307
WERKING EN KENMERKEN
Het assortiment I-CON premium bestaat uit verschillende bedrijfsmodi die hieronder worden beschreven.
9.1
AUTOSTART DLM
De oplaadstations AUTOSTART DLM kunnen 2 verschillende oplaadmodi beheren.
De eerste noemt ECO en de tweede noemt DLM.
De ene modus sluit de andere uit, maar het is mogelijk om deze configuratie naar behoefte te variëren. Voor de
bedrijfsmodus DLM is het noodzakelijk om een specifieke energiemeter op het station aan te sluiten, zoals is
aangegeven in de hoofdstukken 6 en 7.2.3 en 7.2.4.
De vereenvoudigde modus ECO is standaard ingesteld op het oplaadstation.
9.1.1 BEDRIJFSMODUS ECO
Deze modus is standaard ingesteld op het oplaadstation, en het laadvermogen is het nominale vermogen dat is
geassocieerd met de referentiecode GWJ.
De gebruiker kan deze modus verder aanpassen door in te werken op het laadvermogen, te kiezen uit een reeks
beschikbare waarden en/of een uurbereik aan te geven waarbinnen het opladen zal worden beheerd (buiten het
ingestelde tijdsbereik wordt het onderbroken of beëindigd).
9.1.2 BEDRIJFSMODUS DLM
Deze modus moet specifiek worden ingesteld door de klant/installateur door de standaard ingestelde ECO-modus
te vervangen. Op deze manier wordt, na de instelling van enkele systeemparameters, het laadvermogen onafhan-
kelijk beheerd door het oplaadstation op basis van het huishoudelijk verbruik.
Als het huishoudelijk verbruik toeneemt, wordt het laadvermogen verminderd tot het wordt onderbroken. Als het
huishoudelijk verbruik wordt verminderd, kan het vermogen toenemen.
9.2 RFID
De oplaadmodus RFID duidt aan dat de sessie wordt geactiveerd en onderbroken door het gebruik van RFID-kaar-
ten die door de beheerder zijn geleverd en vooraf zijn toegevoegd aan de lokale White List van het station.
9.3 CLOUD OCPP
De modus CLOUD duidt aan dat het oplaadstation is verbonden met een besturings- en beheerplatform. Via dit
platform is het mogelijk om het station tijdens de werking te besturen en te controleren, en de oplaadsessies
op te slaan. Voor de eindklant zal de toegang tot de dienst mogelijk zijn via een APP of via RFID-kaarten die zijn
gecombineerd met hun profiel in volledige autonomie.
9.
OPGELET:
om ongewenste onderbrekingen van de huishoudelijke meter te voorkomen, is de logica die is
geïmplementeerd op het energiebeheer van het voorzorgstype.
Om tegemoet te komen aan de verschillende behoeften en manieren om auto's op te laden, is de minimum
stroom die nodig is voor het opladen 8A voor stations met enkelfasige stroomvoorziening en 13A voor
stations met driefasige stroomvoorziening. Voor de bedrijfsmodus DLM is het noodzakelijk om een specifieke
energiemeter op het station aan te sluiten, zoals is aangegeven in de hoofdstukken 6 en 7.2.3 en 7.2.4.
Summary of Contents for JOINON I-CON PREMIUM GWJ3201A
Page 15: ...15 Fissaggio mediante staffe supporto palo GW46551 ...
Page 41: ......
Page 55: ...55 Fixing with the aid of support brackets on pole GW46551 ...
Page 81: ......
Page 95: ...95 Fixation sur pattes support du poteau GW46551 ...
Page 121: ......
Page 135: ...135 Fijación mediante grapas de soporte poste GW46551 ...
Page 161: ......
Page 175: ...175 Befestigung mit Masthalterungen GW46551 ...
Page 201: ......
Page 215: ...215 Fixarea cu ajutorul suporturilor de susținere a stâlpului GW46551 ...
Page 241: ......
Page 255: ...255 Rögzítés oszlopra való tartókengyelekkel GW46551 ...
Page 281: ......
Page 295: ...295 Bevestiging met behulp van steunbeugels paal GW46551 ...
Page 321: ......
Page 322: ......
Page 323: ......