157
Configuratie en bediening
WLAN Router 300
o
Werking als Access Point (AP)
Invoerveld
Opmerkingen
Band
Leg vast of het apparaat met 2,4 Ghz band
conform standaard 802.11b (11 Mbps),
802.11g (54 Mbps) of gecombineerd met
802.11b en 802.11g werkt.
SSID
Voer hier de naam van het Wireless LAN
in. De lengte van de SSID kan 32 tekens
hebben en moet voor alle apparaten in het
netwerk identiek zijn.
Voorbeeld: „WLAN_Router_54Mbps“
Kanaalnummer
Selecteer hier het kanaal waarin de gege
-
vens overgebracht moeten worden. Er staan
13 kanalen te beschikking.
Toegewezen clienst
Vink het keuzevakje "Actieve clients weer
-
geven" aan om alle client-computers weer te
geven die op een Access Point zijn aange
-
meld .
Klik op "Toepassen" om de instellingen over te nemen.
Om de codering van uw Wireless LAN in te stellen:
Klik in het volgende venster op "Doorgaan".
Selecteer "Veiligheidsinstellingen" in het menu links.
De instructies voor de instelling van de Wireless LAN codering staan
in het hoofdstuk
Instelling van de codering voor AP.
Klik in het volgende venster op de knop "Toepassen" om een
Wireless LAN zonder codering te gebruiken.
Het apparaat wordt vervolgens opnieuw gestart. Na de herstart staat
het Wireless LAN ter beschikking.