05/10
11
Consignes de sécurité
Veiligheidsaanwijzingen
Avant le démarrage
Le pilotage et la mise en marche d’un modèle réduit
d’hélicoptère télécommandé doivent être acquis.
Demandez conseil auprès d’un pilote de modélisme expé-
rimenté.
Ne vous exposez à aucun risque!
Familiarisez-vous avec les réactions de votre modèle radio-
commandé.
Soyez patient!
Vérifiez l’émetteur télécommande et le produit pour les dom-
mages visibles ainsi que toutes les fixations, vis, écrous et
raccordements qui auraient pu se défaire pendant le trans-
port, le vol ou en cas d’atterrissage forcé.
Des pales de rotor endommagées doivent être changées! Ne
tentez pas de les réparer!
Vérifiez les vis de fixation sur les pales du rotor pour leur
bonne mise en place. Elles doivent être vissées de telle ma-
nière que les pales de rotor puissent être placées l’une par
rapport à l’autre sous un angle de 180° pendant la mise en
service. Maintenez l’arbre du rotor horizontalement, les pa-
les du rotor doivent se rabattre d’elles-mêmes vers le bas.
Assurez-vous que l’accu de propulsion est posé correcte-
ment.
Veillez à ce que le gyro soit correctement monté et fixé. Si
l’élément capteur se débranche, il n’est plus possible de pi-
loter le modèle.
Si vous avez l’intention d’utiliser une autre télécommande
que celle fournie avec le modèle, veillez à mettre toutes les
fonctions du mélangeur du rotor de queue et du gyro en
mode ARRÊT !
Assurez-vous également que l’accu de propulsion et l’accu
émetteur (piles) soient bien chargés.
Mise en service - vol
Vérifiez régulièrement fixations, vis et raccords.
Vérifiez le centrage de votre hélicoptère avant son envol.
Assurez-vous que le modèle est correctement trimmé.
Avant le lancement du moteur, sécurisez l’hélicoptère contre
un envol non intentionnel.
Avant le branchement de l’accu de propulsion, vérifiez que le
commutateur 3D est bien en position « N » (arrière) !
Sinon un circuit de sécurité dans l’émetteur empêchera
l’allumage du moteur.
Respectez l’ordre de l’allumage:
1.
Levier Gaz / Pas (Gas / Pitch) en position ralenti,
les leviers Roulis, Nick et Arrière en position neutre,
2.
Allumer l’émetteur télécommande
3.
Brancher l’accu de propulsion
Surtout ne pas bougez l’hélicoptère pendant quelques se-
condes après sa mise en marche. Pendant cette période
d’immobilité le circuit du gyro électronique se calibre tout
seul.
Toujours laisser la télécommande (l’émetteur) allumé tant
que l’hélicoptère est en marche. Débranchez d’abord le
raccord vers l’accu de propulsion après l’atterrissage. Ce
n’est que lorsque l’accu de propulsion est débranché que
l’émetteur peut être arrêté.
Respectez une distance de sécurité vis-à-vis des rotors dès
que l’accu est branché.
Indépendamment de l’état de commande de l’émetteur et
du récepteur, le moteur peut s’allumer spontanément par
une impulsion parasite. Le rotor peut alors causer de graves
blessures.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Voor het starten
De bediening en het bedrijf van op afstand bedreven model-
helikopters moet aangeleerd worden.
Vraagt eventueel hulp aan een ervaren modelpiloot.
Geen risico’s nemen!
Zich met de reacties van het model op de bevelen van de
afstandsbediening vertrouwd maken.
Geduld hebben!
De afstandsbediening en het model op zichtbare bescha-
digingen evenals alle bevestigingen, schroef- en steekver-
bindingen controleren, omdat deze tijdens het transport, het
vliegen en bij een harde landing zouden kunnen loskomen.
Beschadigde rotorbladen moeten vervangen worden! Nooit
proberen reparaties zelf uit te voeren!
De bevestigingsschroeven van de rotorbladen controleren.
Deze mogen slechts zover aangetrokken worden dat de ro-
torbladen tijdens het bedrijf zich 180° tot elkaar kunnen uit-
lijnen. De rotoras horizontaal houden, de rotorbladen moeten
dan naar beneden klappen.
Verzekeren dat de vliegaccu stevig vast zit.
Verzeker dat de gyro stevig aangebracht is. Wanneer het
sensorelement loskomt kan het model niet meer bestuurd
worden.
Wanneer u een andere dan de meegeleverde afstandsbe-
diening wilt gebruiken dan moet u alle mengerfuncties die
betrekking hebben op staartrotor en gyro op de zender UIT-
schakelen!
Ook verzekeren dat de vliegaccu en de zenderaccu (batteri-
jen) volledig opgeladen zijn.
Vliegbedrijf
Alle bevestigingen, schroef- en steekverbindingen regelma-
tig controleren.
Het zwaartepunt van het model voor de vlucht controleren.
Ook verzekeren dat het model ingesteld is.
Vooraleer de motor te starten, het model tegen onvrijwillig
wegvliegen beveiligen.
Vooraleer de vliegaccu aan te sluiten verzekeren dat de 3D-
schakelaar in de positie „N“ (achteren) staat!
Een veiligheidsschakeling in de zender verhindert anders dat
de motor aanloopt.
De inschakelvolgorde naleven:
1.
Gas/Pitch-knuppel in positie onbelaste loop,
Roll Nick en Staart in de neutrale positie,
2.
De afstandsbediening inschakelen
3.
De vliegaccu inschakelen
De helikopter enkele seconden na inschakeling niet meer
bewegen. In deze periode wordt het schakelcircuit van de
elektronische gyro automatisch gekalibreerd.
De afstandsbediening (zender) altijd ingeschakeld laten zo-
lang het model in bedrijf is. Na de landing altijd eerst de ver-
binding met de vliegaccu ontkoppelen. Pas daarna mag de
zender uitgeschakeld worden.
Voldoende afstand tot de rotors aanhouden van zodra de
accu aangesloten is.
Onafhankelijk van de schakelstatus van uw zender en ont-
vanger kan de motor door een stoorimpuls spontaan aanlo-
pen. De rotor kan zo ernstige letsels veroorzaken.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
