8 POWER-schakelaar
9 Regelaar AUDIO SENS. voor het instellen van
de drempelwaarde bij de muziekgestuurde weer-
gave van een scènesequentie
10 Toets FLASH MODE voor de functieselectie van
de flash-toetsen (12):
basisinstelling (rode LED FL. CH. licht op)
Wanneer u een flash-toets (12) ingedrukt
houdt, wordt het bijbehorende besturingska-
naal onafhankelijk van de regelaar MASTER
LEVEL (15) ingesteld op de maximumwaarde
255, wanneer deze functie voor het overeen-
komstige besturingskanaal is toegelaten
(hoofdstuk 4.4.2). Daarmee kunt u bijvoor-
beeld een schijnwerper op maximale helder-
heid instellen.
1ste keer drukken op de toets (gele LED
FL. GRP. licht op)
Wanneer u één van de vijf flash-toetsen van
links ingedrukt houdt, worden de tot een
flash-groep samengevoegde besturingska-
nalen (hoofdstuk 5.4.1) op de maximum-
waarde ingesteld.
2de keer drukken op de toets (groene LED
SH. VAL. licht op)
Door op een flash-toets te drukken, verschijnt
de huidige DMX-waarde van het betreffende
kanaal op het display.
3de keer drukken op de toets: basisinstelling
11 LED STICK CTRL voor het 1ste en 2de bestu-
ringskanaal van elke kanaalgroep; licht op, wan-
neer op de toets STICK CONTROL ASSIGN 1/2
(17) werd gedrukt. De kanalen 1 en 2 (resp. 13 +
14; 25 + 26 ... 85 + 86) kunt u met de besturings-
hendel MOTION CONTROL (18) instellen.
12 Flash-toetsen; functies zie item 10
13 LED STICK CTRL voor het 7de en 8ste bestu-
ringskanaal van elke kanaalgroep; licht op, wan-
neer op de toets STICK CONTROL ASSIGN 7/8
(19) werd gedrukt. De kanalen 7 en 8 (resp. 19 +
20; 31 + 32 ... 91 + 92) kunt u met de besturings-
hendel MOTION CONTROL (18) instellen.
14 Schuifregelaars om de aangesloten lichteffect-
apparatuur te sturen
15 Regelaar MASTER LEVEL om de huidige scène
te dimmen
Alle waarden van de besturingskanalen die door
de regelaar MASTER LEVEL mochten worden
beïnvloed (hoofdstuk 4.4.2), kunnen samen met
deze regelaar worden verminderd.
16 Regelaar MANUAL CROSSFADE om manueel
van de ene naar de andere scène te mengen;
hiervoor moet u de regelaar C.F. TIME (7) hele-
maal naar rechts draaien (stand MAN), zodat de
groene LED onder de regelaar MANUAL CROSS-
FADE oplicht
17 Toets STICK CONTROL ASSIGN 1/2
Bij ingedrukte toets licht de LED STICK CTRL (11)
op, en het 1ste en 2de besturingskanaal van de
geselecteerde kanaalgroep kunt u instellen met
de besturingshendel MOTION CONTROL (18).
18 Besturingshendel; werking zie toetsen STICK
CONTROL ASSIGN, items 17 en 19
19 Toets STICK CONTROL ASSIGN 7/8
Bij ingedrukte toets licht de LED STICK CTRL (13)
op, en het 7de en 8ste besturingskanaal van de
geselecteerde kanaalgroep kunt u instellen met
de besturingshendel MOTION CONTROL (18).
20 Toets TAP SPEED; door tweemaal op de toets te
drukken, kunt u de afspeelsnelheid van een scè-
nesequentie instellen [alternatief voor regelaar
SEQUENCER SPEED (5)]
21 Toets ESC/SETUP om het configuratiemenu op
te roepen en te verlaten
22 Toets STORE/PRG om een scène (hoofdstuk 6.1)
resp. een scènesequentie (hoofdstuk 7.1) op te
slaan
23 Cursortoetsen
en
voor het selecteren van
een geheugenbank; bij een opgeroepen configu-
ratiemenu om vooruit en achteruit te gaan naar
de afzonderlijke parameters, en in de sequentie-
modus om afzonderlijke sequentiestappen te
selecteren.
