
34
Nederlands
1. Algemeen
Zie begin van document.
2. Veiligheid
Zie begin van document.
3. Transport en opslag
De pomp mag bij het transport alleen aan de daar-
voor bestemde handgreep worden getranspor-
teerd/opgehangen. Ze moet worden beschermd
tegen vocht, vorst en mechanische beschadiging.
4. Beschrijving van product en toebehoren
4.1 Gebruiksdoel
De dompelpomp is geschikt:
– voor het transport van huishoudelijk afvalwater:
afvalwater, met slib en zinkstoffen (met uitzon-
dering van harde deeltjes) vervuild regenwater
met olie- en brandstofsporen, wasmachineloog.
– voor vaste installatie in een pompschacht of
reservoir.
– voor huis- en grondontwatering alsook werk-
plaatsen, parkeerterreinen, restaurants, verwar-
mingsinstallaties.
Dompelpompen met een netaansluitkabel van
minder dan 10 m zijn (conf. EN 60335) alleen bes-
temd voor toepassing in gebouwen, d.w.z. niet
voor bedrijf in de buitenlucht.
VOORZICHTIG! De pomp mag niet worden
gebruikt voor het transporteren van drinkwater.
4.2 Beschrijving (afbeeldingen 1-2)
1 Terugslagklep
2 Afsluitkraan
3 Alarmsignaal voor overloopbeveiliging
4 Ketting voor het transport van de pomp
5 Pompaansluitkabel, lengte 5 m
6 Broekstuk voor het aansluiten van 2 pompen.
4.3 Beschrijving van de pomp
– ééntraps met Vortex-waaier,
– verticale drukstuk,
– mechanische afdichting en afdichtring.
4.4 Beschrijving van de motor
– Wisselstroommotor met geïntegreerde motorbe-
veiliging die de motor bij overbelasting uitschakelt
en na afkoeling zelfstandig weer inschakelt; wordt
geleverd met elektrokabel, lengte 5 m en nets-
tekker, alsook aangebouwde vlotterschakelaar. De
condensator is geïntegreerd.
– De draaistroommotor wordt geleverd met vlot-
terschakelaar en 5 m lange stroomkabel zonder
standaardstekker.
– Beschermingsklasse: IP 68
– Isolatieklasse: B
– in olie werkende motor.
4.5 Leveringsomvang
– Dompelpomp compleet,
– Montage- en bedieningsvoorschriften.
4.6 Toebehoren
Toebehoren moeten apart worden besteld.
– Ketting
– Schakelkast voor automatische sensorafhan-
kelijke besturing van een dompelpomp of twee
dompelpompen,
– Alarmschakelkast.
– Afsluitkraan,
– Terugslagklep,
– Vlotterschakelaar.
5. Aansluit- en vermogensgegevens
Bij bestellingen van reserveonderdelen dienen
alle gegevens op het typeplaatje van de pomp te
worden vermeld
6. Opstelling/installatie
6.1 Montage
– Afbeelding 1: Installatie met wisselstroom-pomp,
met aangebouwde vlotterschakelaar en met een
alarmsignaal voor overloopbeveiliging (toebehoren).
– Afbeelding 2: Stationaire installatie met twee
pompen verbonden via een broekstuk en over-
eenkomstige regeling via 4 niveauregelaars.
AANWIJZING:
Uitschakelniveau:
In intermitterend bedrijf:
H min = 40 mm kortstondig,
In continu bedrijf:
H1 min = 230 mm (afbeeldingen 1-2)
De pomp moet in een voldoende grote schacht
worden geïnstalleerd om het aantal pompstarten
tot een minimum te beperken.
AANWIJZING:
Gebruik een aan de handgreep van de pomp
bevestigde ketting (of een kabel), nooit de elek-
tro- of vlotterkabel waaraan de installatie in de
schacht wordt neergelaten.
Let op dat de aansluitingskabel bij het neerlaten
Opgenomen vermogen P1 [kW]
zie typeplaatje
Nominaal motorvermogen P2 [kW]
zie typeplaatje
Nominale stroom I [A]
zie typeplaatje
Beschermingsklasse bij max. dompeldiepte
IP68
Isolatieklasse wikkeling
B
Dompeldiepte (
8
) max. [m]
2
Mediumtemperatuur [°C]
3 tot 40
Max. vrije doorlaat [mm]
Ø 40
Uitrusting
Kabeltype
H07RN-F
Kabellengte [m]
5
Vlotterschakelaar
aangesloten
Persaansluiting DN
1 1/2”
Niveauregeling (afbeelding 1 en 2)
Schachtafmetingen
š
min [mm]
450 x 450
Uitschakelniveau continu bedrijf H1min [mm]
230
Uitschakelniveau intermitterend bedrijf (kortstondig)
Hmin [mm]
40
WILO SE 09/2018