Redarc BCDC1225, Руководство пользователя

Страница: 25 / 40

25
PRODUKTFUNKTIE
Drempelwaarden in- / uitschakelen
Input 12V Voertuiginput 24V Voertuiginput Solar
Input Triggerin-
stellingen
Standaard
Laag
Voltage
Standaard
Laag
Voltage
N/A
Input Open
Circuit Lage
Voltagevoor-
waarden *
1
Inschakelen
BOVEN
13,2V 12,0V 26,4V 24,0V 9,0V
Uitschakelen
ONDER
12,7V 11,9V 25,4V 23,8V 9,0V
Input geladen
Lage spannings-
voorwaarden*
2
Onmiddellijk
uitschakelen
ONDER
8,0V 16,0V 9,0V
Na 20s
uitschakelen
ONDER
9,0V 18,0V N/A
Input Over
voltage
uitschakelen
Inschakelen
ONDER
15,5V 32,0V
Onmiddellijk
uitschakelen
BOVEN
16,0V 32,5V 33,0V
Na 20s
uitschakelen
BOVEN
15,6V 32,1V N/A
Output Under
voltage
uitschakelen *
1
Uitschakeling als Outputaccu < 0.1V
* 1 Elke 100 seconden getest.
* 2 Doorlopend getest.
Er is een maximale vertraging van 20 seconden voordat de oplader een output
produceert telkens wanneer er een bron in het systeem wordt geïntroduceerd, zodat
het apparaat optimale invoer en effectieve accu isolatie biedt.
Foutcodes
In het geval van een fout bij het installeren van het apparaat, accu dan wel zon-
nepaneel, gaan ALLE LED’s op het apparaat knipperen om het type fout aan te geven.
Knipperende sequenties worden in de onderstaande tabel beschreven.
LED Status Beschrijving
1 flits (1 flits gevolgd door 3,5 seconden uit) Interne Hardware Fout
2 flitsen (2 flitsen gevolgd door 3,5 seconden uit) Apparaat onder temperatuur fout
3 flitsen (3 flitsen gevolgd door 3,5 seconden uit) Apparaat boven temperatuur fout
4 flitsen (4 flitsen gevolgd door 3,5 seconden uit) Outputaccu fout (Voltages te hoog)
5 flitsen (5 flitsen gevolgd door 3,5 seconden uit) Input onder voltage (Accu)
6 flitsen (6 flitsen gevolgd door 3,5 seconden uit) Input over voltage (Accu of zonnepaneel)
TROUBLESHOOTING
Er zijn geen helemaal geen LED’s ON …
Dit geeft aan dat er geen accu is aangesloten aan de output (BRUINE draad) of dat de accu niet op een
geschikt voltageniveau is om te worden opgeladen
EN de input (GELE/RODE draad) van de oplader is
niet aangesloten.
1. Controleer alle bedradingen van de oplader en de accu, in het bijzonder de Aarddraad (ZWARTE
draad).
2. Controleer of zekeringen intact zijn en correct zijn aangesloten.
Als het probleem niet is opgelost, neem dan contact op met uw plaatselijke auto elektromonteur.
De ‘Laadprofiel’ LED knippert…
Dit geeft aan dat de Output of de Input niet werkt.
Specifiek is een hulpaccu, op een geschikt spanningsniveau om opgeladen te worden, aangesloten
op de uitgang van de lader. Er is momenteel echter geen geldige laadbron
OF er is wel een geldige
laadbron, maar de hulpaccu is niet op een aannemelijk voltageniveau op te worden opgeladen of hij
is niet aangesloten.
1. Contoleer of het voertuig (RODE draad) en/of Solar (GELE draad) elektrisch zijn aangesloten
a. Het voertuig (RODE draad) moet direct aangesloten zijn op de positieve pool van de
Voertuigaccu via een zekering met voldoende capaciteit
b. De Solar (GELE draad) moet direct verbonden zijn met de positieve pool/draad van het
Zonnepaneel.
2. Controleer of de Aarddraad (ZWARTE draad) aangesloten is op de hulpaccu en de aarde van het
chassis en/of zonnepaneel negatieve pool/draad.
3. Contoleer of de hulpaccu boven 0,1V is
4. Controleer alle bedradingen naar de Hulpaccu, in het bijzonder de Aarddraad (ZWARTE draad).
5. Controleer of zekeringen intact zijn en correct zijn aangesloten.
Als het probleem nog niet is opgelost, zie de relevante punten hieronder.
Ik heb Solar aangesloten, maar de ‘Solar’ LED is OFF…
Dit geeft aan dat niet aan de vereiste inschakelvoorwaarden voor deze bron is voldaan. De open
circuitspanning op de GELE draad op de lader is lager dan 9V of er is onvoldoende vermogen
beschikbaar van het zonnepaneel (vanwege slechte lichtomstandigheden of een defect paneel).
