145
Installatie
WLAN Router 300
o
Elektrische aansluiting
Voor een veilige en feilloze werking van het apparaat moeten bij de
elektrische aansluiting de volgende instructies in acht worden geno
-
men:
Het apparaat wordt via de meegeleverde stekkervoeding van een
■
gelijkspanning van 12 Volt voorzien. Sluit het apparaat uitsluitend
met de meegeleverde stekkervoeding aan de spanningsvoorzie
-
ning aan.
Vergelijk vóór het aansluiten van het apparaat de aansluitge
-
■
gevens van de stekkervoeding (spanning en frequentie) op het
typeplaatje met die van uw elektrische voorziening. Deze gege
-
vens moeten overeenstemmen, zodat er geen schade aan het
apparaat kan optreden.
Bescherm de aansluitkabel tegen hete oppervlakken en scherpe
■
randen.
Let erop dat de aansluitkabel niet strak gespannen of geknikt
■
wordt.
Laat de aansluitkabel niet over hoeken hangen (struikelgevaar).
■
Wanneer u het apparaat gedurende een langere periode niet
■
gebruikt, dient u de stekkervoeding van de spanningsvoorziening
te scheiden.
Stekkervoeding aansluiten
Sluit de aansluitstekker van de stekkervoeding aan de 12 VDC
bus
6
van het apparaat aan.
Steek de stekkervoeding in het stopcontact.
Controle van de installatie
De Power LEDs moeten branden.
■
Voor iedere LAN verbinding (PC) moet er één LAN-LED branden
■
(vooropgesteld dat de PC is ingeschakeld).
De WLAN-LED moet branden, indien er WLAN-clienst zijn ver
-
■
bonden.
De WAN-LED moet branden, wanneer de modem is ingescha
-
■
keld .
Verdere informatie vindt u in het hoofdstuk
LEDs voor statusweer-
gave
.