L
Afb. 9.1
9 - GASGEDEELTE
R
T
De wanden van de naast het
fornuis opgestelde de meubels
moeten uit hittebestendig mate-
riaal vervaardigd zjin.
GASAANSLUITING
De installatie mag uitsluitend worden
uitgevoerd door een gekwalificeerd elek-
tricien, in overeenstemming met de
lokaal geldende voorschriften.
Vóór de installatie moet men verifiëren
of het plaatselijk distributienet (type
van gas en druk) en de karakteristie-
ken van het toestel compatibel zijn.
De karakteristieken staan aangeduid
op de plaat of op het etiket.
Het fornuis is bij levering klaar voor
gebruik met het type gas dat op het eti-
ket op het toestel is vermeld.
Verzeker u ervan dat de ruimte waarin
het fornuis geïnstalleerd wordt goed
geventileerd is, in overeenstemming met
de geldende voorschriften.
Ook de aansluiting op de gasaanvoer-
buis of gasfles moet aan de geldende
voorschriften voldoen.
De gasaanvoerbuis wordt aan de ach-
terkant van het fornuis (Afb. 9.1) aange-
sloten op de R of L gasinlaat; de aan-
sluitbuis mag niet langs de achterkant
van het apparaat lopen.
De niet-gebruikte gasinlaat moet wor-
den afgesloten met de plug (T) en
afdichtingsring.
41