![AL-KO BKS 35/35 Manual Download Page 69](http://html1.mh-extra.com/html/al-ko/bks-35-35/bks-35-35_manual_2887784069.webp)
NL 4
1. Kettingspanschroef (2/1) naar links tot de aanslag
draaien. De spanhaak (2/2) bevindt zich nu aan het
einde van de aanslag, in de richting van het
kettingtandwiel.
1. Geleiderail op beide geleidebouten (3/1) zetten en
zo ver in de richting van het kettingtandwiel
schuiven tot de spanhaak (2/2) in het gat (3/2) van
de geleiderail past.
3.2 Montage
zaagketting
Voor alle werkzaamheden aan de geleiderail en
de zaagketting:
−
motor uitschakelen
−
bougiestekker uittrekken
−
veiligheidshandschoenen dragen.
Looprichting van de zaagketting in acht nemen.
De snijkanten van de zaagtanden op de
bovenkant van de geleiderail wijzen naar voren
naar het railuiteinde.
1. Zaagketting op het kettingtandwiel (5/1) (achter de
koppeling (5/3)) en in de gleuf van de geleiderail
leggen.
2. Zaagketting rond het stuurspoor van de geleiderail
leiden en de zaagketting daarbij lichtjes in de
pijlrichting trekken.
3. Zaagketting boven de kettingvanger (5/2) leiden. De
zaagketting hangt aan de onderkant van de
geleiderail een beetje door.
4. Kettingspanschroef (2/1) een beetje aandraaien
(naar rechts draaien), tot de zaagketting tegen de
onderkant van de geleiderail ligt.
Bij het aanspannen van de kettingspanschroef
erop letten dat de spanhaak (2/2) niet uit het
boorgat van de geleiderail glijdt.
5. Geluiddemperafdekking monteren. Schroeven (1/3)
en moeren (1/2) handvast aandraaien.
3.3 Zaagketting
aanspannen
1. De zaagketting ter controle met de hand een beetje
doortrekken zodat ze juist op het kettingtandwiel en
in de geleiderail ligt.
2. Geleiderail aan het stuurspoor optillen en
kettingspanschroef naar rechts draaien tot de
zaagketting tegen de onderkant van de rail ligt.
3. Bevestigingsmoeren (1/2) vast aanspannen.
De zaagketting is juist aangespannen als ze in het
midden van de geleiderail ongeveer 3 – 4 mm opgetild en
met de hand licht doorgetrokken kan worden.
3.4
Controle van de kettingspanning
Kettingspanning vaak controleren aangezien nieuwe
zaagkettingen langer worden.
In
koude toestand
moet de zaagketting tegen de
onderkant van de geleiderail liggen, maar ze moet met
de hand doorgetrokken kunnen worden.
Bij
bedrijfstemperatuur
wordt de zaagketting langer en
hangt ze door.
De aandrijfschakels van de zaagketting mogen
niet uit de gleuf aan de onderkant van de
geleiderail komen – de zaagketting zou kunnen
losspringen. Zaagketting naspannen.
Geleiderail:
Ter voorkoming van een éénzijdige slijtage
van de geleiderail moet deze bij elke kettingvervanging
gedraaid worden.
Summary of Contents for BKS 35/35
Page 1: ...BKS 35 35 BKS 38 40 www al ko com 460 985 2007 9096 3107262 e f...
Page 188: ...RUS 1 1 1 1 1 1 1 18 16 1 1 2 1 1 3 1 1 4 1 1 5 1 1 6...
Page 189: ...RUS 2 3 1 1 6 1 ISO VG 100 1 1 6 2 kickback 1 2 20 ISO 9518 2 2 1 2 2...
Page 191: ...RUS 4 1 2 1 2 2 1 3 1 2 2 3 2 3 2 1 5 1 5 3 2 3 5 2 4 2 1 2 2 5 1 3 1 2 3 3 1 2 3 1 2 3 4 3 4...
Page 195: ...RUS 8 o 4 0 4 obr 18 2 3 19 3 4 D 18 5 2 1 1 2 3 2 1 4 5 5 3 20 1 20 1 20 2 2 21 1 3...
Page 197: ...RUS 10 5 9 30 1 2 3 4 5 6 7 6 6 1 2 45 6 2 3 2 1 27 C 27 E 1 27 C 2 27 D 3 5 27 F 1 10...
Page 199: ...RUS 12 8 Choke Choke...
Page 212: ...EST 13...
Page 225: ...LV 13...
Page 236: ......
Page 238: ......