NL 1
1 Veiligheidsinstructies
1.1 Algemene
instructies
De gebruiksaanwijzing zorgvuldig doorlezen. Leer het
correcte gebruik van het toestel kennen.
De gebruiksaanwijzing bewaren voor later gebruik en
volgende eigenaars.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen op het toestel
in acht nemen.
1.1.1 Bedieners
Jongeren onder 18 jaar en personen die de
gebruiksaanwijzing niet kennen, mogen het toestel niet
gebruiken. Dat geldt niet voor leerjongens boven 16 jaar
onder toezicht.
Personen onder invloed van alcohol, drugs of
geneesmiddelen en personen die de gebruiksaanwijzing
niet kennen, mogen het toestel niet gebruiken.
1.1.2 Persoonlijke
veiligheidsuitrusting
Om verwondingen aan hoofd en ledematen en ook
gehoorschade te voorkomen, moet reglementaire kledij
en veiligheidsuitrusting gedragen worden.
De kledij moet doelmatig (nauwaansluitend) zijn en mag
tijdens het werk niet hinderen. Bij lang haar moet een
haarnetje gedragen worden.
De persoonlijke veiligheidsuitrusting omvat:
−
een veiligheidshelm
−
een gehoorbescherming (bijv. oordoppen)
−
een veiligheidsbril of gezichtsbescherming van de
veiligheidshelm
−
een veiligheidsbroek met zaagbescherming
−
werkhandschoenen met een goede grip
−
veiligheidsschoenen met een goed profiel en stalen
neus.
1.1.3 Werkgebied
In het werkgebied van de zaag mogen zich geen andere
personen bevinden. Letten op kinderen en dieren.
De gebruiker is verantwoordelijk voor ongevallen met
andere personen of hun eigendom.
Het werkgebied vrijhouden van zaagresten en andere
voorwerpen – S t r u i k e l g e v a a r .
1.1.4 Werkingstijden
Bij het gebruik in woongebieden de voor de regio
specifieke en lokaal toegelaten werkingstijden
overeenkomstig de voorschriften inzake geluidshinder in
acht nemen.
Het toestel uitsluitend gebruiken bij daglicht of met een
goede verlichting.
1.1.5 Werking
Toestel pas in werking stellen als de montage volledig
uitgevoerd werd.
Voor het gebruik van het toestel altijd een visuele
controle uitvoeren. Het toestel moet zich in een veilige
bedrijfstoestand bevinden.
Beschadigde of versleten onderdelen moeten
onmiddellijk vervangen worden.
Het toestel uitsluitend gebruiken in de door de fabrikant
voorgeschreven, technische toestand.
Veiligheids- resp. beschermingsinrichtingen van het
toestel niet buiten werking stellen.
Altijd letten op een veilige stand.
Voor het begin van de werkzaamheden het te zagen
materiaal op vreemde voorwerpen controleren om kick-
backs (terugslagen) te voorkomen.
De kettingzaag mag niet worden bediend met één hand.
Bediening met één hand kan leiden tot ernstig letsel van
bediener en omstanders. De kettingzaag is gemaakt voor
de bediening met twee handen.
De motorzaag tijdens het werk altijd met beide handen
vasthouden – rechterhand aan de achterste handgreep,
linkerhand aan de draagbeugel.
Gebruik de kettingzaag alleen in een goed geventileerde
omgeving.
De motorzaag niet boven schouderhoogte gebruiken
aangezien op die manier geen veilige bediening meer
mogelijk is.
De handgrepen moeten proper, droog en vrij van olie en
brandstofmengsel zijn.
Nooit de motorzaag met een draaiende zaagketting
dragen en transporteren.
Bij het transport en de verandering van locatie de motor
uitschakelen en de kettingbeveiliging aanbrengen.
De motorzaag alleen aan de draagbeugel dragen – het
zaagblad is daarbij naar achteren gericht.
Bij alle instandhoudingswerkzaamheden, zoals
bijvoorbeeld het vervangen van de zaagketting, alsook bij
het verwijderen van het toestel de motor uitschakelen.
Bij ongebruikte motorzagen altijd een kettingbeveiliging
aanbrengen.
Draag handschoenen en houd de hand warm. Langdurig
gebruik van de kettingzagen kan bij de bediener leiden
tot het witte vinger-sydroom. Neem contact op met een
arts als er witte vinger-symptonen optreden.
Voor het vellen en snoeien van bomen is veel
ervaring vereist – zulke werkzaamheden alleen
uitvoeren onder toezicht van geschoold
vakpersoneel.
1.1.6
Bedrijfsstoffen – brandstof/zaagkettingolie
Brandstof en zaagkettingolie alleen in daarvoor
toegelaten en gekenmerkte reservoirs transporteren en
bewaren.
Benzine is in hoge mate ontvlambaar.
Alleen in open lucht tanken. Tijdens het vullen niet roken!
Terwijl de motor draait of bij een hete machine mag de
tanksluiting niet geopend worden en mag geen benzine
bijgevuld worden.
Voor het vullen een trechter of een vulbuis gebruiken
zodat geen brandstof of kettingolie op de motor, de
behuizing of in de aardbodem kan terechtkomen.
Summary of Contents for BKS 35/35
Page 1: ...BKS 35 35 BKS 38 40 www al ko com 460 985 2007 9096 3107262 e f...
Page 188: ...RUS 1 1 1 1 1 1 1 18 16 1 1 2 1 1 3 1 1 4 1 1 5 1 1 6...
Page 189: ...RUS 2 3 1 1 6 1 ISO VG 100 1 1 6 2 kickback 1 2 20 ISO 9518 2 2 1 2 2...
Page 191: ...RUS 4 1 2 1 2 2 1 3 1 2 2 3 2 3 2 1 5 1 5 3 2 3 5 2 4 2 1 2 2 5 1 3 1 2 3 3 1 2 3 1 2 3 4 3 4...
Page 195: ...RUS 8 o 4 0 4 obr 18 2 3 19 3 4 D 18 5 2 1 1 2 3 2 1 4 5 5 3 20 1 20 1 20 2 2 21 1 3...
Page 197: ...RUS 10 5 9 30 1 2 3 4 5 6 7 6 6 1 2 45 6 2 3 2 1 27 C 27 E 1 27 C 2 27 D 3 5 27 F 1 10...
Page 199: ...RUS 12 8 Choke Choke...
Page 212: ...EST 13...
Page 225: ...LV 13...
Page 236: ......
Page 238: ......