24 Toets DELETE om alle besturingskanalen te
resetten (hoofdstuk 5.1 en 6.1), en om één scè-
nesequentie (hoofdstuk 7.1.2) resp. individuele
sequentiestappen (hoofdstuk 7.1.5) te wissen;
telkens in combinatie met de toets STORE/PRG
(22)
25 Toets INSERT om sequentiestappen in een scè-
nesequentie in te voegen (hoofdstuk 7.1.4)
26 Toets SEQUENCE om een scènesequentie weer
te geven, te beëindigen of te programmeren
27 Toets BANK/AUDIO; nadat u op deze toets hebt
gedrukt, kunt u de twee cijfers van het banknum-
mer met de cijfertoetsen (2) invoeren; in de
sequentiemodus start u met de toets een scène-
sequentie die muziekgestuurd moet worden
weergegeven (hoofdstuk 7.2)
28 Toets FULL ON stelt alle voor deze functie toe-
gelaten besturingskanalen (hoofdstuk 4.4.2) in
op de maximumwaarde
Hiermee kunt u bijvoorbeeld alle DMX-apparaten
op de maximale helderheid instellen zonder
andere functies zoals draaien, kantelen, kleur- of
Gobo-wissel te beïnvloeden.
29 Toets BLACKOUT, reset alle voor deze functie
toegelaten besturingskanalen (hoofdstuk 4.4.2)
Hiermee kunt u bijvoorbeeld alle DMX-apparaten
dimmen.
1.2 Achterzijde
30 Netsnoer voor aansluiting op een stopcontact
(230 V~ /50 Hz)
31 DMX-signaaluitgangen
1 = massa, 2 = DMX-, 3 = DMX+, 4 en 5 = niet
aangesloten
Naargelang er een DMX-ingang op het eerste
lichteffectapparaat beschikbaar is, sluit u de drie-
polige of de vijfpolige XLR-jack aan op het lich-
teffectapparaat; verbind de uitgang van het eer-
ste lichteffectapparaat met de ingang van het
volgende apparaat etc.
32 Stereo-audio-ingang voor aansluiting van een
audioapparaat met lijnuitgang (0,1 – 2 V) om de
8 Interruptor POWER ON/OFF
9 Potenciómetro AUDIO SENS. para reglar el
limite de activación en el caso de un desarrollo
controlado por música de una secuencia de
escenas
10 Tecla FLASH MODE para la selección de funcio-
nes de las teclas Flash (12):
Reglaje de base: (el LED rojo FL. CH. brilla):
Cuando mantiene pulsada una tecla Flash
(12), independientemente del potenciómetro
MASTER LEVEL (15), el canal de control
correspondiente se regula sobre el valor má-
ximo de 255 si esta función está autorizada
para el canal de control correspondiente
(cap. 4.4.2). Así puede p. ej. conmutar un
proyector en luminosidad máxima.
Primera presión (el LED FL. GRP. amarillo brilla)
Cuando mantiene pulsada una de las cinco
teclas Flash (de izquierda), los canales de
control juntados en un grupo Flash (cap. 5.4.1)
se conmutan sobre el valor máximo.
Segunda presión (el LED SH. VAL. verde brilla)
Si pulsa una tecla Flash, el valor DMX actual
del canal correspondiente se indica en el dis-
play.
Tercera presión: reglaje de base
11 Mensaje STICK CTRL para los canales de con-
trol 1 a 2 de cada grupo de canales; brilla si la
tecla STICK CONTROL ASSIGN 1/2 (17) está
pulsada. Los canales 1 y 2 (o 13 + 14; 25 + 26 …
85 + 86) se pueden regular con la palanca de
mandos MOTION CONTROL (18).
12 Teclas Flash: vea posición 10 para las funciones
13 Mensaje STICK CTRL para los canales de con-
trol 7 y 8 de cada grupo de canales; brilla si la
tecla STICK CONTROL ASSIGN 7/8 (19) está
pulsada. Los canales 7 y 8 (o 19 + 20; 31 + 32 …
91 + 92) pueden regularse con la palanca de
mandos MOTION CONTROL (18).
