
310
PMML0129A rev.4 - 02/2010
ELEKTRISCHE BEDRADING
15.4. ELEKTRISCHE BEDRADING TUSSEN BINNEN- EN BUITENUNIT
Sluit de elektrische bedrading tussen de binnen- en buitenunit
aan, zoals hieronder is afgebeeld.
Controleer of de terminal voor de voedingskabels (terminals
“L1” tot en met “L1”, “L2” tot en met “L2”, “L3” tot en met “L3” en
“N” tot en met “N” van elke terminalkaart: 380-415VAC), en de
tussenliggende draden (bedieningskabel: terminals “1” tot en met
“1” en “2” tot en met “2” van elke terminalkaart: 5 VDC) tussen de
binnenunit en de buitenunit correct samenvallen. Als dit niet het
geval is, zullen bepaalde onderdelen beschadigd raken.
Volg de lokale voorschriften en richtlijnen bij het aanbrengen
van elektrische bedrading.
Sluit de bedieningskabel aan op de units in dezelfde
koelmiddelcyclus (de koelmiddelleiding en de bedrading
van de bediening moeten worden aangesloten op dezelfde
binnenunits). Als de koelmiddelleiding en de bedrading van
de bediening worden aangesloten op de units in de andere
koelmiddelcyclus, werkt het systeem niet.
Gebruik afgeschermde gevlochten kabels voor
bedieningskabels tussen de buiten- en binnenunit en tussen
binnenunits (verbinding H-Link)
U kunt ook afgeschermde kabels gebruiken.
U mag de afgeschermde kabel slechts aan één zijde verbinden
met de aardedraad.
Gebruik geen kabels met meer dan drie kernen voor
bedieningskabels (H-Link). Kies de grootte van de kern
overeenkomstig de nationale regelgeving.
Sluit de bedieningskabel voor de units aan op dezelfde
koelmiddelcyclus (de koelmiddelkabel wordt aangesloten op
binnenunits met de koelmiddelleiding aangesloten op dezelfde
buitenunit). Als alle koelmiddelleidingen en de bedieningskabel
zijn aangesloten op units van een andere cyclus, werkt het
systeem niet.
Als u meerdere buitenunits wilt aansluiten vanuit één
voedingskabel, brengt u een extra gat aan bij het aansluitgat
voor de voedingskabels.
De aanbevolen onderbrekercapaciteit wordt weergegeven in de
tabel met elektrische gegevens en de aanbevolen bedrading,
onderbrekercapaciteit/1 BU.U.
Als u een of meerdere geleidebuizen voor tussenbedrading niet
gebruikt, zet u de rubbermoffen met een plakmiddel vast op het
paneel.
Alle tussenbedrading en apparatuur moeten voldoen aan lokale
en internationale bepalingen.
Unit
Naam van dip-
schakelaar
Markering
Fabrieksinstelling
Functie
Buitenunit
Koelmiddelcyclus
DSW4
&
RSW1
0
Voor het instellen van het adres van de koelmiddelcyclus
van de buitenunit. De instelling van DSW4 en DSW1 mag
de instelling van andere buitenunits in hetzelfde H-LINK-
systeem niet overlappen.
Weerstand eindterminal
DSW5
Voor een overeenkomende impedantie van het
transmissiecircuit. Stel DSW5 in volgens het aantal
buitenunits in het H-LINK-systeem. Instelling van weerstand
eindterminal.
In de fabriek is pen nr. 1 van DSW5 ingesteld op de AAN-
stand.
Als het aantal buitenunits in één H-koppeling twee of meer
bedraagt, plaatst u pen nr. 1 van DSW5 van de tweede unit
in de UIT-stand. Als slechts één buitenunit wordt gebruikt,
hoeft u de instelling niet te wijzigen.
Binnenunit
Koelmiddelcyclus
DSW5
Voor het instellen van het adres van de koelmiddelcyclus
van de binnenunit. Plaats de DSW5 die overeenkomt met
het adres van de buitenunit in dezelfde koelmiddelcyclus.
Adres van binnenunit
RSW
0
Voor het instellen van het adres van de binnenunit.
De instelling van RSW mag de instelling van andere
binnenunits in dezelfde koelmiddelcyclus niet overlappen.
(Als u deze instelling niet aanbrengt, wordt de functie voor
het automatisch instellen van de adressen uitgevoerd.)