NL
Nederlands –
10
6
.C - Programmering van de beweging die de motor automatisch moet uitvoeren wanneer
de regensensor
“aanwezigheid regen” detecteert
Voordat u met de procedure begint, rolt u het scherm half af.
01.
Houd de toets
n
ingedrukt en wacht tot de motor 2 bewegingen heeft uitgevoerd. Laat ten slotte de toets los.
02.
Houd de toets
t
ingedrukt en wacht tot de motor 3 bewegingen heeft uitgevoerd. Laat ten slotte de toets los.
03.
Houd de toets
n
ingedrukt en wacht tot de motor 2 bewegingen heeft uitgevoerd. Laat ten slotte de toets los.
04. •
Om het omhooggaan bij regen te programmeren
:
houd de toets
s
ingedrukt en wacht tot de motor 3 bewegingen heeft uitgevoerd.
Laat ten slotte de toets los.
•
Om het omlaaggaan bij regen te programmeren
:
houd de toets
t
ingedrukt en wacht tot de motor 3 bewegingen heeft uitgevoerd. Laat ten slotte de toets los.
04
04
5
sec.
5
sec.
5
sec.
01
03
02
5
sec.
2
3
3
2
5
sec.
3
=
=
Opmerking
– Tijdens de uitvoering van de procedure kan de programmering op elk gewenst moment geannuleerd worden door de toetsen
n
en
t
gedurende 4
seconden tegelijkertijd ingedrukt te houden. Als alternatief kunt u ook op geen enkele toets drukken en 60 seconden wachten tot de motor 6 bewegingen uitvoert.
6.
D -
Afstelling van het niveau van de klimaatsensor “wind”
In de fabriek is de activeringsdrempel op niveau 3 ingesteld; om deze te wijzigen gaat u als volgt te werk.
01.
Houd de toets
n
ingedrukt en wacht tot de motor 2 bewegingen heeft uitgevoerd. Laat ten slotte de toets los.
02.
Houd de toets
t
ingedrukt en wacht tot de motor 3 bewegingen heeft uitgevoerd. Laat ten slotte de toets los.
03.
Druk een aantal maal kort op de toets
s
, al naar gelang het niveau dat u wilt instellen voor de activeringsdrempel:
1 maal drukken
= windsnelheid van 5 km/h
2 maal drukken
= windsnelheid van 10 km/h
3 maal drukken
= windsnelheid van 15 km/h (fabrieksinstelling)
*
4 maal drukken
= windsnelheid van 30 km/h
5 maal drukken
= windsnelheid van 45 km/h
Na ongeveer 10 seconden voert de motor een aantal bewegingen uit, dat gelijk is aan het gekozen niveau.
Opmerking
– Als dit niet gebeurt, annuleert u de pro-
cedure. Op deze wijze wordt de afstelling beëindigd zonder dat het in de fabriek ingestelde niveau wordt gewijzigd.
04.
Houd de toets
n
ingedrukt en wacht tot de motor 3 bewegingen heeft uitgevoerd. Laat ten slotte de toets los.
5
sec.
01
02
5
sec.
04
1
/
2
/
3
/
4
/
5
/
10
sec.
03
0,5
sec.
x 1
= vento a 5 Km/h
x 2
= vento a 10 Km/h
x 3
= vento a 15 Km/h (
*
)
x 4
= vento a 30 Km/h
x 5
= vento a 45 Km/h
5
sec.
3
2
?
3
Opmerking
: • Tijdens de uitvoering van de procedure kan de programmering op elk gewenst moment geannuleerd worden door de toetsen
n
en
t
gedurende 4
seconden tegelijkertijd ingedrukt te houden. Als alternatief kunt u ook op geen enkele toets drukken en 60 seconden wachten tot de motor 6 bewegingen uitvoert.
•
Als u een sensor gebruikt die is voorzien van een “trimmer”, moet de drempel rechtstreeks op de sensor worden afgesteld, waarbij u rekening houdt met de instruc-
ties van de sensor.
x 1
= windsnelheid van 5 km/h
x 2
= windsnelheid van 10 km/h
x 3
= windsnelheid van 15 km/h (
*
)
x 4
= windsnelheid van 30 km/h
x 5
= windsnelheid van 45 km/h