1. Schijnt de zon? Geen of weinig zonlicht betekent laag vermogen in uw zonnepanelen.
2. Controleer of het zonnepaneel niet in de schaduw staat (van bv een boom)
3. Controleer of het voltage op de GELE draad, zo dicht mogelijk bij de oplader, boven de 9V is.
4. Controleer alle bedrading op het zonnepaneel, in het bijzonder de Aarddraad (ZWARTE draad).
5. Zorg dat u een niet gereguleerd zonnepaneel hebt.
Wacht tenminste 2 minuten nadat er een wijziging om de eenheid de ingang te laten herkennen. Neem
contact op met uw plaatselijke auto-elektricien als het probleem zich nog steeds voordoet.
De BCDC is op het ‘Voertuig’ aangesloten, maar het voertuig LED is OFF…
Dit geeft aan dat niet aan de vereiste ON-voorwaarden voor deze bron is voldaan OF de zonneinput
voldoet aan de volledige vereisten voor het inputvermogen van de oplader. Als de BLAUWE draad niet
is aangesloten, moet de spanning op de RODE draad hoger zijn dan 13,2 V voor een 12V-installatie of
hoger dan 26,4V voor een 24V-installatie. Als de BLAUWE draad is aangesloten op Contact, moet het
contact aanstaan en de voltage RODE draad hoger zijn dan 12,0V voor een 12V-installatie of hoger dan
24,0V voor een 24V-installatie.
1. Controleer of het voertuig draait.
2. Controleer of het voltage op de RODE draad boven de vereiste ON-drempelwaarde voor uw
installatie is.
3. Controleer alle bedradingen van de Voertuigaccu, in het bijzonder de Aarddraad (ZWARTE draad).
Als het probleem niet is opgelost, neem dan contact op met uw plaatselijke auto electromonteur.
VEELGESTELDE VRAGEN
V: De BCDC schakelt in bij 13,2V(12V) en uit bij 12,7V(11,9V), maar u zegt dat het tot
9V functioneert, uitleg? (Cijfers tussen haakjes verwijzen naar Smart Alternator
‘Laag Voltage’ gebruik)
A: Elke 100 seconden schakelt de BCDC uit om de ongeladen voltage aan de accu
te meten. Wanneer de BCDC wordt uitgeschakeld, wordt er geen belasting van de
startaccu getrokken, zonder belasting betekent dit dat er geen spanningsval over
de kabel loopt. Hierdoor kan de BCDC de werkelijke accuvoltage of de voltage op de accu meten.
Als deze werkelijke accuvoltage lager is dan 12,7 V (11,9 V), wordt de BCDC UITGESCHAKELD. Op
elk ander moment tijdens het laadproces, als de voltage op de BCDC onder 9V daalt, wordt de BCDC
UITGESCHAKELD.
V: Hoe laadt de BCDC een hulpaccu bij 14V op wanneer deze maar 9V krijgt?
A: De BCDC kan als een reductor zowel als een booster fungeren, zodat deze kan werken vanaf
een voltage hoger dan of gelijk aan de gewenste outputvoltage. De eenheid is ook door een
microprocessor geregeld, waardoor deze een eigen REDARC eigen laadalgoritme output, onafhankelijk
van de invoer. Hierdoor kan het apparaat specifiek voor het accutype opladen, zelfs als de inputvoltage
laag is vanwege spanningsval.
V: Wat doet de lader als de temperatuur eromheen hoger wordt dan de gebruikstemperatuur?
A: Naarmate de temperatuur van de BCDC boven een bepaald niveau stijgt, wordt de stroomcapaciteit
van de output geleidelijk verlaagd om zowel de accu als de BCDC-eenheid te beschermen.
V: Als ik de BCDC gebruik om mijn hulpaccu op te laden, moet ik dan toch nog een accu-isolator
installeren?
A: De BCDC heeft de functionaliteit van een accu-isolator, deze schakelt IN en begint op te laden wanneer
hij merkt dat het voertuig is gestart en op dezelfde manier wordt hij UITGESCHAKELD wanneer het
voertuig wordt UITGESCHAKELD.
V: Ik heb gehoord dat je geen 2 accu’s van verschillende makelij van dezelfde bron mag opladen.
Krijg ik problemen als ik mijn AGM of Gel hulpaccu oplaad van mijn Loodzuur startaccu?
A: De BCDC linkt de accu’s niet met elkaar zoals een isolator dat doet, het is een DC-DC accuoplader.
De output van het apparaat is specifiek afgestemd op het geselecteerde type outputaccu en maakt
daarom het optimaal opladen van de hulpaccu mogelijk, ongeacht de chemie van uw startaccu.
V: Kan de BCDC tegelijkertijd opladen via zonne- en voertuigstroom?
A: Ja. De BCDC zal altijd proberen eerst stroom te leveren vanuit de zonnebron (indien beschikbaar) en
zal deze invoer aanvullen met stroom van de voertuigbron (indien beschikbaar).
V: Kan de BCDC met slechts één ingang voor een stroominput werken?
A: Ja. De BCDC werkt als een standalone zonnecelregelaar wanneer alleen Solar (GEEL draad) is
aangesloten of het werkt als een DC-oplader wanneer alleen het voertuig (RODE draad) is aangesloten.
NL