30
1.8. Geluidsinformatie
Emissiewaarde op de werkplaats
Robot 2 / Robot 3 / Robot 4, Type U L
pA
+ L
WA
83 dB (A) K = 3 dB
Robot 2 / Robot 3 / Robot 4, Type K L
pA
+ L
WA
75 dB (A) K = 3 dB
Robot 2 / Robot 3 / Robot 4, Type D L
pA
+ L
WA
72 dB (A) K = 3 dB
1.9. Vibraties (alle types)
Gewogen effectieve waarde van de versnelling 2,5 m/s² K = 1,5 m/s²
De aangegeven trillingsemissiewaarde werd met een genormde testmethode
gemeten en kan voor vergelijk met een ander apparaat gebruikt worden. De
aangegeven trillingsemissiewaarde kan ook voor een inleidende inschatting
van de uitzetting gebruikt worden.
VOORZICHTIG
De trillingsemissiewaarde kan zich tijdens gebruik van het apparaat van de
aangegeven waarde onderscheiden, afhankelijk van de manier en wijze waarop
het apparaat gebuikt wordt. Afhankelijk van de feitelijke gebruiksomstandigheden
(intermitterend) kan het noodzakelijk zijn veiligheidsmaatregelen te nemen voor
bescherming van de gebruiker.
2. Inbedrijfstelling
VOORZICHTIG
Transportgewichten van meer dan 35 kg moeten door ten minste 2 personen
worden gedragen. Gereedschapsset apart dragen. Bij het transport en bij het
opstellen van de machine dient er rekening mee te worden gehouden dat de
machine met en zonder onderstel een hoog zwaartepunt heeft, d.w.z. topzwaar
is.
2.1. Opstellen Robot 2U, 2K, 2D, Robot 3U, 3K, 3D, Robot 4U, 4K, 4D
Beide U-rails van de machine demonteren. De machine op de oliebak beves-
tigen. De gereedschapdrager op de glijstangen schuiven. De aandrukhendel
(8) achteraan door de plaat aan de gereedschapdrager schuiven en de klem-
ring (10) zo op de achterste glijstang schuiven, dat de vleugelschroef naar
achteren gericht is en de ringgroef vrij blijft. De slang met aanzuigfilter aan de
binnenkant door het gat van de oliebak steken en op de koelsmeerpomp
aansluiten. Het andere slangeinde op de nippel aan de achterzijde van de
gereedschapdrager schuiven. De handgreep (9) op de aandrukhendel steken.
De machine met de 3 bijgeleverde schroeven op de werkbank of het onderstel
(toebehoren) bevestigen. Voor het transport kan de machine vooraan aan de
glijstangen en achteraan aan een in de klauw- en geleidingsplaat geklemde
buis worden opgetild. Voor het transport op het onderstel worden in de ogen
aan het onderstel buisstukken Ø ¾" met een lengte van ca. 60 cm geschoven
en met de vleugelschroeven bevestigd. Als de machine niet moet worden
getransporteerd, kunnen de beide wielen van het onderstel worden verwijderd.
Vullen met 5 liter draadsnijolie. De spanenbak inzetten.
LET OP
De machine nooit zonder draadsnijolie gebruiken.
De geleidingsbout van de snijkop (12) in het gat van de gereedschapdrager
steken en de snijkop met axiale druk op de geleidingsbout en met zwenkende
bewegingen tot aan de aanslag schuiven.
2.2. Opstellen Robot 2U-L, 2K-L, 2D-L, Robot 3U-L, 3K-L, 3D-L, Robot 4U-L,
4K-L, 4D-L (Fig. 2)
De machine met de 4 bijgeleverde schroeven op de werkbank of het onderstel
(toebehoren) bevestigen. Voor het transport kan de machine vooraan aan de
glijstangen en achteraan aan een in de klauw- en geleidingsplaat geklemde
buis worden opgetild. De gereedschapdrager op de glijstangen schuiven. De
aandrukhendel (8) achteraan door de plaat aan de gereedschapdrager schuiven
en de klemring (10) zo op de achterste glijstang schuiven, dat de vleugelschroef
naar achteren gericht is en de ringgroef vrij blijft. De handgreep (9) op de
aandrukhendel steken. De oliebak aan de beide aan de behuizing aangebrachte
schroeven ophangen en naar rechts zijwaarts in de sleuven schuiven. De
oliebak in de ringgroef aan de achterste glijstang hangen. De klemring (10) tot
aan de aanslag op de ophanging van de oliebak schuiven en vastklemmen.
De slang met aanzuigfilter in de oliebak hangen en het andere slangeinde op
de nippel aan de achterzijde van de gereedschapdrager schuiven.
Vullen met 2 liter draadsnijolie. De spanenbak achteraan inzetten.
LET OP
De machine nooit zonder draadsnijolie gebruiken.
De geleidingsbout van de snijkop (12) in het gat van de gereedschapdrager
steken en de snijkop met axiale druk op de geleidingsbout en met zwenkende
bewegingen tot aan de aanslag schuiven.
2.3. Elektrische aansluiting
WAARSCHUWING
Neem de netspanning in acht! Alvorens de draadsnijmachine aan te sluiten,
dient te worden gecontroleerd of de spanning die op het typeplaatje is aangegeven,
overeenkomt met de netspanning.
Sluit de draadsnijmachine van de bescherm-
klasse I uitsluitend aan op contactdozen of verlengkabels met een functi-
onerende randaarding. Er bestaat het risico van een elektrische schok. Op
bouwplaatsen, in vochtige omgevingen, in binnen- en buitenruimten of bij
soortgelijke opstellingen mag de draadsnijmachine uitsluitend op het net worden
aangesloten via een aardlekschakelaar die de stroomtoevoer onderbreekt zodra
de lekstroom naar de aarde gedurende 200 ms de 30 mA overschrijdt.
