UItzondering voor toestellen met
mono-fase.
• Deze toestellen kunnen aangesloten
worden met behulp van een slang in
elastomeer aan de vaste mechanische
verbinding; gebruik alleen “AGB/BGV”
erkende slangen.
• Twee types van elastomeerslangen: tot
1 april 2005 waren er 2 types van flexi-
bele buizen in elastomeer verkrijgbaar:
- het oude type (asymmetrisch) bevat
een vast verdeelstuk aan het toestel
en een buisfitting met vlak verbin-
dingstuk aan de gaskraan;
- het nieuwe type (symmetrisch) bevat
aan elke kant een buisfitting met vlak
verbindingstuk; uiteindelijk zal alleen
het symmetrische model beschikbaar
zijn.
Indien het toestel nieuw geplaatst wordt
of vervangen wordt, moet men altijd het
symmetrische type gebruiken.
Aansluiting
Oude toestellen zijn uitgerust met een
kegelvormige aansluiting ISO 7-1 - de
slang wordt als volgt aangebracht:
1. breng een afdichtingsproduct aan op
het net van het toestel: teflon of
afdichtingsmix evenals kunstvezelstof;
2. breng het tussenstuk (cylindrisch bin-
nendraad ISO 7-1 cylindrisch buiten-
draad ISO 228-1) met twee sleutels op
het toestel aan;
3. controleer of het afdichtingstuk goed
ingebracht is in het verloopstuk van de
elastmeerslang (nieuw model);
4. breng de elastomeerslang aan beide
kanten met de hand aan;
5. geef nog een halve draai met de sleutel;
6. open de gaskraan en controleer met
behulp van zeepproducten dat er geen
gaslekken (zeepbellen) zijn aan de
aansluiting.
De nieuwe toestellen zijn uitgerust met
een aansluiting ISO 228-1; voor de aans-
luiting volg fase 3, 4, 5, en 6 zoals hierbo-
ven beschreven.
Voorzorgsmaatregelen:
• de flexibele buis moet zo worden aan-
gebracht dat ze niet gewrongen,
samengedrukt zit en niet kan bewegen;
• de flexibele buis moet zo worden aan-
gebracht dat ze niets aanraakt;
• de kromming moet tenminste 10 keer
de buitendiameter zijn;
• ze mag niet in contact komen met
warme wanden;
• breng ze aan op een gemakkelijk te
bereiken plaats zodat u ze over heel de
lengte kan controleren;
• ze mag niet aan de zon of ultraviolet
stralen blootgesteld worden of in een
verwarmde plaats staan.
Regelmatige controle en vervanging
Minstens eenmaal per jaar moet de slang
gecontroleerd worden op elke zichtbare
verslechtering; de slang moet uiterlijk op
de aangegeven datum vervangen wor-
den.
BELANGRIJK:
Gebruik voor het aanschroeven van de
onderdelen twee sleutels (zie afb. 9.5).
Controleer na voltooiing van de aan-
sluiting met behulp van een zeepop-
lossing en nooit met een vlam of de
verbindingen gasdicht zijn.
Afb. 9.5
45