2
Consejos de utilización y seguridad
Este aparato cumple con la normativa europea
89/336/CEE relativa a la compatibilidad electroma-
gnética y con la normativa 73/23/CEE relacionada
con los aparatos de baja tensión.
Respecte escrupulosamente los puntos siguientes:
●
El aparato está fabricado únicamente para una uti-
lización en interior. No lo exponga a salpicaduras,
a proyecciones de agua, a una fuerte humedad y al
calor (temperatura ambiente autorizada 0 – 40 °C).
●
No deje nunca sobre el aparato objetos que con-
tienen líquidos.
●
No deje nunca funcionar el aparato y desconéc-
telo inmediatamente cuando:
1. aparecen daños en el aparato o en el cable de
conexión.
2. después de una caída o accidente similar..., el
aparato puede presentar un defecto.
3. aparece malfuncionamiento.
En todos los casos, acuda a un técnico especia-
lizado para efectuar las reparaciones.
●
Solo el fabricante o un técnico especializado está
autorizado a efectuar el cambio del cable de
conexión dañado.
●
No desconecte nunca el aparato tirando directa-
mente del cable, sujételo siempre por la extremi-
dad (toma).
●
Para limpiar, utilice solo un trapo blando y seco,
nunca agua o productos químicos.
●
Rechazamos toda responsabilidad en caso de
daños corporales o materiales resultantes de una
utilización no adecuada a las posibilidades del
aparato, si no está correctamente conectado, uti-
lizado o reparado por una persona habilitada. Por
todos estos mismos motivos el aparato carecería
de todo tipo de garantía.
●
Cuando el aparato está definidamente sacado del
servicio, deposítelo en una fábrica de reciclaje de
proximidad para contribuir a una eliminación no
contaminante.
3
Posibilidades de utilización y pro-
piedades de las funciones
El controlador DMX-1440 está especialmente fabri-
cado para una utilización en instalaciones de ilumi-
nación profesional o en discotecas. Puede controlar
vía el panel de control efectos de luz con una en-
trada DMX512 como p. ej., dimmer, escáner y ca-
beza móvil, etc. Dispone de 96 canales de control,
puede utilizarlos mediante los 12 potenciómetros
deslizantes.
DMX es la abreviación de Digital Multiplex y si-
gnifica control numérico de varios aparatos medi-
ante una conexión.
– Los 96 canales de control pueden atribuirse libre-
mente a las direcciones DMX 1 – 144. Por eso, la
sucesión de las funciones de los diferentes apara-
tos DMX se puede unificar, lo que facilita conside-
rablemente la utilización. Como ayuda de reglaje
puede poner simultáneamente todos los canales
de control en la posición cero pulsando una tecla.
– Para los valores de salidas de las 144 direccio-
nes DMX, puede regular una inversión. (El valor
de salida es 0 si el canal de control atribuido está
regulado en 255 y inversamente). Así, puede
cambiar las direcciones de movimientos p. ej., si
un aparato DMX está instalado al revés.
Cuando se atribuye dos direcciones para el
control de movimiento al mismo canal de control
y si el valor de salida para una dirección está
invertida, pueden moverse p. ej. dos escáneres
de manera sincronizada simétricamente y en
modo espejo.
– Los 96 canales de control se juntan en 8 grupos
(Control Channel Pages) de 12 canales cada
uno. Los valores se regulan separadamente o
por grupos, con los potenciómetros deslizantes.
El valor regulado aparece en el display en valor
decimal y en porcentaje. Para los canales in-
fluenciados por el master, el valor de salida efec-
tivo también aparece en el display.
– Vía las teclas Flash, puede regular un canal de
control al máximo. Vía la tecla FULL ON, todos
los canales de control pueden regularse simultá-
neamente al máximo.
Es también posible juntar los canales de con-
trol en 5 grupos Flash distintos como deseado.
Puede conmutarlos (mismo en combinación) vía
las 5 teclas Flash de izquierda en el valor
máximo. La función Flash se puede desconectar
individualmente para cada canal de control.
