83
12. Verhelpen van storingen
Het modelvoertuig werd volgens de nieuwste technische inzichten vervaardigd. Er kunnen desondanks problemen of
storingen optreden. Omwille van deze reden willen wij u graag wijzen op enkele manieren om eventuele storingen op
te lossen. Neem bovendien de meegeleverde gebruiksaanwijzing van de afstandsbediening in acht!
Het model reageert niet
• Zijn de batterijen of accu’s in het voertuig of de zender leeg?
• Heeft u de zender en de rijregelaar ingeschakeld? Juist is: Altijd eerst de zender inschakelen, pas daarna de rijregel-
aar!
• Zijn de batterijen of accu’s correct in het voertuig of de zender geplaatst? Let op de juiste verpoling!
• Is het voertuig te ver weg? Bij volle batterijen/accu’s moet een bereik van 100 m en meer mogelijk zijn. Dit kan echter
verminderd worden door omgevingsinvloeden, vb. zender op dezelfde of nabije frequentie.
• Test de juiste positie van de stekker van de rijregelaar en van de stuurservo in de ontvanger. Als de stekkers 180°
omgekeerd zijn ingestoken, dan functioneren de rijregelaar en de stuurservo niet (wanneer de stekkers van rijregel-
aar en stuurservo met elkaar worden gewisseld, stuurt de gas-/remhendel de stuurservo en het draaiwiel de rij-
functie).
• Bij 2,4GHz-afstandsbedieningen moet de ontvanger aan de zender worden aangeleerd. Dit wordt “Binding” of “Pairing”
genoemd. Neem daarom de afzonderlijk meegeleverde gebruiksaanwijzing van de afstandsbediening in acht.
Het aanleren werd normaal gezien al door de fabrikant uitgevoerd, maar kan echter zoals in de gebruiksaanwijzing
voor de afstandsbediening beschreven zonder probleem nogmaals worden gestart.
Het voertuig blijft niet stilstaan als de gas/remhendel losgelaten wordt
• Stel de neutrale stand op de zender juist in met behulp van de trimming voor de rijfunctie.
Voertuig wordt langzamer of de stuurservo toont enkel nog geringe of helemaal geen reactie; de reikwijdte
tussen de zender en het voertuig is enkel zeer kort
• De batterijen/accu’s in het voertuig zijn zwak of leeg.
De stroomvoorziening van de ontvanger en daarmee ook de stuurservo gebeurt via de BEC van de rijregelaar.
Omwille daarvan leiden zwakke of lege batterijen/accu’s in het voertuig ertoe, dat de ontvanger niet meer goed
werkt. Vervang de batterijen/accu’s in het voertuig. Houd echter eerst een pauze van 5 minuten opdat de motor en
rijregelaar voldoende kunnen afkoelen.
• Controleer de batterijen/accu’s in de zender.
• Wij raden het gebruik van heroplaadbare NiMH-accu’s aan.