Nederla
n
ds (NL)
435
9. In bedrijf nemen
Voorafgaand aan het opstarten dienen de aansluiting en de
instellingen te zijn uitgevoerd overeenkomstig de paragrafen
.
Het opstarten dient uitgevoerd te worden door geautoriseerd per-
soneel.
Ga als volgt te werk:
1. Controleer alle aansluitingen.
2. Sluit de stekker aan op de voedingspanning en doorloop de
stappen tijdens het opstarten van de regelaar.
NB:
Het duurt maximaal 45 seconden om de regelaar op te
starten ('booten'). Deze tijdsduur kan worden verkleind tot
5 seconden door de OK-toets in te drukken. Wanneer de voe-
dingspanning voor de eerste keer wordt aangesloten, kan
worden gekozen uit drie waarden voor het inschakelniveau
(180, 250 of 315 mm boven vloerniveau) in overeenstemming
met de hoogte van de instroomleiding naar de opvangtank.
Als de instroomhoogte tussen twee niveaus ligt, kies dan het
laagste niveau voor inschakelen in het display. Alle andere
instellingen zijn vooraf ingesteld. Sommige instellingen kun-
nen gewijzigd worden. Zie paragraaf
. Nu is de regelaar gereed voor automatische modus (keu-
zeschakelaar in pos. AUTO).
3. Open de afsluitkleppen in de pers- en instroomleidingen.
4. Activeer een sanitaire voorziening die is aangesloten op de
instroomzijde van de Multilift MD of MLD en controleer het stij-
gende vloeistofniveau in de tank tot aan het inschakelniveau.
Controleer tenminste tweemaal de in- en uitschakelingen.
10. Onderhoud en service
De Multilift MD en MLD hebben minimaal onderhoud nodig.
Volgens EN 12056-4 moeten opvoerinstallaties met de volgende
periodieke intervallen worden gecontroleerd:
• elke 12 maanden in eengezinswoningen
• elke 6 maanden in meergezinswoningen
• elke 3 maanden bij commerciële en industriële toepassingen.
Tijdens de controle moet lokale regelgeving nageleefd worden.
De periodieke controle van de opvoerinstallatie moet uitgevoerd
worden door geautoriseerd personeel en moet elektrisch en
mechanisch onderhoud bevatten.
Controleer de volgende punten:
•
Pers- en instroomaansluitingen
Controleer dat alle aansluitingen naar de opvoerinstallatie vast
zitten en niet lekken. Zorg ervoor dat er geen gewicht van de
instroom-, pers- en ontluchtingsleidingen op de tank rust.
Lange leidingen, kleppen etc. moeten ondersteund worden.
•
Elektriciteitsverbruik
Zie typeplaatje.
•
Kabeldoorvoer
Zorg ervoor dat de kabeldoorvoer waterdicht is en dat er geen
knikken of beknellingen in de kabels zitten.
•
Pomponderdelen
Verwijder acht schroeven, monteer de pomp los van de tank
en controleer dat de ontluchtingsopening van het pomphuis
vrij is. Als de pomp opnieuw gemonteerd wordt adviseren we
om de O-ring tussen pomp en tank te vervangen. Doe een
testrun met schoon water. Neem contact op met Grundfos in
geval van lawaai, trillingen of abnormale werking.
•
Kogellagers
Controleer de as op luidruchtig of zwaar lopen. Vervang defecte
kogellagers. In geval van defecte kogellagers of een slecht
functionerende motor dient de pomp normaal gesproken te wor-
den gereviseerd. Dit dient door de fabrikant of een erkend ser-
vicebedrijf gedaan te worden.
Reinigen van de terugslagklep (indien nodig)
Ga als volgt te werk:
1. Sluit de afsluitkleppen in de persleiding en in de instroomlei-
ding (indien aangebracht) of laat de persleiding leeglopen
door de aftapschroef aan de zijde van de terugslagklep vast te
draaien. Zie afb.
2. Reinig de terugslagklep via het inspectiedeksel. Vervang de
afdichting van het inspectiedeksel bij het terugplaatsen van de
terugslagklep.
Waarschuwing
Voordat u begint met werkzaamheden aan een
pomp die gebruikt wordt voor het verpompen van
vloeistoffen die schadelijk kunnen zijn voor de
gezondheid, dient een grondige reiniging en ont-
luchting plaats te vinden van de pomp, put etc. in
overeenstemming met de lokale richtlijnen.
