114
O O R S P R O N K E L I J K E I N S T R U C T I E S
NL
Begin vanaf de andere kant van de stam loodrecht op de as van de stam te snijden, iets hoger (ongeveer 4 cm) dan de basis
van de gesneden “wig”. Zaag de stam niet door. Laat een stuk met een lengte van ongeveer 1/10 van de stamdiameter achter.
Steek vervolgens de wig voor het splijten van de boom in de spleet ontstaan tegenover de geplande valkant van de boom (XXIII).
Als de boom tijdens het zaagproces valt, trek dan de zaag uit de stam en ga weg via de voorbereide vluchtroute naar
Als de zaag tijdens het zagen vast komt te zitten, laat ze dan nooit met draaiende motor in deze stand staan. Schakel de zaagmo-
tor uit, maak de zaag los van de stroomvoorziening en gebruik wiggen om de zaag uit de stam te verwijderen.
Bij het verdelen van een reeds in stukken gezaagde boom moeten de volgende regels in acht worden genomen. Plaats het hout
op een zaagbok of een standaard zodat het zaagstuk vrij op de grond kan vallen zonder dat de zaag vastloopt. Als de zaag vastzit,
ga dan te werk zoals hierboven is beschreven. Raak met de kettingzaag de grond niet en laat haar niet vuil worden.
Blijf bij het werken op een helling boven het gezaagde hout.
Er moet bijzondere zorg worden besteed aan het doorsnijden van een opgespannen boom en indien mogelijk moet deze activiteit
worden toevertrouwd aan Bij het zagen van hout dat aan beide uiteinden wordt gespannen en ondersteund, zaagt u het van
bovenaf tot een diepte van 1/3 van de diameter en zaagt u het van onderaf.
Als het hout slechts aan één kant ondersteund wordt, zaagt u het hout vanaf de onderkant in tot een diepte gelijk aan 1/3 van
de diameter en voltooit u het zagen door vanaf de bovenkant in te zagen (XXIII). Dit verkleint het risico dat de zaag tijdens het
zagen vastloopt.
De takken moeten altijd worden gesneden door het hout aan de bovenkant te zagen. Snij de takken niet door het hout aan de
onderkant te zagen.
Bij het afsnijden van grotere takken snijdt u eerst alle kleinere takken van de tak af en vervolgens pas een grotere tak.
Langere takken moeten geleidelijk worden ingekort. Zaag lange takken niet in één keer voor de lengte helemaal door. Het is
gemakkelijker om het pad van de val van een kortere tak te voorspellen.
Bij het snijden van takken, snijd ze van de onderkant van de boom naar boven.
Gebruik altijd een extra riem bij het werken met het verlengstuk. De operator moet de riem diagonaal over de borst plaatsen, zodat
het bevestigingspunt van de riem zich aan de rechterkant van de riem bevindt. De lengte van de riem kan worden aangepast
met de gespen.
ONDERHOUD EN OPSLAG VAN HET PRODUCT
Waarschuwing!
Haal de stekker uit het stopcontact voordat u met één van de hieronder beschreven activiteiten begint. Trek de
stekker van de met elektriciteit aangedreven kettingzagen uit het stopcontact, bij kettingzagen die zijn aangedreven door een
accu, de accu loskoppelen.
Na elk gebruik moet de toestand van de zaag worden gecontroleerd, met bijzondere aandacht voor de doorgankelijkheid van de
ventilatie-openingen.
Controleer de plaatsing van alle zaagelementen. Draai alle losse schroefverbindingen vast. Controleer de kettingspanning en
-toestand. Als u merkt dat de ketting beschadigd of versleten is, vervangt u deze door een nieuwe. Het is verboden om de ketting-
zaag met een versleten ketting te gebruiken!
Een te losse ketting kan van de kettinggeleider vallen, waardoor de bediener van de zaag letsel kan oplopen. Ook moet de ketting
goed geslepen worden. Omdat dit de juiste ervaring en gereedschappen vereist, is het aan te bevelen om het slijpen door een
gespecialiseerde dienst uit te laten voeren. Maak zaagbehuizing schoon met een zachte droge doek. De behuizing moet worden
gereinigd van eventueel achtergebleven hout, olie, vet of andere verontreinigingen. Bedek de ketting met een dun laagje olie of
conserveringsmiddel. Bewaar de zaag in een droge, gesloten ruimte die is afgesloten van de stroomtoevoer.
Bewaar de zaag op een schaduwrijke, droge plaats met voldoende ventilatie om condensatie te voorkomen. De plaats moet
ontoegankelijk zijn voor omstanders, vooral kinderen. Tijdens de opslag moeten de kettinggeleider en de ketting altijd worden
beschermd door een hoes.
Tijdens de opslag kan er een lichte olielekkage zijn vanuit de ketting of de kettinggeleider.
Summary of Contents for YT-84877
Page 32: ...32 RU residual current device RCD...
Page 33: ...33 RU...
Page 34: ...34 RU...
Page 35: ...35 RU II III IV 3 4 10 V VI VII VIII IX OIL min X 180 90 XI 60 20 0 XII...
Page 36: ...36 RU 180O 90O XVI 2 5 XVII 15 10 1 5 2 40 2 5 2 60 XIII XIV XV...
Page 37: ...37 RU XVIII XIX XX XXI 15 1 3 8 1 3 XXII 1 3 45 4 1 10 XXIII 1 3 1 3 XXIII...
Page 38: ...38 RU...
Page 40: ...40 UA residual current device RCD...
Page 41: ...41 UA...
Page 42: ...42 UA...
Page 43: ...43 UA III IV 3 4 10 V VI VII VIII IX OIL min X 180 90 XI 60 20 0 XII 180 90 XVI 2 5 XVII...
Page 44: ...44 UA 15 10 1 5 2 40 2 5 2 60 XIII XIV XV V II XIX X X...
Page 45: ...45 UA 15 1 3 8 1 3 XXII 1 3 45 4 1 10 XXIII 1 3 1 3 XXIII...
Page 116: ...116 GR RCD RCD...
Page 117: ...117 GR...
Page 118: ...118 GR...
Page 119: ...119 GR II III IV 3 4 mm 10 V VI VII VIII IX OILmin X 180 90 XI 60 20 0...
Page 120: ...120 GR XII 180 90 XVI 2 5 XVII 15 10 1 5 mm2 40 m 2 5 mm2 60 m XIII XIV XV...
Page 121: ...121 GR XVIII XIX XX XXI 15 cm 1 3 8 cm 1 3 XXII 1 3 45 4 cm 1 10 XXIII 1 3 1 3 XXIII...
Page 122: ...122 GR...
Page 124: ...124 BG RCD RCD...
Page 125: ...125 BG...
Page 126: ...126 BG...
Page 127: ...127 BG II III IV 3 4 mm 10 V VI VII VIII IX OIL min X 180 90 XI 60 20 0 XII 180O 90O XVI...
Page 128: ...128 BG 2 5 XVII 15 10 1 5 mm2 40 m 2 5 mm2 60 m XIII XIV XV XVIII XIX...
Page 129: ...129 BG XX XXI 15 cm 1 3 8 cm 1 3 XXII 1 3 45 4 cm 1 10 XXIII 1 3 1 3 XXIII...
Page 130: ...130 BG...