136
veiligheidsschoenen met stalen tippen
Draag geschikte werkkleding:
geen wijde kleding of sieraden (zij kunnen door
beweeglijke delen worden gegrepen)
De bedienende persoon is binnen het arbeidsbereik van
de machine verantwoordelijk ten opzichte van derden.
Kinderen en jongeren
van minder dan 18 jaren mogen de
machine niet bedienen.
Kinderen dienen uit de buurt van het apparaat te worden
geweerd.
Zet het toestel nooit aan, terwijl niet betrokken personen in
de buurt zijn.
Laat de machine niet zonder toezicht achter.
Zorg dat uw werkomgeving op orde is. Rommel kan
ongevallen veroorzaken.
Overbelast de machine niet. U werkt beter en zeker met
de juiste belasting van de machine.
Werk alleen met alle veiligheidsvoorzieningen op de juiste
wijze aangebracht. Verander niets aan de machine wat de
veiligheid in gevaar kan brengen.
Apparaat resp. onderdelen van het apparaat niet
veranderen.
Het apparaat mag niet
met water worden afgespoten.
Machine niet in de regen laten staan. Niet in de regen met
die machine werken.
Als u de machine niet gebruikt moet u hem op een droge
plaats, buiten het bereik van kinderen opslaan.
Schakel de machine uit en neem de
bougiesteker
trekken
bij:
reparatiewerkzaamheden
onderhouds- en reinigingswerkzaamheden
bij storingen
transport en opslag
het verlaten van de machine (ook voor
een korte tijd).
Onderzoek de machine op eventuele
beschadigingen
.
Voor het verdere gebruik van de machine moeten alle
veiligheidsvoorzieningen gecontroleerd worden op de
juiste montage en het goed functioneren.
Controleer of alle bewegende delen van de machine
goed functioneren en niet klemmen of beschadigd zijn.
Alle delen moeten juist gemonteerd zijn en goed
functioneren om de machine correct te laten werken.
Beschadigde bescherminrichtingen en delen moeten,
indien noodzakelijk, door een erkende
reparatiewerkplaats gerepareerd of verwisseld worden.
Met uitzondering indien in de gebruiksaanwijzing
anders aangegeven.
Beschadigde of onleesbare veiligheidsstickers dienen
te worden vervangen.
Veilige omgang met brandstoffen
Brandstoffen en brandstofdampen zijn brand-
gevaarlijk en kunnen bij het inademen en op de
huid ernstig letsel veroorzaken.
Bij de omgang met
brandstof is daarom voorzichtigheid geboden en
moet er voor een goede ventilatie gezorgd worden.
Schakel vóór het tanken van de machine de motor uit en
laat het apparaat afkoelen.
Bij het tanken niet roken en open vuur vermijden.
Draag handschoenen bij het tanken.
Tank niet in gesloten ruimtes (explosiegevaar).
Let erop dat u geen brandstof of olie morst.
Reinig de
machine direct, als u brandstof of olie hebt gemorst.
Trek
onmiddellijk andere kleren aan, als u brandstof of olie over
uw kleding gemorst hebt.
Let erop dat er geen brandstof in de grond terechtkomt.
Sluit de tankdop na het tanken weer zorgvuldig en let erop
dat de tankdop tijdens het gebruik van de zaag niet
loskomt.
Controleer of het tankdeksel en de benzineleidingen dicht
zijn.
Bij lekkages mag u het apparaat niet in gebruik
nemen.
Transporteer en bewaar brandstoffen alleen in hiervoor
toegestane en gemarkeerde reservoirs.
Houd kinderen uit de buurt van brandstoffen.
Transporteer en bewaar brandstoffen niet in de buurt van
brandbare of licht ontvlambare stoffen, vonken of open
vuur.
Ga vóór het starten van het apparaat minimaal drie meter
bij de tankplaats vandaan staan.
Reparaties aan andere delen van de machine mogen
alleen door de fabrikant of een door hem erkende
werkplaats uitgevoerd worden.
Alleen de originele onderdelen gebruiken. Bij het gebruik
van niet originele onderdelen kunnen risico’s voor de
gebruiker ontstaan. De fabrikant kan niet aansprakelijk
gesteld worden voor ongevallen hierdoor ontstaan
.
T
T
r
r
a
a
n
n
s
s
p
p
o
o
r
r
t
t
-
-
i
i
n
n
s
s
t
t
r
r
u
u
c
c
t
t
i
i
e
e
s
s
Het splijtmes voor elk transport / standplaatswissel
helemaal omlaag brengen.
Voor het transport
pakt u de beugel
met één hand vast
en kantelt de
houtsplijter iets naar
u toe. In deze stand
kan de splijter pro-
bleemloos worden
getransporteerd.
Om een vrijkomen
van olie bij het
transport te voor-
komen, moet de
deksel van de olietank vast dichtgeschroefd zijn.
Vóór iedere standplaatswissel
het apparaat uitschakelen, bougiesteker verwijderen en
brandstofkraan sluiten.
Voor aanvang van iedere transport
het apparaat uitschakelen, bougiesteker verwijderen,
brandstofkraan sluiten en de motor laten afkoelen.
Transportband