7
Scènesequenties
Uit de vroeger opgeslagen scènes kunt u tot 120
scènes in willekeurige volgorde samenstellen tot
een scènesequentie en opslaan. U kunt 60 verschil-
lende sequenties opslaan. U kunt deze dan manu-
eel, tijdgestuurd of gestuurd door een audiosignaal,
vooruit of achteruit spelen.
7.1 Een sequentie opnieuw programmeren of
wijzigen
7.1.1 Een sequentienummer selecteren
1) Druk op de toets SEQUENCE (26). Naast de
toets licht de groene LED RUN op en op het dis-
play verschijnt “Seq _ _”, “Select Sequence”. Zorg
dat het configuratiemenu niet is opgeroepen [druk
op de toets ESC/SETUP (21) om het te verlaten]
of dat de hold-modus niet is geactiveerd [druk op
de toets HOLD (3) om deze uit te schakelen].
2) Druk op de toets STORE/PRG (22). De groene
LED gaat uit en de rode LED PRG licht op.
3) Voer het tweecijferige sequentienummer rechtstre-
eks in met de cijfertoetsen (2), b.v. voor sequentie
7 de toetsen 0 en 7 (het onderste opschrift van de
toetsen is nu geldig). Op het display verschijnen
de gegevens over de geselecteerde sequentie:
“Seq xx is blank!”, wanneer het om een vrij (niet
geprogrammeerd) sequentienummer gaat
of b.v. “Seq11 014St +CFT” voor het Sequentie-
nummer 11, dat momenteel uit 14 stappen
(Steps) met telkens een eigen mengtijd (Cross-
fadingtime) bestaat.
Ga bij foutieve invoer met de toets
ESC/SETUP (21) een bedieningsstap terug en
voer het nummer opnieuw in.
7.1.2 Een sequentie wissen en opnieuw pro-
grammeren
1) Indien het geselecteerde sequentienummer niet
vrij is, dan kunt u de bestaande sequentie wissen:
a) Druk op de toets DELETE (24). Op het display
verschijnt de vraag “Clear Seq? Y/N”.
b) Om de sequentie te wissen, drukt u op de
toets 12/YES (2) of om het wissen te annule-
ren, drukt u op de toets 11/NO.
2) Indien op het display de melding “Seq xx is
blank!” verschijnt, dan kunt u met het program-
meren van een nieuwe sequentie beginnen. In de
tweede regel van het display staat de vraag “CF
Time/Step?”. Eerst moet u het sequentietype
bepalen:
a) Indien u met de nieuwe sequentie ook ver-
schillende mengtijden voor de afzonderlijke
stappen wilt opslaan, druk dan op de toets
12/YES. Bij een latere weergave van de
sequentie worden de betreffende mengtijden
tussen de scènes gerespecteerd. In dit geval
kan een reeks van max. 60 scènes voor de
sequentie worden opgeslagen.
b) Indien de mengtijd tussen de scènes bij een
latere weergave van de nieuwe sequentie
regelbaar moet zijn met de regelaar C.F. TIME
(7), druk dan op de toets 11/NO. Omdat bij dit
sequentietype geen tijden mee worden opge-
slagen, kunt u een reeks van max. 120 scènes
samenstellen.
3) Voer alleen het bank- en scènenummer van de
eerste scène (beide tweecijferig) in met de cijfer-
toetsen (2). De invoer waarde verschijnt op het
display na “Seq xx St001”. Ga bij foutieve invoer
met de toets ESC/SETUP (21) een bedienings-
stap terug en voer de nummers opnieuw in.
4) De DMX-waarden van de geselecteerde scène
worden nu ter controle uitgevoerd. Op het display
verschijnt de vraag “o.k.?”. Bevestig de scènese-
lectie met de toets STORE/PRG (22) of de toets
12/YES of verwerp de selectie met de toets 11/
NO, en voer aansluitend een ander bank- en scè-
nenummer in.
5) Alleen wanneer u de vraag “CF Time/Step?” met
de toets 12/YES hebt bevestigd: Stel de mengtijd
in met regelaar C.F. TIME (7) en bevestig met de
toets STORE/PRG.