Waarschuwing
Voordat u aansluitingen maakt in de LC 221 of
met werkzaamheden aan de pomp of put etc.
begint, dient u er zeker van te zijn dat de voe-
dingspanning is uitgeschakeld en niet per onge-
luk kan worden ingeschakeld.
N.B.
Als de pompkabel losgekoppeld is geweest van
de regelaar, bijvoorbeeld om de kabel door een
lege kabelgoot te leiden, controleer dan de draai-
richting van de pomp. Zie paragraaf
Waarschuwing
Alvorens te beginnen met werkzaamheden aan
opvoerinstallaties die gebruikt worden voor het
verpompen van vloeistoffen die wellicht schade-
lijk zijn voor de gezondheid, dient de opvoerin-
stallatie grondig doorgespoeld te zijn met
schoon water en moet de persleiding afgetapt
zijn. Spoel na demontage de onderdelen in water
schoon. Zorg dat de afsluitkleppen gesloten zijn.
De werkzaamheden moeten uitgevoerd worden in
overeenstemming met de plaatselijke regelge-
ving.
Waarschuwing
Voordat u aansluitingen maakt in de LC 221 of
met werkzaamheden aan opvoerinstallaties
begint, dient u er zeker van te zijn dat de voe-
dingspanning is uitgeschakeld en niet per onge-
luk kan worden ingeschakeld.
Summary of Contents for LC 221
Page 1: ...Multilift MD MLD Installation and operating instructions GRUNDFOS INSTRUCTIONS...
Page 2: ...2...
Page 41: ...BG 41 7 LC 221 7 1 LC 221 11 11 LC 221 TM05 1861 3811 1234 AUTO 7 3 7 2...
Page 42: ...BG 42 1 1 1 2 2 2 7 4...
Page 59: ...BG 59 14 1 2 Grundfos...
Page 178: ...GR 178 6 LC 221 6 1 LC 221 11 11 LC 221 TM05 1861 3811 1234 AUTO 6 3 6 2 Alarm...
Page 179: ...GR 179 1 1 1 2 2 2 6 4...
Page 196: ...GR 196 13 1 2 Grundfos...
Page 314: ...KZ 314 6 LC 221 6 1 Description of display LC 221 11 11 LC 221 TM05 1861 3811 1234 6 3 6 2...
Page 315: ...KZ 315 1 1 1 2 2 2 6 4...
Page 319: ...KZ 319 30 14 F015 1 RELAY 1 F016 1 RELAY 1 F017 2 RELAY 2 F018 2 RELAY 2 TM05 3455 0412...
Page 332: ...KZ 332 13 1 2 Grundfos...
Page 451: ...UA 451 6 LC 221 6 1 LC 221 11 11 LC 221 TM05 1861 3811 1234 AUTO 6 3 6 2 Setup...
Page 452: ...UA 452 1 1 1 2 2 2 6 4...
Page 469: ...UA 469 13 1 2 Grundfos...
Page 528: ...RU 528 DN 70 1 4 DN 150 1 DN 50 1 DN 80 8 M16 x 65 1...
Page 536: ...RU 536 8 LC 221 8 1 LC 221 11 11 LC 221 TM05 1861 3811 1234 8 3 8 2...
Page 537: ...RU 537 1 1 1 2 2 2 8 4...
Page 551: ...RU 551 13 LC 221 1 a 7 2 LC 221 b 8 LC 221 c d RELAY F018 e f SENSOR F005 F006 12 4 Grundfos g...
Page 552: ...RU 552 2 a 12 4 b F011 F012 3 3 3 60 33 c TEMP F005 F006 LC 221 10 4 LC 221 S3 14 12 4 3 a 24...
Page 757: ...CN 757 6 LC 221 6 1 LC 221 11 11 LC 221 TM05 1861 3811 1234 AUTO 6 3 6 2...
Page 758: ...CN 758 1 1 1 2 2 2 6 4...
Page 762: ...CN 762 Man Auto ON OFF AUTO OFF ON OFF AUTO OFF 30 14 TM05 3455 0412...
Page 774: ...Appendix 774 Appendix 1 Fig A Dimensional sketches MD TM05 0441 1011...
Page 775: ...Appendix 775 Fig B Dimensional sketches MLD TM05 0442 1011...
Page 793: ...793...
Page 794: ...794...