– Vía la tecla BLACKOUT puede conmutar simultá-
neamente todos los canales de control en la posi-
ción mínima. El estado Blackout se indica por un
LED. Si pulsa de nuevo la tecla, volverá a los valo-
res anteriores. Esta función se puede desconec-
tar individualmente para cada canal de control.
– Vía el master, puede disminuir simultáneamente
los valores de todos los canales de control en
común. Esta función se puede desconectar indi-
vidualmente para cada canal de control.
– Con la palanca de mandos, las parejas de cana-
les de control 1/2 y 7/8 de cada grupo de cana-
les se controlan como alternativa a los potenció-
metros deslizantes.
– Los valores regulados se pueden memorizar en
240 escenas (12 escenas en 20 bancos) de
manera no volátil.
– Entre las escenas, puede efectuar una transición
controlada por el tiempo (0,1 a 25,4 s) con visua-
lización de la duración restante con contador
ascendente o manualmente. La transición con
los valores intermediarios calculados por el
panel, puede desconectarse separadamente
para cada canal de control.
– Las 240 escenas memorizadas pueden combi-
narse en 60 secuencias. Existen dos tipos de
secuencias: las secuencias para las cuales, la
¡Advertencia! Este aparato está alimentado por
una tensión peligrosa de 230 V~.
No manipule nunca el interior del
aparato, podría en caso de mani-
pulación inadecuada, sufrir una
descarga eléctrica. Además, la
apertura del aparato carece de
todo tipo de garantía.
38
E
NL
B
weergave van een scènesequentie op het ritme
van de muziek te sturen; bij het aansluiten van
de jack wordt de ingebouwde microfoon (4) uit-
geschakeld.
2
Veiligheidsvoorschriften
Dit apparaat is in overeenstemming met de EU-richt-
lijn 89/336/EEG voor elektromagnetische compatibi-
liteit en 73/23/EEG voor toestellen op laagspanning.
Let eveneens op het volgende:
●
Het apparaat is enkel geschikt voor gebruik bin-
nenshuis. Vermijd druip- en spatwater, uitzonder-
lijk warme plaatsen en plaatsen met een hoge
vochtigheid (toegestaan omgevingstemperatuur-
bereik: 0 – 40 °C).
●
Plaats geen bekers met vloeistof zoals drinkgla-
zen etc. op het apparaat.
●
Schakel het apparaat niet in resp. trek onmiddel-
lijk de stekker uit het stopcontact:
1. wanneer het apparaat of het netsnoer zichtbaar
beschadigd is,
2. wanneer er een defect zou kunnen optreden
nadat het apparaat bijvoorbeeld is gevallen,
3. wanneer het apparaat slecht functioneert.
Het apparaat moet in elk geval hersteld worden
door een gekwalificeerd vakman.
●
Een beschadigd netsnoer mag enkel door de
fabrikant of door een gekwalificeerd persoon wor-
den hersteld.
●
Trek de stekker nooit met het snoer uit het stop-
contact, maar met de stekker zelf.
●
Verwijder het stof met een droge, zachte doek.
Gebruik zeker geen water of chemicaliën.
●
In geval van ongeoorloofd of verkeerd gebruik, ver-
keerde aansluiting, foutieve bediening of van her-
stelling door een niet-gekwalificeerd persoon vervalt
de garantie en de verantwoordelijkheid voor hieruit
resulterende materiële of lichamelijke schade.
●
Wanneer het apparaat definitief uit bedrijf wordt
genomen, bezorg het dan voor milieuvriendelijke
verwerking aan een plaatselijk recyclagebedrijf.
3
Toepassingen en functies
Het lichtbesturingspaneel DMX-1440 is speciaal ont-
worpen voor gebruik in professionele verlicht-
ingsinstallaties op podia of in discotheken. Lichteffect-
apparatuur met een DMX 512-ingang, b.v. dimmers,
scanners, projectoren etc., kunnen via het paneel
worden gestuurd. Daarvoor zijn er 96 besturingska-
nalen die u via 12 schuifregelaars kunt bedienen.
