05/10
49
Préparation au vol
Voorbereiding van de vlucht
Fonctionnement en mode professeur / élève
Les premières séances de vol doivent être effectuées sous la
tutelle d’un pilote expérimenté en modélisme. Pour cette opéra-
tion, il est possible de relier votre télécommande au moyen du
câble professeur / élève (non contenu dans la livraison) avec
une télécommande du même type réservée à un autre pilote. Le
port de connexion est localisé sur l’arrière de votre émetteur.
L’émetteur de l’élève doit rester éteint pour cet-
te opération! L’alimentation en courant se fait
par l’émetteur du professeur.
Reliez l’émetteur avec le câble professeur / élève.
Allumez d’abord l’émetteur du professeur, puis le modèle. .
Le modèle est commandé uniquement depuis l’émetteur du
professeur.
L’interrupteur professeur / élève sur l’émetteur du professeur
permet à celui-ci de passer les commandes du modèle à l’élève
tant que l’interrupteur est enfoncé.
L’interrupteur professeur / élève de l’émetteur de l’élève est hors
fonction.
Assurez-vous que le modèle réagisse sans problème
aux signaux de commande des deux émetteurs.
Contrôlez cette opération d’abord sur l’émetteur du pro-
fesseur.
Maintenez l’interrupteur professeur/élève enfoncé et con-
trôlez si le modèle réagit sans problème à l’émetteur de
l’élève.
Dès que l’interrupteur est lâché, l’hélicoptère est à nouveau
piloté par l’émetteur du professeur.
Si le professeur a mis le modèle en position de vol stabilisé, il
pourra momentanément passer les commandes de l’hélicoptère
à l’élève en actionnant l’interrupteur professeur / élève.
L’élève pourra ainsi s’entraîner à diriger convenablement son
modèle et le professeur pourra reprendre les commandes si
nécessaire.
Réglages individuels
Ajustage du plan de rotation
Pour un contrôle et un comportement précis de l’hélicoptère en
vol, bien s’assurer que les deux pales du rotor soient sur un
même plan.
Faites tourner le rotor pendant que le modèle est au sol.
Examinez la pointe des pales en direction du plan de rota-
tion.
Grâce aux repères de couleur à la pointe des pales, vous pour-
rez vérifier si les deux pales se trouvent à la même hauteur au
même point de rotation.
Si ce n’était pas le cas (26), corrigez la hauteur de rotation des
deux pales par un déplacement de l’angle d’incidence (27).
Défaites la tête sphérique du levier PAS (PITCH) sur le pla-
teau cyclique et tournez-la pour rallonger ou raccourcir la
barre de direction (28).
Un tour dans le sens des aiguilles d’une montre agrandit
l’angle d’incidence, la pale reçoit plus de poussée ascensi-
onnelle et tourne plus haut.
Un tour dans le sens contraire des aiguilles d’une montre réduit
l’angle d’incidence et ainsi la poussée ascensionnelle, la pale
tourne plus bas.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Leraar/scholier-bedrijf
Voor eerste trainingsvluchten moet u beroep doen op de hulp
van een ervaren modelpiloot.
Daarvoor kunt u uw afstandszender via een leraar/scholier-kabel
(niet meegeleverd) met een gelijkaardige afstandsbediening van
een andere piloot verbinden. De aansluitbus van uw zender
bevindt zich aan de achterkant.
De scholierzender blijft daarbij uitgeschakeld!
De stroomverzorging gebeurt door middel van
de leraarzender.
Verbind de zender met de leraar/scholierkabel.
Schakel eerst de leraarzender, en daarna het model aan.
Het model wordt nu uitsluitend door de leraarzender ge-
controleerd.
Met de leraar/scholier-toets op de leraarzender kan de leraar
de controle aan de scholierzender overdragen zolang de toets
ingedrukt blijft.
De leraar/scholier-toets op de scholierzender is buiten werking.
Verzeker dat het model perfect op de stuursignalen van
beide zenders reageert.
Controleer eerst de leraarzender.
Houd de leraar/scholier-toets ingedrukt en controleer of het
model perfect op de scholierzender reageert.
Van zodra de toets losgelaten wordt is de controle van de
helikopter weer bij de leraarzender.
Wanneer de leraar het model in een stabiele vliegpositie
gebracht heeft kan hij met de leraar/scholier-toets de sturing
tijdelijk aan de scholier overdragen.
De scholier kan zo de beheersing van het model trainen en de
leraar kan, indien nodig, op elk ogenblik de controle opnieuw
overnemen.
Individuele instellingen
De spoorloop instellen
Voor een precies stuur- en vlieggedrag van de helikopter moet
verzekerd zijn dat beide rotorbladen exact in een vlak lopen.
Laat de rotor draaien terwijl het model op de grond staat.
Observeer de toppen van het blad in richting van het rota-
tievlak.
Met behulp van de gekleurde markeringen aan de toppen van
het blad kunt u zien of beide bladen zich op hetzelfde omloop-
punt op dezelfde hoogte bevinden.
Mocht dit niet het geval zijn (26) dan corrigeert u de omloo-
phoogte van beide bladen door de invalshoek te veranderen
(27).
Maak de kogelkop van de pitchaansturing op de tuimelschijf
los en draai deze om de aanstuurstangen te verlengen of te
verkorten (28).
Door in de richting van de wijzers van de klok te draaien
neemt de invalshoek toe, krijgt het blad meer opwaartse druk
en loopt het blad hoger.
Door in tegenovergestelde richting van de wijzers van de klok te
draaien neemt de invalshoek af en daarmee ook de opwaartse
druk, en loopt het blad lager.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
