51
NL
Bij elektrisch lassen aan de carrosserie moeten de aansluitin-
gen van het toestel van het boordnet worden gescheiden.
Als het apparaat met de plus- en minpool verkeerd wordt
aangesloten, activeert de zekering (43). Na het herstellen
van de juiste aansluiting en het vervangen van de zekering (43)
kan de verwarming verder worden gebruikt.
Als de caravan (voertuigklasse O) voor zelfstandig verwarmen
zonder aansluiting op het vaste net wordt gebruikt, moet er
een huishoudaccu worden aangesloten. Een voedingsspan-
ning van 12 V voor het zelfstandig verwarmen via de trek-
auto (PIN 9 of 10 – 13-polige stekker van de trekhaak) is niet
toegestaan.
Om een optimale stroomtoevoer te garanderen,
moet
de ver-
warming op het met een zekering beveiligde boordnet (centrale
elektra 10 A)
met een kabel van 2 x 2,5 mm²
(2 x 4 mm²
van 6 m tot maximaal 10 m totale lengte) worden aangesloten.
Eventueel moet rekening worden gehouden met spanningsver-
liezen in de stroomtoevoerleiding. Sluit de minkabel aan op de
centrale massa. Bij directe aansluiting op de accu moeten de
plus- en de minkabel worden gezekerd. Voor de aansluitingen
(40, 41) adviseren wij volledig geïsoleerde vlaksteekhulsen van
6,3 mm te gebruiken.
Er mogen verder geen verbruikers op de toevoerleiding wor-
den aangesloten!
Stroomtoevoer met netvoeding zonder accu
– De geregelde uitgangsspanning van de netvoeding moet
tussen de 11 V en 15 V liggen.
– De wisselspanningsrimpel moet < 1,2 Vss bedragen.
– De netvoeding moet de verwarming continu ten minste
25 A leveren. Indien dit, bij aansluiting en gebruik van nog
andere verbruikers op de netvoeding, niet gewaarborgd is,
heeft de verwarming een eigen netvoeding nodig.
Alternatief kan er een netvoeding worden gebruikt die de ver-
warming continu minimaal 10 A levert. Deze moet voor elk
uitgaand stroomcircuit aan uitgangszijde een kortsluitingsbe-
veiliging hebben. De kortsluitingsbeveiliging moet binnen 1 s
de stroomtoevoer naar de verwarming uitschakelen. Na een
uitschakeling door kortsluiting mag de stroomtoevoer pas
na inspectie van de verwarming en een extra handmatige
handeling (bijv. vergrendelen van een zekeringsautomaat of
het vervangen van een smeltzekering) weer worden hersteld.
Binnentemperatuurvoeler
De stekker van de aansluitkabel op aansluiting (46) schuiven
(geen verschil tussen plus- en minpool).
Bedieningselement / airconditioningsysteem
De volgende aansluitcombinaties zijn mogelijk.
Analoge bedieningselementen
1 Bedieningspaneel
CP classic
Combi
(verwarming zonder elektrische
verwarmingselementen)
Digitale bedieningselementen
1 Bedieningspaneel
CP plus
Combi (E)
(verwarming met / zonder elektri-
sche verwarmingselementen)
en
1 Airconditioningsys-
teem
Geschikte systemen – zie
gebruiksaanwijzing bedie-
ningspaneel CP plus
De stekkers van elk van de aansluitkabels in een van de aan-
sluitingen (47 of 48) steken en vastklikken.
Voedingsspanning 230 V ~
(Combi E – met elektrische verwarmingselementen)
De elektrische aansluiting 230 V mag uitsluitend door
gekwalificeerd vaktechnisch geschoold personeel (in
Duitsland bijv. vlg. VDE 0100, deel 721 of IEC 60364-7-721)
worden uitgevoerd.
De elektrische aansluiting 230 V moet worden aangesloten
op een stroomcircuit dat is beveiligd met een zekering van ten
minste 10 A (beter 16 A).
In het stroomcircuit van de caravan / camper moeten voor de
Combi E van fabriekswege voorhanden zijn:
– een geschikte aardlekschakelaar (FI-veiligheidsschakelaar)
– netscheidingsschakelaar (voor onderhouds- en
reparatiewerkzaamheden)
Deze schakelaars moeten op alle polen stroomloos worden
geschakeld en de voorgeschreven contactafstand (ten min-
ste 3,5 mm) hebben.
l = 150 cm
Afb. 23
– Kabels moeten met geschikte klemmen worden vastgezet.
– Kabels / leidingen van laagspaningsinstallaties moeten ge-
scheiden van die van zwakstroominstallaties worden gelegd.
Controle van de werking
Na de inbouw moet de afdichting van de gastoevoerleiding
volgens de drukverliesmethode worden gecontroleerd. Er
moet een keuringscertificaat (in Duitsland bijv. volgens het
DVGW-werkblad G 607) worden afgegeven.
Controleer vervolgens alle functies van het toestel volgens de
gebruiksaanwijzing, met name het aftappen van de waterin-
houd.
Geen aanspraak op garantie bij vorstschade!
De gebruiksaanwijzing moet aan de houder van het voertuig
worden overhandigd.
Het jaar waarin de verwarming in gebruik wordt geno-
men, moet op het typeplaatje worden aangekruist.
Waarschuwingen
De bij de verwarming geleverde gele sticker met de waar-
schuwingen moet door de inbouwfirma of de houder van het
voertuig op een voor iedere gebruiker goed zichtbare plaats in
het voertuig worden aangebracht! Als er stickers ontbreken,
kunnen deze bij Truma worden aangevraagd.