background image

Instellen van functies en uitlijnen van 
de bundel 

Zie  de  beschrijving  van  de  functies  voor  een 

uitgebreide uitleg van elk optie. 

 Schakel de stroom in met verwijderde kap. 

 Stel de functie-opties in 

Locatie 

Functies 

Functieschakelaar 

Zender/ 
ontvanger

 

Bundelkanaal 
(frequentie) 

 Kan. 1 

 Kan. 2 

 Kan.3 

 Kan. 4

Alleen 
zender 

Bundelvermogen 

Alleen 
ontvan- 
ger 

Signaaltoon 
uitlijning 

 AAN

 UIT 

Afstelling 
responstijd 

0,05sec. (standaard) 

0,3sec.

 

0,7sec. 

Anders 

Alarmuitgang 

Openencontact

Sluitercontact

Omgevings-
signaal 

 Openencontact

 Sluitercontact

Alarmgeheugen 

 Auto reset

 Handmatig 

 Afstellen optiekhoek 

13

 

-  Kijk aan beide kanten van de optiek van de bovenste 

zender  en  beweeg  deze  totdat  de  ontvanger 

zichtbaar is. 

-  Herhaal deze procedure voor de onderste optiek en 

herhaal dit dan voor de ontvanger. 

13

A

 - Zoeker 

13

- Horizontale fijnafstelschroef 

13

C

 - Verticale afstelschroef 

13

D

 - Afstelschijf 

 Fijn afstellen 

13

 

De eerste afstelling van de bundel kan worden gedaan 

met behulp van de uitlijnsignaaltoon. 

-  Bevestig  de  dempingsplaatjes  (opgeborgen  aan  de 

zijkanten  in  zender  en  ontvanger)  op  de  onderste 

optiek van zowel de zender als de ontvanger. 

-  Zet  de  schakelaar  voor  de  signaaltoon  van  de 

ontvanger op ON. 

-  Stel  de  optiek  af  met  de  afstelschroeven  zodat  de 

hoogste toon is bereikt. (N.B.: Er is geen toon als de 

LED van de uitlijnsignaaltoon verlicht is.) 

-  Keer  de  procedure  om,  d.w.z.  plaats  de 

dempingsplaatjes op de bovenste optiek van zender 

en ontvanger en herhaal het afstellen. 

-  Plaats na het afstellen de dempingsplaatjes weer in 

de opbergruimte in zender en ontvanger. 

-  Zet de uitlijntoonindicator op OFF. 

13

E

  -  LED  gevoeligheidsdemping  (licht  op  als  de 

ontvangst van de bundel beneden het minimumniveau 

komt) 

13

F

 - Schakelaar uitlijnsignaaltoon 

13

G

 - Bus voor testapparaat 

 Bundel uitlijnen met voltmeter 

13

H

 

Nauwkeurig  uitlijnen  is  mogelijk  met  behulp  van  een 

voltmeter (10VDC). Steek de kabels van de voltmeter 

van  de  voltmeter  in  de  aansluitbussen  van  de 

ontvanger.  De  meetresultaten  voor  uitlijning  zijn  als 

volgt. 

13

H

 -Voltmeter (10VDC) 

Aflezing voltmeter 

Uitlijning 

2,7V of meer 

Optimaal 

2,0V tot 2,7V 

Goed 

2,0V of minder 

Slecht, stel opnieuw af 

 Plaats de kap 

-  Plaats eerst de kap van de zender. 

-  Controleer of de LED van de gevoeligheidsdemping 

van de ontvanger uit blijft. Zet de kap op zijn plaats 

maar maak hem niet vast. Na vijf seconden klinkt een 

signaaltoon.  Na  dit  signaal  kunt  u  de  kap  van  de 

ontvanger vastzetten met schroeven. 

De  gevoeligheidstolerantie  wordt  automatisch 

ingesteld als de signaaltoon klinkt. 

Als  de  schakelaar  van  de  uitlijnsignaaltoon  per 

ongeluk op ON wordt gelaten, stopt de toon als de 

kap van de ontvanger wordt bevestigd. 

-  Als er een continue signaaltoon klinkt, neem dan de 

kap van  de ontvanger en  breng  hem  weer aan (zie 

automatische versterkingsregeling). 

