73
8. In bedrijf nemen
a) Carrosserie afnemen
De carrosserie is met klemmen beveiligd die uit de bouten getrokken moeten worden. Daarna kan de carrosserie naar
boven van het frame worden getild.
b) Antennekabel van de ontvanger aanleggen
Wikkel de antennekabel volledig af. Steek de kabel vervolgens
in het meegeleverde antennebuisje en plaats het in de daar-
voor voorziene houder op het voertuig (zie pijl in de afbeelding
rechts).
Overtollige antennekabel laat u gewoon los uit het uiteinde van
het antennebuisje hangen.
Kort de antennekabel nooit in!
c) Zender in bedrijf nemen
Open het batterijvak op de zender en plaats daar ofwel nieuwe batterijen ofwel volledig opgeladen accu’s. Let hierbij
op de juiste polariteit (plus/+ en min/-), zie aanduiding in het batterijvak. Het batterijvak weer sluiten.
Schakel de zender in. Controleer de functie van de zender.
Neem de meegeleverde gebruiksaanwijzing van de afstandsbediening in acht.
d) Batterijen/accu´s in het voertuig plaatsen
Ontkoppel eerst de steekverbinding, zie pijl in de afbeelding
rechts.
Boven elke houder bevindt zich een fixeerbeugel die met een
houderklem is vastgemaakt. Trek telkens de houderklem uit en
buig de fixeerbeugel naar boven.
Plaats vervolgens ofwel 4 batterijen of 4 NiMH-accu’s van het
type AA/mignon in de beide houders die zich rechts en links
aan het voertuig bevinden. Wij raden het gebruik van heroplaad-
bare NiMH-accu’s aan.
Let hierbij op de juiste polariteit (plus/+ en min/-), zie aandui-
ding in de houder.
Klap de fixeerbeugel opnieuw naar beneden en maak hem met
de in het begin verwijderde houderklemmen vast.
¨
¨