6) Herhaal de bedieningsstappen 3) tot 5) om de vol-
gende scènes voor de sequentie te selecteren.
7) Nadat de laatste scène is geprogrammeerd,
a) gaat u met de toets SEQUENCE (26) naar de
sequentieweergavemodus (hoofdstuk 7.2), de
rode LED PRG gaat uit, de groene LED RUN
licht op, of gaat u door nogmaals op de toets te
drukken naar de directe modus (hoofdstuk 5),
de LED RUN gaat uit, of
b) gaat u met de toets ESC/SETUP (evt. meer-
maals drukken) terug naar:
de gegevens van de geprogrammeerde se-
quentie,
de programmering van een volgende se-
quentie,
de directe modus.
7.1.3 Een sequentiestap toevoegen of wijzigen
1) Nadat u op de toetsen SEQUENCE (26) en
STORE/PRG (22) hebt gedrukt, selecteert u met
de cijfertoetsen (2) het nummer (twee cijfers) van
de sequentie die moet worden aangevuld of
gewijzigd (hoofdstuk 7.1.1). Op het display ver-
schijnt in de bovenste regel het sequentienum-
mer en het aantal sequentiestappen, b.v. “Seq03
015St” en daaronder “DEL / Edit:
?”.
2) Indien u een nieuwe stap aan het einde van de
sequentie wilt toevoegen, selecteer dan met de
cursortoets
(23) de volgende vrije stap, b.v.
“Seq03 St016 _ _ / _ _”. Indien een sequentie
reeds het maximale aantal stappen bevat dat
voor dit sequentietype is voorzien (melding
“Seq xx St060” resp. “Seq xx St120”), dan kunt u
geen bijkomende stap meer toevoegen.
Om een opgeslagen sequentiestap te wijzi-
gen, selecteert u deze met de cursortoetsen
,
. Op het display verschijnt b.v. “Seq12 St119
02/12”, d.w.z. sequentienummer 12, geselec-
teerde stap 119, bevat uit geheugenbank 2 de
scène 12. De DMX-waarden voor de scène van
de telkens geselecteerde stap worden uitgevoerd.
Indien het een sequentie betreft waarbij voor
elke stap een mengtijd is opgeslagen, dan wordt
bij het doorlopen van de sequentiestappen met
de toets
tussen de afzonderlijke scènegege-
7
Secuencias de escenas
Es posible crear y memorizar hasta 120 escenas en
el orden que desea a partir de escenas prealable-
mente memorizada. Puede memorizar hasta 60 se-
cuencias diferentes. Puede controlarlas manual-
mente, según la duración o mediante una señal
audio, hacia delante o hacia atrás.
7.1 Nueva programación o modificación de
secuencias
7.1.1 Selección del número de las secuencias
1) Pulse la tecla SEQUENCE (26). Al lado de la
tecla, el LED verde RUN se ilumina el mensaje
“Seq _ _”, “Select Sequence” aparece en el dis-
play. No debe seleccionar el menú de configura-
ción [para salir de esta función, pulse la tecla
ESC/SETUP (21)] y no debe activar el modo
Hold [para desconectar, pulse la tecla HOLD (3)].
2) Pulse la tecla STORE/PRG (22). El LED verde
se apaga, el LED rojo PRG se enciende.
3) Seleccione directamente el número de secuen-
cia con dos cifras con las teclas numéricas (2),
por ejemplo para la secuencia 7, las teclas 0 y 7
(atención a la inscripción inferior de las teclas).
En el display aparecen las informaciones de la
secuencia seleccionada:
“Seq xx is blank!” si se trata de un número de
secuencia libre (no programada),
o p. ej. “Seq11 014St +CFT” para la secuencia
(sequence) número 11, que se compone de 14
niveles (steps) con respectivamente una dura-
ción de transición propia (crossfading time).
En caso de selección errónea, vuelva con la
tecla ESC/SETUP (21) a un nivel y seleccione
de nuevo el número.