Controle van de werking 

14

Na montage, uitlijnen en instellen van de automatische 

versterking loopt u door de bundel heen om de werking 

te controleren. Er zijn twee methoden: 

 Alleen LED alarm. 

 LED 

alarm 

en 

geluidscontrole 

met 

de 

uitlijnsignaalschakelaar.  Als  de  uitlijnsignaal-

schakelaar op ON wordt gezet, stopt de toon als de 

kap  wordt  teruggeplaatst  maar  er  kan  nog  vijf 

minuten  een  geluidstest  van  de  werking  uitgevoerd 

worden  nadat  de  automatische  versterking  is 

geblokkeerd. 

14

A:

 Controle met LED alarm 

14

B

: Controle met doorlooptest 

Beschrijving functies 

 Frequentiekeuze op 4 kanalen 

15

 

De  bundelparen  kunnen  op  verschillende  frequenties 

worden ingesteld om overspraak te voorkomen tussen 

apparaten  die  op  verschillende  niveaus,  in  lijn  of  in 

andere 

configuraties 

zijn 

geplaatst 

waarbij 

beïnvloeding van de ene bundel op de andere mogelijk 

is. Stel de frequentie in zoals aangegeven in de figuur 

15

ZORG DAT DE ZENDER EN DE ONTVANGER VAN 

EEN  PAAR  OP  HETZELFDE  KANAAL  ZIJN 

INGESTELD!   

Een  zender/ontvangerpaar  werkt  alleen  als  ze  op 

dezelfde frequentie zijn ingesteld. 

-  Aanbevolen wordt om een voltmeter te gebruiken om 

het hoogste niveau van stabiliteit te bereiken. 

-  Als twee bundels op twee niveaus geplaatst worden, 

moeten  de  actieve  infraroodmelders  boven  en 

beneden van hetzelfde type zijn 

 Keuze van het bundelvermogen 

Met deze optie kunt u de juiste bundelintensiteit kiezen 

voor  uw  speciale  toepassing.  Voor  afstanden  die 

aanzienlijk  kleiner  zijn  dan  de  aangegeven 

bewakingsafstand 

moet 

de 

bundelintensiteit 

verminderd worden om mogelijke reflectieproblemen te 

vermijden.  Voor  zones  waar  de  maximale 

bewakingsafstand 

wordt 

gebruikt, 

moet 

de 

bundelcapaciteit  op  de  hoogste  stand  worden 

ingesteld. 

Voor toepassingen binnenshuis waar meer kans is 

op  reflecties  moet  het  vermogen  op  L  (laag) 

worden ingesteld. 

L (laag) 

H (hoog) 

IS443 

tot 25m 

van 25m tot 50m 

IS444 

tot 75m 

van 75m tot 100m 

IS445 

tot 150m 

van 150m tot 200m 

 Automatische versterkingsregeling 

16

 

Met  de  automatische  versterkingsregeling  worden  de 

reactiegevoeligheid en de tolerantie van de apparaten 

gestandaardiseerd onafhankelijk van  de verschillende 

afstanden in een installatie. 

-  De  situaties  in 

16

  hebben  precies  dezelfde 

reactiegevoeligheid en tolerantie ondanks het feit dat 

de afstanden verschillen. 

Ongeveer  vijf  seconden  nadat  de  kap  op  zijn  plaats 

gezet  is,  geeft  de  ontvanger  een  signaaltoon.  Deze 

toon 

geeft 

aan 

dat 

de 

automatische 

versterkingsregeling  is  ingesteld.  Zie  het  overzicht 

hierna. 

Signaal-

toon 

Betekenis 

Re-

sul-

taat 

Oor-

zaak 

Actie 

Eén puls 

(zoem-

toon) 

Optimale 

gevoeligheid is 

ingesteld 

OK 

Continue 

toon (20 

sec.) 

Optimale 

gevoeligheid 

kan niet 

ingesteld 

worden 

Niet 

goed 

1. Bundel is onderbroken nadat de kap is 

geplaatst 

2. Bundels zijn niet goed uitgelijnd en de LED 

gevoeligheidsdemping is aan 

1. Verwijder alle voorwerpen die de bundel blokkeren en let 

op dat de hand die de kap tijdelijk vasthoudt de bundel niet 

onderbreekt 

2. Controleer de instelling van de bundelsterkte met de kap

open en lijn de bundels opnieuw uit. 

