Schellenberg TWIN 300, Руководство пользователя

Страница: 37 / 318

37
Alle instellingen van de DIP-schakelaars moeten zijn ingesteld vóór de inbedrijfstelling en vóór de stroomvoorziening
naar de besturing om het functioneren van de instellingen te kunnen garanderen.
SW1:
1. Slow: Optionele instellingen soft-start en soft-stop
ON: De motoren rijden bij het openen en sluiten met dezelfde snelheid tot de eindposities.
OFF: De motoren verminderen snelheid bij het sluiten en openen voor het bereiken van de eindposities (beschermt de versnelling).
2.-3. O Over_C2: Optionele krachtinstelling
De in de fabriek ingestelde krachten (waarde 1) zijn ontworpen voor een goede werking van (voor de bediening met deze
aandrijving bedoelde) standaarddeuren. Het in de fabrieksinstelling uitgeoefende vermogen moet in principe voldoende zijn
om de te bedienen deur volledig te openen en te sluiten. In de fabrieksinstelling is de aandrijving volgens de juridische of
relevante normen (zoals EN 12455, EN 12453, EN 60335-2-95) opgestelde eisen voor de aandrijvingskrachten en daarmee
de maximaal toegestane vermogensgrenzen. De door de aandrijving uit te oefenen krachten kunnen indien nodig op de
onderstaand beschreven manier worden verhoogd (waarden 2-4).
AANWIJZING
Dit moet bijvoorbeeld plaatsvinden wanneer de eindaanslag “deur-open“ of “deur-dicht“ in de fabrieksinstelling (waarde 1)
niet wordt bereikt. Dan moet de instelling voor het maximale vermogen geleidelijk worden verhoogd totdat de respectieve
eindaanslag wordt bereikt.
Gebruik tijdens de winter:
Wij raden aan om tijdens de wintermaanden de vermogensfase te verhogen wanneer de eindaanslag „deur-open” of „de-
ur-dicht” niet is bereikt in de fabrieksinstelling (waarde 1). Dan moet de instelling voor het maximale vermogen stapsgewijs
worden verhoogd totdat de respectieve eindaanslag is bereikt.
ATTENTIE
Een van de fabrieksinstelling (waarde 1) afwijkende verhoogde instelwaarde van krachten kan tot ernstig persoonlijk letsel
tot gevolg hebben. Ook kan dit levensgevaarlijk zijn en kan er materiële schade optreden.
Tijdens het open- en sluitproces verhoogt een van de fabrieksinstelling (waarde 1) afwijkende ingestelde toegenomen
vermogenswaarde de door de aandrijving uitgeoefende krachten voor het in- en uitslaan van de deur. Als de fabrieksinstellingen
worden gewijzigd, bestaat er knelgevaar – bijv. persoonlijk letsel of materiële schade in de omgeving van de deur – het
risico van ernstig persoonlijk letsel tot levensgevaar, evenals het risico van materiële schade, als er door een afwijking van
de fabrieksinstelling een verhoging van de krachtinstelling tot overschrijding van de bovengenoemde maximaal toegestane
krachtgrenswaarden kan leiden. Daartoe geldt:
Na elk van de fabrieksinstelling (waarde 1) afwijkende instelling van het vermogen (waarden 2-4) moet zorgen voor naleving
van de wettelijke, of door de relevante normen geldende vermogenslimieten, door een vakkundige persoon worden gecontroleerd,
worden genoteerd en gedocumenteerd om het beschreven gevaar voor lijf en leden alsmede schade aan eigendommen uit
te sluiten.
Verdere aanwijzingen op pagina 299
4.-6. Auto_C1 - Auto_C3: Optionele automatische sluitfunctie
Het hek sluit automatisch na de ingestelde tijd, zodra de definitieve eindpositie „geopend“ is uitgereden. De automatische
vergrendeling mag voor uw veiligheid alleen worden geactiveerd als het systeem in combinatie met een extra veiligheidsvoorziening,
zoals een lichtpaneel, wordt bediend. Verdere aanwijzingen op pagina 300
7. P_Mode: Optionele aanpassing voetgangersfunctie
ON: Druk op toets B van de draadloze afstandsbediening om slechts één elektrische deur te openen (in een hoek van 45°).
OFF: Voetgangersfunctie is uitgeschakeld. De aandrijving opent en sluit volledig.
8. Light: Optionele instelling signaallicht
Eventueel kan er een 24 V-signaallicht worden aangesloten.
ON: Het signaallicht knippert 3 seconden lang voordat de deur zich in beweging zet en tijdens het gehele open- en sluitproces.
OFF: Signaallicht knippert tijdens het gehele open- en sluitproces.
A VERKLARING EN UITLEG VAN DE SCHAKELAARS VOOR DE PROGRAMMERING