
286
PMML0129A rev.4 - 02/2010
■
De richting van de jaloezieafsluiting instellen
Druk op de schakelaar SWING LOUVER, waarna de stand van de jaloezieafsluiter begint
te veranderen. Als u nogmaals op de schakelaar SWING LOUVER drukt, wordt de
jaloezieafsluiter op de betreffende positie vastgezet.
Wanneer u herhaaldelijk op de schakelaar SWING LOUVER drukt, herhaalt de
jaloezieafsluiter de cyclus van stoppen en kantelen.
■ Jaloezieafsluiter is vastgezet
De indicator geeft de richting van de luchtstroom aan.
■ Jaloezieafsluiter beweegt automatisch
De indicator beweegt voortdurend, overeenkomstig de stand van de jaloezieafsluiter.
OPMERKING:
In de verwarmingsstand wordt de hoek van de afsluiter automatisch gewijzigd.
5.1.3. BEDIENINGSPROCEDURE VOOR VENTILATIE
Deze functie is alleen beschikbaar wanneer de totale warmtewisselaar is aangesloten.
Wanneer u onderstaande procedures uitvoert terwijl de totale warmtewisselaar niet is
aangesloten, knippert gedurende 5 seconden de indicator NO FUNCTION.
ATTENTIE
■
Ventilatie
Druk op de schakelaar VENTI
Wanneer u herhaaldelijk op de schakelaar VENTI drukt, verandert de indicator
achtereenvolgens in A/C, VENTI en A/C+VENTI.
OPMERKING:
Neem contact op met uw distributeur of dealer van HITACHI voor meer informatie.
Wanneer de bedrijfsmodus wordt veranderd in VENTI tijdens afzonderlijke werking van
de airconditioner, wordt de airconditioner stopgezet.
Wanneer de bedrijfsmodus wordt gewijzigd in A/C tijdens afzonderlijke werking van de
totale warmtewisselaar, wordt de totale warmtewisselaar stopgezet.
5.1.4. BEDIENINGSPROCEDURE VOOR AUTOMATISCHE KOELING/VERWARMING
De automatische koeling/verwarming moet worden ingesteld met de optionele functie. Neem
contact op met uw distributeur of dealer van HITACHI voor meer informatie.
Deze functie is bedoeld om de bedrijfsmodus (koeling of verwarming) automatisch te laten
wijzigen overeenkomstig het temperatuurverschil tussen de ingestelde temperatuur en de
temperatuur van de aangezogen lucht.
Wanneer de temperatuur van de aangezogen lucht 3 C hoger is dan de ingestelde
temperatuur, wordt de bedrijfsmodus veranderd in COOL (Koeling), en wanneer de
temperatuur 3 °C lager is dan de ingestelde temperatuur, wordt de bedrijfsmodus gewijzigd in
HEAT (Verwarming).
OPMERKING:
Wanneer het systeem werkt als verwarming bij een lage ventilatorsnelheid, zorgt de
beveiligingsinstallatie ervoor dat het systeem regelmatig wordt stopgezet. Stel in dat
geval de ventilatorsnelheid in op HIGH of MED.
De verwarmingsfunctie werkt niet wanneer de buitentemperatuur hoger ligt dan
ongeveer 21 ºC.
Het temperatuurverschil tussen koeling en verwarming is vrij groot wanneer u deze
functie gebruikt. Daarom kunt u deze functie niet gebruiken voor de airconditioning
van een ruimte waarin de temperatuur en luchtvochtigheid nauwkeurig moeten worden
geregeld.
GEBRUIK VAN DE
EXTERNE BEDIENING