7.1.2 Eliminación de una secuencia y nueva
programación
1) Si el número de secuencia seleccionada no es
libre, la secuencia existente se puede eliminar:
a) Pulse la tecla DELETE (24). En el display
aparece la pregunta: “Clear Seq? Y/N”.
b) Para eliminar la secuencia, pulse la tecla
12/YES (2), o para salir del proceso de elimi-
nación, pulse la tecla 11/NO.
2) Si el display indica este mensaje: “Seq xx is
blank!”, puede empezar la programación de una
nueva secuencia. En la segunda línea, el display
indica “CF Time/Step?”. Determine antes de todo
el tipo de secuencia:
a) Si debe memorizar con la nueva secuencia,
nuevas duraciones de transición para cada
nivel, pulse la tecla 12/YES. Durante el des-
arrollo ulterior de la secuencia, las duraciones
de transición se guardan entre las escenas. En
este caso, una sucesión de 60 escenas como
mucho se puede memorizar para la secuencia.
b) Si para un desarrollo ulterior de la nueva
secuencia, se puede regular la duración de
transición con el potenciómetro C.F. TIME (7),
pulse la tecla 11/NO. Se puede memorizar
una sucesión de 120 escenas como mucho,
porque en este tipo de secuencia, no se
memoriza ninguna duración.
3) Ahora, seleccione los números de banco y de
escena de la primera escena, número de dos ci-
fras con las teclas numéricas (2). La entrada
aparece en el display “Seq xx St001”. En caso de
selección errónea, vuelva al nivel precedente
con la tecla ESC/SETUP (21) y seleccione de
nuevo los números.
4) Los valores DMX de la escena seleccionada
están ahora disponibles para el control. En el dis-
play aparece la pregunta “o.k.?”. Confirme la se-
lección de la escena con la tecla STORE/PRG
(22) o con la tecla 12/YES, o rechace la selec-
ción con la tecla 11/NO y seleccione otro número
de banco y de escena.
5) Únicamente en el caso que conteste si a la pre-
gunta “CF Time/Step?” con la tecla 12/YES:
regule la duración de transición con el potenció-
metro C.F. TIME (7) y confirme con la tecla
STORE/PRG.
6) Para seleccionar las escenas siguientes para la
secuencia, repita los puntos 3) a 5).
7) Una vez la última escena programada:
a) con la tecla SEQUENCE (26), pase al modo
de desarrollo de secuencias (capítulo 7.2), el
LED rojo PRG se apaga, el LED verde RUN
se ilumina,
o si pulsa de nuevo la tecla, pasa al modo
directo (capítulo 5), el LED RUN se apaga o
b) con la tecla ESC/SETUP (si necesario, pulse
varias veces), volverá:
a los datos de la secuencia programada,
a la programación de otra secuencia,
al modo directo.
7.1.3 Atribuciones o modificaciones de los
niveles de secuencias
1) Después de pulsar las teclas SEQUENCE (26) y
STORE/PRG (22), seleccione con las teclas nu-
méricas (2), el número de la secuencia a modifi-
car o completar, número de dos cifras (cap.
7.1.1). El mensaje del display indica en la línea
superior, el número de la secuencia y la cantidad
de niveles de secuencias, por ejemplo “Seq03
015St” y debajo “DEL / Edit:
?”.
2) Si debe añadir un nivel nueva al final de una
secuencia, con la tecla cursor
(23), seleccione
el próximo nivel libre, por ejemplo “Seq03 St016
_ _ / _ _”. Si una secuencia ya contiene la can-
tidad máxima de niveles posible para este tipo de
secuencias (mensaje en el display “Seq xx
St060” o “Seq xx St120”), no puede añadir nin-
gún nivel suplementario.
Para modificar un nivel de secuencia memo-
rizado, selecciónelo con las teclas cursor
,
.
El display indica por ejemplo “Seq12 St119
02/12”, es decir secuencia número 12, nivel
seleccionado 119, contiene la escena 12 del
banco 2. Los valores DMX para la escena del
nivel seleccionado se envían hacia la salida.
Si se trata de una secuencia para la cual se
memoriza una duración de transición a cada
nivel, durante el desarrollo de los niveles de
secuencias pulsando la tecla
, la duración de
transición programada aparece en el display,
45
E
NL
B