80834 REV ED
13
CyberWand dubbel ultrasoon lithotripsiesysteem • Gebruiksaanwijzing
NL
NL
5.4 Steriliseren met stoom
Voor het steriliseren moeten de transducers, sondes, reinigingstilet en sleutel zorgvuldig worden
gereinigd, gespoeld en gedroogd. De CyberWand-onderdelen mogen gesteriliseerd worden in een
stoomsterilisatieapparaat binnen de volgende parameters:
Voorvacuüm sondesets
Voorvacuüm transducer
(polypropyleen dubbel verpakt)
Temp:
°F
270
270
°C
132
132
Vacuüm
20-28 in Hg
20-28 in Hg
Druk
25-28 psig
25-28 psig
Blootstelling
(minimum)
4 minuten
60 minuten
5.4.1 Voorzichtigheid
De CyberWand-onderdelen nooit spoelen met gekoeld water voor een snelle afkoeling na sterilisatie.
Plotselinge veranderingen in temperatuur kunnen de onderdelen beschadigen.
Let op
• De steriele (
REF
CW-RBPBX) en niet-steriele (
REF
CW-USLRBP) sondes zijn identiek.
• Zowel de steriele als niet-steriele sondes zijn voor eenmalig gebruik.
• Steriele sondes kunnen op dezelfde manier met stoom worden gesteriliseerd als niet-steriele sondes,
indien geopend en ongebruikt.
• Zie de gebruiksinstructies voor steriele sondes voor meer details.
5.5 Steriliseren met ethyleenoxide
Transducer, sondes, reinigingsstilet en sleutel kunnen worden gesteriliseerd in een sterilisator met
ethyleenoxide (EO).
1. Grondig reinigen, spoelen en drogen vóór het steriliseren.
2. De instrumenten kunnen in een sterilisator met ethyleenoxide (EO) worden geplaatst met inachtneming
van de volgende parameters:
EO (100%)
Temp. in °C:
55
Relatieve vochtigheid:
> 35%
Vacuüm:
2-3 psia (0,14-0,20 bar)
Preconditioneringstijd:
≥
30 minuten
Gasconcentratie:
725-750 mg/l
Blootstelling:
≥
60 minuten
3. Na blootstelling aan EO, ten minste 12 uur aan de lucht blootstellen op 55 °C in een mechanisch
beluchtingstoestel.
5.6 Steriliseren met STERRAD
STERRAD® NIET GEBRUIKEN VOOR HET STERILISEREN VAN DE TRANSDUCER.
Sterilisatie van de
STERRAD is niet getest voor, ingeleverd bij of vrijgegeven door de FDA voor het steriliseren van de
transducer, sonde of onderdelen.
5.7 Voorzichtigheid
De onderdelen van de CyberWand-transducer kunnen worden verwerkt totdat ze tekenen laten zien van
beschadiging, zoals barsten op de transducer of een gebroken isolatie op de kabel. Dan moeten ze worden
verwijderd en afgevoerd. Raadpleeg de procedure van uw faciliteit voor het afvoeren van medisch afval.
Controleer zorgvuldig op barsten en een gebroken kabel na elke sterilisatie.