VERLICHTING
Bij het instellen van de knop in deze
positie, licht het ovenlampje op.
De oven blijft verlicht als de schakelaar
op één van de funkties is ingesteld.
TRADITIONEEL
KOKEN-CONVECTIE
Werking van de onder- en bovenweer-
stand.
De warmte wordt door natuurlijke con-
vectie verspreid en de temperatuur
moet geregeld worden van 50° tot 250
°C met de thermostaatknop. De oven
dient voorverwarmd te worden alvorens
de gerechten in de oven te plaatsen.
In de
stand treedt de draaispitmotor
in werking.
Aangeraden Gebruik:
Voor gerechten die volledig gaarge-
kookt moeten worden.
Vb: gebraad, varkensribben, schuimge-
bak (meringue).
ROOSTEREN MET DE
GRILL
Werking van de elektrische weerstand
met infra-roodstraling.
Met de ovendeur dicht gebruiken en
met de thermostaatknop op een stand
tussen 50° en 225°C voor ten hoogste
15 minuten en vervolgens op 175°C.
In de
stand treedt de draaispitmotor
in werking.
Voor een correct gebruik verwijzen wij
naar het hoofdstuk “ROOSTEREN EN
GRATINEREN” .
Aangeraden Gebruik:
Traditioneel roosteren met de grill, bra-
den, bruinen, gratineren, roosteren, enz.
De grill niet langer dan 30 min.
gebruiken.
Opgelet : tijdens de werking van de
oven is de ovendeur warm. Houdt de
jonge kinderen op afstand.
BAKSTANDENSCHAKELAAR
(Afb. 5.1)
Draai de knop met de klok mee om één
van de bakstanden in te stellen.
KOKEN MET DE GRILL
De oven moet voorverwarmd worden
gedurende 5 minuten.
Voor gebruik moet de deur van de oven
gesloten zijn.
Het gerecht op het ovenroosterplaatsen
dat zo hoog mogelijk in de oven wordt
geschoven.
Breng de ovenschaal onder de grill aan,
om het vet en de sappen op te vangen.
Attentie: Voor gebruik moet de deur
van de oven gesloten zijn.
De grill niet langer dan 30 min.
gebruiken.
Attentie: tijdens het gebruik wordt de
ovendeur zeer heet.
Houd kinderen weg van de oven.
THERMOSTAAT
(Afb. 5.2)
De verwarmingselementen van de oven
worden ingeschakeld door de knop op
de gewenste functie te plaatsen en door
de thermostaatknop op de gewenste
temperatuur in te stellen (van 50° tot 250
°C ).
De controle van de werking (ON-OFF)
van de verwarmingselementen wordt uit-
gevoerd door de thermostaat; zijn wer-
king wordt aangegeven door het lampje
op het knoppenbord.
18