NL – 5
NL – 5
d)
Controleer of er geen deuken in de ovenruimte of in de
deur zitten.
e)
Controleer of het netsnoer en de stekker niet beschadigd
zijn.
Als de deur of de afdichtingen beschadigd zijn, mag de oven
niet gebruikt worden totdat hij door een vakman is gerepa-
reerd.
Nooit zelf aanpassingen, veranderingen of reparaties aan
de oven uitvoeren. Niemand, behalve een gekwalifi ceerde
technicus, dient onderhouds- of reparatiewerkzaamheden
uit te voeren waarbij een afdekking die bescherming biedt
tegen blootstelling aan microgolven, wordt verwijderd.
Dit kan gevaarlijk zijn.
Gebruik de oven niet wanneer de deur openstaat en bewerk de
vergrendingen van de deur niet. Gebruik de oven niet wanneer
er zich een voorwerp tussen de deurafdichtingen en pasvlak-
ken bevindt.
Laat vet of vuil zich niet opbouwen op de deurafdichtin-
gen of aangrenzende delen. Reinig de oven regelmatig en
verwijder voedselresten.
Volg de instructies voor “Onderhoud en reiniging”. Indien
de oven niet naar behoren schoon wordt gehouden, kan
dit leiden tot aantasting van het oppervlak. Dit kan dan
weer leiden tot een verkorte levensduur van het apparaat
en mogelijk tot gevaarlijke situaties.
Personen met een PACEMAKER dienen een dokter of de fa-
brikant van de pacemaker te raadplegen aangaande speciale
voorzorgsmaatregelen bij gebruik van combi-magnetrons.
Het voorkomen van de mogelijkheid van een elektrische
schok.
• De behuizing mag nooit worden geopend of verwijderd.
• Zorg dat er geen vloeistoff en of andere voorwerpen in de
openingen van de deurvergrendelingen of ventilatie-ope-
NL – 6