DMX is de afkorting van Digital Multiplex, en
staat voor digitale besturing van meerdere appara-
ten via één leiding.
– De 96 besturingskanalen kunt u willekeurig toe-
wijzen aan de DMX-adressen 1 – 144. Daarom
kan de volgorde van de functies van verschil-
lende DMX-apparaten uniform worden gemaakt,
wat de bediening aanzienlijk makkelijker maakt.
Als hulp bij het instellen kunt u met een druk op
de knop alle besturingskanalen tegelijk resetten.
– Voor de uitvoerwaarden van de 144 DMX-adres-
sen is een invertering instelbaar. (De uitvoer-
waarde is 0, wanneer het toegewezen besturings-
kanaal op 255 werd ingesteld en omgekeerd.) Zo
kunt u bijvoorbeeld bewegingsrichtingen corrige-
ren, wanneer een DMX-apparaat omgekeerd
moet worden gemonteerd.
Indien twee adressen voor de bewegingsstu-
ring aan hetzelfde besturingskanaal worden toe-
gewezen en de uitvoerwaarde voor een van de
adressen wordt geïnverteerd, dan kunnen bij-
voorbeeld twee scanners synchroon spiegelsym-
metrisch bewegen.
– De 96 besturingskanalen zijn in 8 groepen (Con-
trol Channel Pages) van elk 12 kanalen samen-
gevoegd. U kunt de waarden individueel of groep-
overschrijdend met de schuifregelaars instellen.
De ingestelde waarde wordt als decimale waarde
en als procentuele waarde weergegeven. Bij ka-
nalen die door de masterregelaar worden beïn-
vloed, wordt bijkomend de werkelijke uitvoer-
waarde weergegeven.
– Via de flash-toetsen kunt u een besturingskanaal
op de maximumwaarde instellen. Via de toets
FULL ON kunt u alle besturingskanalen tegelijk
op de maximumwaarde instellen.
U kunt besturingskanalen ook in vijf verschil-
lende flash-groepen willekeurig samenstellen.
Deze kunt u dan (ook in combinatie) via de vijf lin-
ker flash-toetsen op de maximumwaarde instel-
len. De flash-functie kan voor elk besturingska-
naal afzonderlijk worden uitgeschakeld.
– Via de toets BLACKOUT kunnen alle besturings-
kanalen tegelijk op de minimumwaarde worden
ingesteld. De blackout-toestand wordt door een
LED aangeduid. Door opnieuw op deze toets te
drukken, keert u terug naar de vorige kanaal-
waarden. Deze functie kan voor elk besturings-
kanaal afzonderlijk worden uitgeschakeld.
– Via de masterregelaar kunt u de waarden van
alle besturingskanalen tegelijk lager instellen.
Deze functie kan voor elk besturingskanaal
afzonderlijk worden uitgeschakeld.
– U kunt de besturingskanaalparen 1/2 en 7/8 van
elke kanaalgroep met de besturingshendel in
plaats van met de schuifregelaars sturen.
– De ingestelde waarden kunnen in 240 scènes
(12 scènes in 20 banken) niet-vluchtig worden
opgeslagen.
– Tussen de scènes kan tijdgestuurd (0,1 tot
25,4 s) met aftellende resttijdindicatie of manueel
worden gemengd. De mengbeurt met door het
controlepaneel berekende tussenwaarden kan
voor elk besturingskanaal afzonderlijk worden
onderbroken.
– De 240 opgeslagen scènes kunnen in 60 se-
quenties worden gecombineerd. Er zijn twee
Opgelet! De netspanning (230 V~) van het apparaat
is levensgevaarlijk. Open het apparaat
niet, want door onzorgvuldige ingrepen
loopt u het risico van elektrische schok-
ken. Bovendien vervalt elke garantie bij
het eigenhandig openen van het apparaat.