05/10
43
Préparation au vol
Voorbereiding van de vlucht
La commande RC fonctionne correctement,
lorsque le modèle réagit à celle-ci en terrain lib-
re, antenne non déployée, à une distance de 25-
30 m. Veillez à ce qu’aucun autre émetteur ne
soit activé pendant le test de fonctionnement.
Interrompez l’essai immédiatement, si la liai-
son radio est interrompue ou si le récepteur fait
exécuter au modèle des manœuvres incontrô-
lées.
Le dispositif RC fonctionne bien si l’hélicoptère
répond correctement au x signaux de la télé-
commande, à env. 30 mètres de distance. Ne
jamais piloter l’hélicoptère si la télécommande
ne fonctionne pas correctement ! Dans le meil-
leur des cas, seul l’hélicoptère sera endomma-
gé.
Contrôle des fonctions du régulateur de propulsion
Si le levier de gauche de la télécommande est poussé vers
l’avant, le moteur électrique doit se mettre en marche et sa
vitesse se régler sans paliers.
Théoriquement, le moteur ne doit pas jamais se mettre
en marche tant que le levier Gaz/Pas est encore dans sa
position la plus basse (position neutre)!
Si cela s’avère nécessaire corrigez la position neutre à l’aide
de l’interrupteur coulissant de compensation sur l’émetteur.
Poussez le levier de la télécommande vers l’avant.
La vitesse de rotation du moteur doit monter continuelle-
ment.
Régler l’électronique de l’hélicoptère
Deux régulateurs (b, c) se trouvent sur le module électronique
(25). Ces régulateurs vous permettent d’adapter les réactions
de votre hélicoptère quant au vol et à la commande et, le cas
échéant, de les réajuster.
ATTENTION!
Déconnectez l’accu d’entraînement de
l’hélicoptère avant de faire tous les change-
ments.
Les régulateurs sont pré-réglés en usine de sorte à vous éviter
toute modification. Toutefois, si vous n’étiez pas satisfait des
réactions de votre hélicoptère quant au vol et aux commandes,
vous pouvez effectuer les modifications suivantes :
Effet gyroscopique
Auprès des deux régulateurs de vitesse électroniques pour
les moteurs électriques, un système gyroscopique Piezo a
été intégré dans le module électronique. Ce système gyrosco-
pique permet à la queue de l’hélicoptère en vol stationnaire de
demeurer stable et l’empêche de tourner continuellement sur le
côté à cause d’un courant d’air ou d’un tourbillon d’air.
Le système gyroscopique se calibre lui-même
dès que l’accu de propulsion est connecté. Le
voyant DEL clignote pendant le calibrage. Ne
pas déplacer l’hélicoptère jusqu’à ce que le
processus soit terminé, le voyant DEL est allu-
mé en continu. Cette opération dure quelques
secondes.
Sensibilité de réponse du système gyroscopique
La sensibilité de fonctionnement (Gain) peut être réglée au
moyen du régulateur (b). Plus l’on tourne le régulateur vers la
droite, plus les corrections sont importantes (vitesse de rotation
différente des deux rotors).
Cela signifie que de faibles déviations de la queue conduisent à
-
-
-
-
-
De RC-installatie werkt correct wanneer het
model met uitgeschoven antenne in open ru-
imten op een afstand van ca. 25-30 nog goed
op de afstandsbediening reageert. Let er bij
het testen op, dat er geen andere zenders zijn
ingeschakeld. Onderbreek de test direct wan-
neer het zendsignaal onderbroken wordt en de
ontvanger van het model de besturing onge-
controleerd uitvoert.
De RC-installatie werkt perfect wanneer het mo-
del van op een afstand van ca. 30m nog correct
op de remote stuursignalen reageert.
Vlieg het model nooit met gebrekkig werken-
de remote sturing! In het gunstige geval wordt
„enkel“ het model beschadigd.
Functiecontrole van de vluchtregelaar
Wanneer u nu de linker remote stuurknuppel voorwaarts
bedient moet de elektrische motor aanlopen en moet het
toerental traploos geregeld kunnen worden.
De motor mag in de onderste positie (neutrale positie) van de
gas-/pitchknuppel nog niet aanlopen!
Indien nodig corrigeert u de neutrale positie met de trimknup-
pel op de zender.
Beweeg de remote stuurknuppel voorwaarts.
De draaisnelheid van de motor moet continu stijgen.
Elektronica van de helikopter instellen
Op de elektronica-eenheid (25) zijn er twee instelregelaars (b,
c) waarmee u het vliegen stuurgedrag van de helikopter desge-
wenst kunt aanpassen.
LET OP!
Koppel de vliegaccu los van de helikopter al-
vorens om het even welke veranderingen aan
te bringen.
De regelaar werd reeds in de fabriek vooringesteld zodat u in de
regel geen aanpassingen hoeft te doen. Als u evenwel ontevre-
den bent met het vlieg- en stuurgedrag van uw helikopter, kunt u
volgende aanpassingen doen:
Gyroscopisch effect
Naast de twee elektronische toerentalregelaars voor de elektro-
motoren is er nog een piëzo gyroscoop in de elektronica-eenheid
geïntegreerd. Deze gyroscoop zorgt ervoor dat de staart van de
helikopter bij het zweefvliegen stabiel blijft en niet door tocht of
luchtbewegingen voortdurend naar de zijkant gedraaid wordt.
De gyroscoop kalibreert zichzelf van zodra de
vluchtaccu ingestoken wordt. Tijdens de kalib-
ratie knippert de LED. De helikopter mag niet
bewogen worden tot de stap beëindigd is en
de LED continu oplicht. Dit duurt enkele secon-
den.
Aanspreekgevoeligheid van de gyroscoop
De reactiegevoeligheid (Gain) kan met de instelregelaar (b)
aangepast worden.
Hoe verder u de regelaar naar rechts draait, des te sterker zullen
de correcties (het toerentalverschil van beide rotoren) zijn.
Dat betekent dat al geringe veranderingen van het achtersteven
tot een tegensturing door de elektronica leiden.
-
-
-
-
-