Er  klinkt een  toon  ongeacht  of  de 

zoemtoonschakelaar 

(uitlijnsignaal) 

in- 

of 

uitgeschakeld is. 

De automatische Versterking is vergrendeld, zelfs 

als de stroom uitvalt.

Als de kap ontvanger wordt verwijderd terwijl de 

voeding is ingeschakeld, wordt de automatische 

gain automatisch ingesteld op de maximale 

gevoeligheid.

 Geluidsindicator 

Hiermee  kunt  u  de  volgende  punten  met  behulp  van 

geluidssignalen controleren. 

  Test / signaal 

  Schakelaar voor uitlijnsignaal

 

  Andere instellingen/omstandigheden 

Beschrijving 

Bundel-

uitlijning 

ON  Kap ontvanger 

verwijderd 

Controle ontvangststerkte. 

De toonhoogte stijgt 

naarmate de ontvangst 

verbetert. N.B.: er klinkt 

geen toon als de LED 

gevoeligheidsdemping aan 

is of als de kap 

aangebracht is. 

Looptest 

ON  Gedurende 

ongeveer 5 min 

nadat de 

automatische 

versterkingsregel

ing is 

geblokkeerd 

Toon is gekoppeld aan 

alarm-LED. Beide worden 

tegelijk geactiveerd. 

Alarm- 

geheugen 

ON  Op 

handmatige 

opslag ingesteld 
(REMOTE) 

Bij onderbreking van de 

straal (sensor) klinkt er een 

signaaltoon 

(zie Alarmgeheugenfunctie) 

Automatische

versterkings- 

regeling 

ON 

of 

OFF 

Na plaatsing van 

de kap van de 

ontvanger 

Korte toon geeft aan dat de 

regeling is ingesteld. 

Continue toon (20 sec) 

geeft aan dat de afdekking 

verwijderd en weer 

aangebracht moet worden. 

 Functie responstijd wijzigen 

8

Deze  voorziening  kan  worden  gebruikt  om  de 

responstijd  van  de  bundel  zo  goed  mogelijk  aan  de 

situatie  aan  te  passen.  Wees  voorzichtig  met  het 

gebruik van de waarde van 0,7sec. Het gevolg kan zijn 

dat  een  snel  bewegende  persoon  niet  wordt 

opgemerkt. 

Door  de  potmeter  omhoog  te  draaien  wordt  de 

UL-keuring ongeldig. 

 Alarmuitgang 

10

 

Signaalugang  kan  gekozen  worden  (NC  of  NO) 

Aansluitspanning tot 30V (AC/DC) 

 Omgevingsmodule 

11

 

Het  omgevingsignaal  wordt  geactiveerd  als  het 

ontvangstniveau van de bundel ongeveer 80% of meer 

is  afgenomen.  De  module  let  op  een  geleidelijke 

vermindering  van  de  bundelontvangst,  die  duidt  op 

zeer  slechte  weersomstandigheden.  Er  is  keuze  uit 

signaalafgifte  met  rustcontakt  en  signaalafgifte  met 

werkcontakt.  (Contactvermogen  30V(AC/DC)  of 

minder.) 

20

Summary of Contents for IS443

Page 1: ...Ax i sp fl1853_b Edition 03 2016 L...

Page 2: ......

Page 3: ......

Page 4: ...00m AWG14 1 6mm 760m 6800m IS445 12V 24V AWG22 0 65mm 100m 900m AWG20 0 8mm 160m 1500m AWG18 1 0mm 250m 2200m AWG17 1 1mm 300m 2700m AWG16 1 25mm 400m 3600m AWG15 1 4mm 530m 4800m AWG14 1 6mm 660m 600...

Page 5: ...d be set to the highest level For indoor applications where there is a greater chance of reflections the setting should be LOW L low H high IS443 up to 25m above 25m up to 50m IS444 up to 75m above 75...

Page 6: ...iver Tighten 6 Optical parts of units are soiled Clean the optical parts with a soft cloth 7 Poor alignment Check and adjust again 8 Animals pass through the four beams Change environment of the insta...

