66
10. Ingebruikname van de zender
In de volgende hoofdstukken van deze gebruiksaanwijzing verwijzen de cijfers in de tekst altijd naar de
nevenstaande figuur of de afb. binnen de alinea. Dwarsverwijzingen naar andere afbeeldingen worden
met de overeenkomstige figuurnummers aangeduid.
a) Plaatsen van de batterijen/accu´s
Voor de voeding van de zender hebt u 8 alkalinebatterijen of accu´s nodig van het type Mignon (AA). Om ecologische
en economische redenen raden wij in ieder geval aan om accu´s te gebruiken daar deze via de ingebouwde
laadaansluiting van de zender opgeladen kunnen worden.
Ga voor het plaatsen van de batterijen of accu´s als volgt te werk:
Het deksel van het batterijvak (1) bevindt zich aan de
onderkant van de zender. Druk op het geribbelde oppervlak
(2) en schuif het deksel zijwaarts weg.
Plaats nu 8 batterijen of accu’s in het batterijvak. Let hierbij
op de juiste polariteit van de cellen. De minpool (behuizing)
van de batterij of accu moet contact maken met de
spiraalveer.
U vindt een bijbehorende aanduiding (3) op de bodem van
het batterijvak.
Denk er om steeds eerst rechts de 4 batterijen/accu’s onder
het tussendeel (4) te schuiven, voor de resterende 4
batterijen/accu’s kunnen worden geplaatst.
Schuif het deksel weer op het batterijvak en laat de
vergrendeling vastklikken.
b) Zenderaccu's opladen
Bij bedrijf met accu's kunt u op deze bus een laadbus (16)
aansluiten en de accu's in de zender laden.
Houd hierbij in ieder geval rekening met de polariteit van de
aansluitstekker. Het binnenste contact van de laadbus moet
met de plus-aansluiting (+) en het buitenste contact met de
min-aansluiting (-) van het laadapparaat worden verbonden.
De laadstroom dient ca. 1/10 van de capaciteit van de
geplaatste accu´s te bedragen. Bij accu´s met een capaciteit
van 2000 mAh bedraagt de laadstroom ca. 200 mA en de
laadtijd ca. 14 h.
Afb. 4
Afb. 5