De draadsnijmachine wordt met een voetschakelaar (4) in- en uitgeschakeld.
De schakelaar (3) dient voor het instellen van de draairichting resp. snelheid.
De machine kan alleen worden ingeschakeld, als de noodstopschakelaar (5)
ontgrendeld is en de thermische beveiliging (6) op de voetschakelaar ingedrukt
is. Als de machine direct op het net wordt aangesloten (zonder stekker), dan
moet een contactverbreker van 16 A worden geïnstalleerd.
2.4. Draadsnijoliën
Gebruik uitsluitend ROLLER’S draadsnijoliën. Deze zorgen voor vlekkeloze
snijresultaten, een hoge standtijd van de snijmessen en een aanzienlijke
ontlasting van de machine.
LET OP
De draadsnijolie
ROLLER’S Smaragdol is hooggelegeerd en bruikbaar voor
alle soorten pijp- en boutendraad. Hij is met water uitwasbaar (door deskundigen
gekeurd). Draadsnijoliën op basis van minerale olie zijn in verschillende landen
niet toegestaan voor drinkwaterleidingen, bijv. in Duitsland, Oostenrijk en
Zwitserland. Gebruik in dit geval ROLLER’S Rubinol, dat geen minerale olie
bevat. Neem de nationale voorschriften in acht.
De draadsnijolie
ROLLER’S Rubinol bevat geen minerale olie, is synthetisch,
volledig wateroplosbaar en heeft de smeerkracht van minerale olie. Hij is
bruikbaar voor alle soorten pijp- en boutendraad. Hij moet in Duitsland, Oosten-
rijk en Zwitserland voor drinkwaterleidingen worden gebruikt en voldoet aan
de desbetreffende voorschriften (DVGW-keuringsnr. DW-0201AS2031; ÖVGW-
keuringsnr. W 1.303; SVGW-keuringsnr. 7808-649). Neem de nationale voor-
schriften in acht.
LET OP
Alle draadsnijoliën uitsluitend onverdund gebruiken!
2.5. Materiaalondersteuning
VOORZICHTIG
Buizen en stangen vanaf 2 m lengte moeten aanvullend worden ondersteund
met ten minste één in hoogte verstelbare materiaalsteun ROLLER’S Assistent
3B. Deze heeft stalen kogels voor een probleemloos bewegen van de buizen
en stangen in alle richtingen, zonder kantelen van de materiaalondersteuning.
2.6. Onderstel, verrijd- en inklapbaar (toebehoren)
VOORZICHTIG
Het opgeklapte, verrijd- en inklapbare onderstel komt zonder gemonteerde
draadsnijmachine, na het ontgrendelen vanzelf snel omhoog. Daarom dient
het onderstel tijdens het ontgrendelen aan de handgreep naar beneden te
worden gedrukt en bij het omhoogkomen met beide handen aan de handgrepen
te worden tegengehouden.
Het verrijd- en inklapbare onderstel is alleen voor ROLLER’S Robot tot 2"
toegestaan. Bij het omhoogkomen met gemonteerde draadsnijmachine het
onderstel met één hand aan de handgreep vasthouden, een voet op de dwars-
balk zetten en door aan de draaihendel te draaien de beide grendelbouten
ontgrendelen. Daarna het onderstel met beide handen vasthouden en de
machine op werkhoogte brengen, tot de beide grendelbouten vastklikken. Om
het onderstel in te klappen, in omgekeerde volgorde te werk gaan. Vóór het
uit- resp. inklappen de draadsnijolie uit de oliebak aflaten resp. de oliebak
wegnemen.
3. Bedrijf
Gebruik oogbescherming
Gebruik gehoorbescherming
3.1. Gereedschappen
De snijkop (12) is universeel, d.w.z. voor alle bovengenoemde draadsoorten,
verdeeld over 2 gereedschapsets, is slechts één enkele snijkop nodig. Voor
het snijden van conische pijpdraden moet de lengteaanslag (13) in het verlengde
van de sluit- en openingshendel (14) staan. De snijkop opent dan automatisch
wanneer de normlengte van de draad bereikt is. Om lange cylindrische schroef-
draden en boutendraden te kunnen snijden, wordt de lengteaanslag (13)
weggeklapt.
Draadsnijmessen vervangen
De draadsnijmessen kunnen zowel bij gemonteerde als bij een afgenomen
snijkop (bijvoorbeeld op de werkbank) gebruikt en/of vervangen worden.
Daarvoor moet de klemhendel (15) worden losgemaakt, maar mag er niet
volledig afgeschroefd worden. Verstelschijf (16) op de greep van de klemhendel
tot in de eindpositie wegschuiven. In deze positie worden de snijkussens
gedemonteerd en gemonteerd. Er dient op gelet te worden dat de aan de
onderkant van de snijmessen opgegeven draadgrootte met de te snijden
schroefdraad overeenkomt. Bovendien dienen de, eveneens op de achterkant
van de snijkussens aangegeven, nummers met die op de houder van de snij-
kussens (17) overeen te stemmen.
De snijmessen zo ver in de snijkop schuiven tot de zich in de gleuf van de
snijmessenhouder bevindende kogel, inklikt. Als alle snijmes sen zijn gemonteerd,
wordt door het verschuiven van de verstelschijf de gewenste draadgrootte
ingesteld. Voor boutendraden de snijkop altijd op „BOLT“ instellen. De verstel-
schijf via de klemhendel vastklemmen. De snijkop sluiten. Daartoe de sluit- en
openingshendel (18) krachtig naar rechts-onder drukken. De snijkop opent of
automatisch (bij conische pijpdraden) of is altijd met de hand te openen door
de sluit- en openingshendel naar links te drukken.
nld nld