Nederlands –
4
NL
5.6 -
Handmatige afstelling
van de hoogten voor de eindaanslagen Boven (“0”) en Onder (“1”)
Waarschuwing
:
– Met deze procedure is het teven mogelijk eventuele hoogten die al eerder zijn afgesteld via dezelfde procedure met nieuwe hoogten te overschrijven.
– Steeds wanneer de voeding voor de motor wordt ingeschakeld, worden er 2 bewegingen uitgevoerd, indien er niet ten minste één zender en de hoogten voor de
eindaanslagen zijn opgeslagen.
5.6.1 - De eindaanslag BOVEN (“0”) afstellen
Voordat u met de procedure begint, rolt u het scherm half af.
01.
Houd de toets
n
ingedrukt en wacht tot de motor 2 bewegingen heeft uitgevoerd. Laat ten slotte de toets los.
02.
Houd de toets
n
ingedrukt en wacht tot de motor 4 bewegingen heeft uitgevoerd. Laat ten slotte de toets los.
03.
Houd de toets
s
ingedrukt en wacht tot de motor 2 bewegingen heeft uitgevoerd. Laat ten slotte de toets los.
04.
Afstelling van de hoogte
:
houd toets
t
(of
s
) ingedrukt tot het scherm de gewenste hoogte “0” heeft bereikt.
Opmerking
– om de hoogte precies af te stel-
len, drukt u meerdere malen op de toetsen
s
en
t
(bij elke druk op de toetsen beweegt het scherm enkele millimeters).
05.
Houd de toets
n
ingedrukt en wacht tot de motor 3 bewegingen heeft uitgevoerd. Laat ten slotte de toets los.
5
sec.
01
04
02
05
5
sec.
03
5
sec.
“
0
”
5
sec.
2
2
4
3
Opmerking
– Tijdens de uitvoering van de procedure kan de programmering op elk gewenst moment geannuleerd worden door de toetsen
n
en
t
gedurende 4
seconden tegelijkertijd ingedrukt te houden. Als alternatief kunt u ook op geen enkele toets drukken en 60 seconden wachten tot de motor 6 bewegingen uitvoert.
5.6.2 - De eindaanslag ONDER (“1”) afstellen
Voordat u met de procedure begint, rolt u het scherm half af.
01.
Houd de toets
n
ingedrukt en wacht tot de motor 2 bewegingen heeft uitgevoerd. Laat ten slotte de toets los.
02.
Houd de toets
n
ingedrukt en wacht tot de motor 4 bewegingen heeft uitgevoerd. Laat ten slotte de toets los.
03.
Houd de toets
t
ingedrukt en wacht tot de motor 2 bewegingen heeft uitgevoerd. Laat ten slotte de toets los.
04.
Afstelling van de hoogte
:
houd toets
t
(of
s
) ingedrukt tot het scherm de gewenste hoogte “1” heeft bereikt.
Opmerking
– om de hoogte precies af te stel-
len, drukt u meerdere malen op de toetsen
s
en
t
(bij elke druk op de toetsen beweegt het scherm enkele millimeters).
05.
Houd de toets
n
ingedrukt en wacht tot de motor 3 bewegingen heeft uitgevoerd. Laat ten slotte de toets los.
5
sec.
01
04
02
05
5
sec.
03
5
sec.
5
sec.
“
1
”
2
2
4
3
Opmerking
– Tijdens de uitvoering van de procedure kan de programmering op elk gewenst moment geannuleerd worden door de toetsen
n
en
t
gedurende 4
seconden tegelijkertijd ingedrukt te houden. Als alternatief kunt u ook op geen enkele toets drukken en 60 seconden wachten tot de motor 6 bewegingen uitvoert.
––––––––––
Opmerking
– Na de afstellingen wordt met de toets
s
de manoeuvre Omhoog en met de toets
t
de manoeuvre Omlaag aangestuurd. Het scherm beweegt binnen
de limieten die zijn bepaald door de ingestelde hoogten voor de eindaanslagen.
5.3.4 - Aantal zenders die in het geheugen kunnen worden
opgeslagen
Er kunnen 30 zenders in het geheugen worden opgeslagen als deze allemaal in “Mo-
dus I” in het geheugen worden opgeslagen; er kunnen 30 afzonderlijke instructies
(toetsen) in het geheugen worden opgeslagen als deze allemaal in “Modus II” in het
geheugen worden opgeslagen. De twee modi kunnen met elkaar worden gecombi-
neerd tot een maximum van 30 in het geheugen opgeslagen eenheden.
5.4 - Te gebruiken zender voor de programmerings
-
procedures
l
De programmeringsprocedures mogen alleen worden uitgevoerd met een
Nice-zender die ten minste is voorzien van de toetsen
s
,
n
en
t
.
l
De programmeringsprocedures mogen alleen worden uitgevoerd met een zender
die in “Modus I” in het geheugen is opgeslagen (paragraaf 5.5 of 5.8.1).
l
Als de zender die voor de progammering is gebruikt, meerdere automatiserings-
groepen aanstuurt, moet tijdens een procedure, voordat er een instructie wordt
verzonden, eerst de “groep” worden geselecteerd waartoe de automatisering be-
hoort die geprogrammeerd wordt.