301
PMML0129A rev.4 - 02/2010
NEDERLANDS
■
Leidingen isoleren
Isoleer de koelmiddelleidingen zoals hieronder wordt afgebeeld
Nadat de koelmiddelleidingen zijn aangesloten, dicht u de
leidingen af met isolatiemateriaal (niet meegeleverd). Zorg dat de
koppelingen en opgetrompte moeren bij de leidingaansluitingen
volledig worden geïsoleerd. Door de vloeistof- en gasleidingen
volledig te isoleren, voorkomt u condensvorming op de leidingen
en prestatievermindering.
Opgelet voor lekkage van koelmiddel
Bestekschrijvers/installateurs moeten lokale voorschriften en
richtlijnen opvolgen die veiligheidsmaatregelen tegen de lekkage
van koelmiddel specificeren.
De maximaal toelaatbare concentratie HCFC/HCF-gas
Het koelmiddel R410A, geladen in het HRNM-systeem, heeft
betrekking op een onbrandbaar en niet-giftig gas. Wanneer
er lekkage optreedt en het gas zich verspreidt in een vertrek,
bestaat echter mogelijk verstikkingsgevaar.
De maximaal toelaatbare concentratie HCFC/HFC-gas, R410A
in de lucht is 0,44 kg/m³, overeenkomstig EN378-1.
In geval van lekkage moeten dan ook effectieve maatregelen
worden getroffen om de R410A-concentratie in de atmosfeer
terug te brengen naar een waarde beneden 0,44 kg/m³.
Koelmiddelconcentratie berekenen
1. Bereken de totale hoeveelheid koelmiddel R (kg) waarmee
het systeem is gevuld dat alle binnenunits in de te behandelen
vertrekken verbindt.
2. Bereken het volume V (m³) van elk vertrek.
3. Bereken de koelmiddelconcentratie C (kg/m³) in het vertrek
aan de hand van de onderstaande vergelijking:
R
___ < C
V
R: Totale hoeveelheid geladen koelmiddel (kg)
V: Volume van vertrek (m³)
C: Koelmiddelconcentratie 0,44 kg/m³ voor R410A
Tegenmaatregel voor lekkage van koelmiddel volgens KHK-
standaard
1. Zorg voor een opening zonder luiken zodat frisse lucht in de
kamer kan circuleren.
2. Zorg voor een opening zonder deur met een afmeting van 0,15 %
of meer in verhouding tot het vloergedeelte.
3. Let goed op de plaats, zoals een kelder, enz., waar
koelmiddel kan achterblijven, aangezien koelmiddel zwaarder
is dan lucht.
12.1.3. AANSLUITING VAN LEIDINGEN
- De leidingen kunnen worden aangesloten vanuit vier
richtingen. Maak gaten in de leidingklep of de behuizing
waar de leidingen uit kunnen. Neem de leidingklep weg van
de unit en maak gaten door langs de lijn aan de achterkant
van de klep te snijden of door gaten te prikken met een
schroevendraaier. Verwijder onevenheden met een mes.
(a) De leidingen aan de voor- en rechterkant. Kies de juiste
uitdrijfafmeting, die afhangt van of het voor voedings- of
overgangsbekabeling is.
B
A
Om de gas- en vloeistofleidingen goed aan te sluiten
is voedingsbekabeling van minder dan 14 mm en
overgangsbekabeling van deel “A” beschikbaar.
OPMERKINGEN:
Controleer wanneer geleiding wordt gebruikt de diameter
van de buis voordat u deel “B” verwijdert.
Voorzijde
Leidingklep
Voorzijde
Leidingen
(Uitdrijfgat)
Leidingen aan de onderzijde
Leidingen
(Leidingkap)
Leidingen aan de achterzijde
(Uitdrijfgat)
Leidingen aan de achterzijde
(Uitdrijfgat)
Leidingkap aan de
achterzijde
Duw de kap
zachtjes omlaag
Leidingkap aan de
voorzijde
Leidingen aan de
achterzijde
Achterklep
Leidinggaten aan de voorzijde
Leidinggaten aan de rechterzijde
Sluitventiel
Isolatie
(niet meegeleverd)
Koelmiddelleiding
(niet meegeleverd)
LEIDINGEN EN
KOELMIDDEL VULLEN