Page 7: ...1 6mm 660m 6000m I Y ST Y Standard Installationskabel abgeschirmt Sind zwei oder mehr Schrankenpaare miteinander verbunden entspricht der maximale Leitungs abstand dem oben angegebenen Wert geteilt d...

Page 8: ...er und Empf nger arbeiten nicht wenn sie nicht auf denselben Kanal eingestellt sind Um den h chsten Stabilit tsgrad zu erreichen wird f r die Ausrichtung die Verwendung eines Voltmeters empfohlen Bei...

Page 9: ...n eines grossen Verbrauchers befinden sich in der N he von Sender und Empf nger W hlen Sie einen anderen Platz f r die Installation aus 5 Instabile Installation von Sender und Empf nger Stabilisieren...

Page 10: ...ST Y 1 0mm 250m 2200m I Y ST Y 1 1mm 300m 2700m I Y ST Y 1 25mm 400m 3600m I Y ST Y 1 4mm 530m 4800m I Y ST Y 1 6mm 660m 6000m I Y ST Y C ble d installation standard blind La distance de c blage maxim...

Page 11: ...utilisation d un voltm tre pour l alignement est recommand e afin d assurer un niveau de stabilit maximum Les faisceaux sup rieur et inf rieur doivent tre d un mod le identique pour les configuration...

Page 12: ...ositif de place 5 Installation instable de l metteur et du r cepteur Stabilisez l installation 6 L optique des dispositifs est encrass e Nettoyez l optique l aide d un chiffon doux 7 D faut d aligneme...

Page 13: ...WG17 1 1mm 300m 2700m AWG16 1 25mm 400m 3600m AWG15 1 4mm 530m 4800m AWG14 1 6mm 660m 6000m I Y ST Y cavo di installazione standard schermato In caso di collegamento tra due o pi sistemi la lunghezza...

Page 14: ...ETTITORE E IL RELATIVO RICEVITORE SIANO IMPOSTATI SULLO STESSO INTERVALLO CANALE I trasmettitori ricevitori accoppiati non funzioneranno se non verranno impostati sullo stesso canale Si raccomanda di...

Page 15: ...stacoli 4 In prossimit del trasmettitore e del ricevitore sono posati i cavi di un grande consumatore Installare le unit in un altro luogo 5 Installazione instabile del trasmettitore e del ricevitore...

Page 16: ...V 24V I Y ST Y 0 6 mm 100m 900m I Y ST Y 0 8 mm 160 m 1500 m I Y ST Y 1 0 mm 250 m 2200 m I Y ST Y 1 1 mm 300 m 2700 m I Y ST Y 1 25 mm 400 m 3600 m I Y ST Y 1 4 mm 530 m 4800 m I Y ST Y 1 6 mm 660 m...

Page 17: ...ANAL Los pares de emisores y receptores no funcionar n si no est n ajustados al mismo canal Se aconseja utilizar un volt metro para la alineaci n con el fin de asegurar un m ximo nivel de estabilidad...

Page 18: ...nestable Estabilice la instalaci n 6 Las pticas del emisor y del receptor est n sucias Limpie las pticas con un pa o suave 7 Alineaci n err nea Verifique y vuelva a ajustar 8 Es posible que animales p...

Page 19: ...IS445 12V 24V I Y ST Y 0 6mm 100m 900m I Y ST Y 0 8mm 160m 1500m I Y ST Y 1 0mm 250m 2200m I Y ST Y 1 1mm 300m 2700m I Y ST Y 1 25mm 400m 3600m I Y ST Y 1 4mm 530m 4800m I Y ST Y 1 6mm 660m 6000m I Y...

Page 20: ...zijn ingesteld Aanbevolen wordt om een voltmeter te gebruiken om het hoogste niveau van stabiliteit te bereiken Als twee bundels op twee niveaus geplaatst worden moeten de actieve infraroodmelders bo...

Page 21: ...e buurt van zender en ontvanger Installeer op een andere plaats 5 Onstabiele montage van zender en ontvanger Stabiliseer 6 Optiek van zender en ontvanger is vuil Reinig de optiek met een zachte doek 7...

Page 22: ...Issued by Vanderbilt Clonshaugh Business and Technology Park Clonshaugh Dublin D17 KV84 Ireland www service vanderbiltindustries com IS444 IS445 22...

Reviews: