN-code in (fabrieksinstelling 0000). Zie 8.3 voor het wijzigen van de PIN-
code). Voor elk ingegeven cijfer verschijnt een * in het display.
3. Wanneer de PIN-code correct is ingevoerd verschijnt het woord
INSTALL
in het display.
4. Blader met de toetsen menu
↑
/
↓
naar menu-item
7: OPTIES
. Druk op OK om dit menu-item te
selecteren. U kunt ook direct naar dit menu-item gaan door 7 in te geven via het toetsenbord.
5. Blader met de toetsen menu
↑
/
↓
naar menu-item
SENSOR MODE
. Druk op OK om dit menu-
item te selecteren.
6. Op het display verschijnt nu de tekst
ALWAYS MODE
. Bovenin en onderin het display ziet u
op welke zones er sensoren zijn aangemeld.
7. Wanneer u bijvoorbeeld zone 31 wilt omzetten naar een noodsensor, dan geeft u via het
toetsenbord 31 in gevolgd door OK, Zonenummer 31 gaat nu knipperen.
8. Wanneer u ook zone 5 wilt omzetten naar een noodsensor, dan geeft u 5 in, gevolgd door
OK. Ook zone 5 gaat nu knipperen.
9. Wanneer u een zone 31 wilt terugzetten naar normaal bedrijf, dan geeft u weer 31 gevolgd
door OK. Zone 31 stopt nu met knipperen.
10. Druk op de toets CLEAR om het menu te verlaten.
Zet bij de DS18 deur/raamsensor de interne Min/Max- schakelaar op ‘Min’ als u wilt dat uw
melding zonder vertraging wordt doorgegeven. Hetzelfde geldt voor bewegingssensoren op
zone 15 en/of 16.
9.6 Sensor 27-32 AAN/UIT Huis Automatiseringfunctie
Het SC28 Console beschikt over een functie om Huis Automatisering AAN en UIT commando’s
te sturen als gevolg van het activeren van een beveiligingssensor. Wanner het systeem
geactiveerd is en een sensor in de zone 27-32 wordt getriggered, kan het systeem zo ingesteld
worden dat deze een AAN of UIT commando stuurt naar een module met adres H1
UC7-12, dus wanneer het Console de fabrieksinstelling A1 heeft, zal sensor 27 een commando
veroorzaken op B7, sensor 29 op B9 enz. Dit kan bijvoorbeeld gebruikt worden om sensor 27 te
gebruiken als waterdetector, en op adres B7 een pomp aan te sluiten. Wanneer sensor
geactiveerd wordt, zal de pomp aangaan.
U kunt de instelling vinden in menu
7. OPTIES
; door het zone nummer in te geven, gevolgd
door ON (AAN) of OFF (UIT), wordt de instelling gemaakt. Het zone nummer begint snel te
knipperen wanneer u de functie activeert. Doet u niets, dan zal het systeem geen
commando’s sturen.