14 Potenciómetros de reglaje para regular los efec-
tos de luz conectados
15 Potenciómetro MASTER LEVEL para dimmer la
escena en curso.
Todos los valores de los canales de control para
los cuales está autorizado una influencia me-
diante el MASTER LEVEL (capítulo 4.4.2) pue-
den disminuir juntos con este potenciómetro.
16 Potenciómetro MANUAL CROSSFADE para una
transición manual de una escena sobre la otra;
gire el potenciómetro C.F. TIME (7) totalmente
hacia la derecha (posición MAN) de manera que
el LED verde debajo del potenciómetro MANU-
AL CROSSFADE se ilumine.
17 Tecla STICK CONTROL ASSIGN 1/2
Cuando la tecla está activada, el LED STICK
CTRL (11) brilla y los canales de control 1 y 2 del
grupo de canales seleccionado se pueden regu-
lar con la palanca de mandos MOTION CON-
TROL (18).
18 Palanca de mandos; vea párrafos 17 y 19, teclas
STICK CONTROL ASSIGN para la función
19 Tecla STICK CONTROL ASSIGN 7/8
Cuando la tecla está activada, el LED STICK
CTRL (13) brilla y los canales de control 7 y 8 del
grupo de canales seleccionado puede regular-
se con la palanca de mandos MOTION CON-
TROL (18).
20 Tecla TAP SPEED; por una doble presión, puede
regular la velocidad de desarrollo de una se-
cuencia de escena [alternativamente al poten-
ciómetro SEQUENCER SPEED (5)].
21 Tecla ESC/SETUP para seleccionar y salir del
menú de configuración
22 Tecla STORE/PRG para memorizar una escena
(capítulo 6.1) y memorizar una secuencia de
escenas (capítulo 7.1)
23 Teclas cursor
y
para seleccionar un banco
de memorias; cuando el menú de configuración
está seleccionado, sirven para avanzar o retro-
ceder a los parámetros individuales y en modo
secuencia para seleccionar las etapas individua-
les de secuencia.
24 Tecla DELETE: para conmutar todos los canales
de control en el valor cero (cap. 5.1 y 6.1) y para
borrar una secuencia de escenas (cap. 7.1.2) o
las etapas individuales de secuencia (cap.
7.1.5); respectivamente en combinación con la
tecla STORE/PRG (22).
25 Tecla INSERT para insertar etapas de secuencia
en una secuencia de escenas (capítulo 7.1.4)
26 Tecla SEQUENCE para desarrollar, acabar o
programar una secuencia de escenas
27 Tecla BANK/AUDIO; una vez esta tecla activa-
da, es posible seleccionar el número de dos ci-
fras del banco con las teclas numéricas (2); en
modo secuencia, la tecla sirve para arrancar una
secuencia de escenas que debe desfilar contro-
lada por música (capítulo 7.2)
28 Tecla FULL ON, conmuta sobre el valor máximo
para todos los canales de control autorizados
para esta función (capítulo 4.4.2).
Así, por ejemplo todos los aparatos DMX pue-
den conmutarse sobre la luminosidad máxima
sin influir las otras funciones como la inclinación,
la rotación, el cambio de colores o gobo.
29 Tecla BLACKOUT, conmute en cero todos los
canales de control autorizados para esta función
(capítulo 4.4.2).
Por ejemplo, todos los aparatos DMX pueden
oscurecerse.
1.2 Parte trasera
30 Cable de conexión para conectar al 230 V~/50 Hz
31 Salidas señal DMX
1 = masa, 2 = DMX-, 3 = DMX+, 4 + 5 = libres
Según la entrada DMX existente del primer
efecto de luz, conecte la toma XLR 3 polos o 5
polos al efecto de luz; conecte la salida del pri-
mer efecto de luz a la entrada del aparato
siguiente etc.
32 Salida audio estéreo para conectar un aparato
audio con salida línea (0,1 – 2 V) para controlar el
desarrollo de una secuencia de escenas según
el ritmo de la música; cuando la toma está conec-
tada, el micro interno (4) está desconectado.
37
E
NL
B