32
¡
Bewaar de gebruiksaanwijzing en de pro-
ductinformatie voor later gebruik of voor
volgende eigenaren.
¡
Alleen een geautoriseerde vakman mag
het apparaat aansluiten.
¡
Sluit voor aanvang van alle werkzaamhe-
den altijd de stroomtoevoer af.
¡
Dit apparaat nooit in boten of voertuigen
gebruiken.
¡
Houd de aanbevelingen van de fabrikant
van het werkblad aan.
Veilige montage
Neem bij het monteren van het apparaat de veilig-
heidsaanwijzingen in acht.
De veiligheid is alleen gewaarborgd bij een deskun-
dige montage volgens de montagehandleiding. De
installateur is verantwoordelijk voor een goede wer-
king op de plaats van opstelling.
WAARSCHUWING ‒ Kans op letsel!
Onderdelen die tijdens de montage toegankelijk zijn,
kunnen scherp zijn en tot snijletsels leiden.
▶
Veiligheidshandschoenen dragen.
WAARSCHUWING ‒ Kans op explosie!
Als er gas vrijkomt, kan dat leiden tot een explosie.
▶
Alleen een geautoriseerde vakman mag het appa-
raat aansluiten.
▶
Sluit voor alle werkzaamheden aan het apparaat
de stroomtoevoer en de gastoevoer af.
▶
Bij de installatie moeten de actuele geldige bouw-
voorschriften en de voorschriften van de plaatselij-
ke stroom- en gasleverancier in acht worden ge-
nomen.
▶
Na werkzaamheden aan de gasaansluiting, de
gasaansluiting altijd op lekkage controleren. De fa-
brikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor
gaslekkage aan een gasaansluiting waaraan voor-
dien werd gewerkt.
Als er gas vrijkomt, kan dat leiden tot een explosie.
▶
Alle installatie-, aansluit-, regeling- en ombouw-
werkzaamheden naar een ander type gas moeten
door een geautoriseerde vakkracht en onder aan-
houding van de steeds van toepassing zijnde re-
gelgeving en wettelijke vereisten alsmede de voor-
schriften van de lokale stroom- en gasleverancier
worden uitgevoerd. Bijzondere aandacht moet
worden besteed aan de voor de ventilatie gelden-
de bepalingen en richtlijnen. Voor de ombouw-
werkzaamheden naar een ander type gas advise-
ren wij contact op te nemen met de klantenservi-
ce.
Als er gas vrijkomt, kan dat leiden tot een explosie
of tot vergiftigingen.
▶
Voor voldoende luchtuitwisseling van de opstel-
lingsruimte zorgen.
▶
Ervoor zorgen dat een deur naar de openlucht
leidt of een dat er een venster aanwezig is dat kan
worden geopend.
▶
Tot 11 kW totaal vermogen: ervoor zorgen dat het
minimumvolume van de opstellingsruimte 20 m³
bedraagt.
▶
Tot 18 kW totaal vermogen: ervoor zorgen dat het
minimumvolume van de opstellingsruimte 2 m³
per kW totaal vermogen van de gaskookplaat be-
draagt en dat een afzuigkap naar de openlucht
met een minimaal transportvolume van 15 m³/h
per kW totaal vermogen van de gaskookplaat aan-
wezig is.
Als er gas vrijkomt, kan dat leiden tot een explosie
of tot vergiftigingen.
▶
Dit apparaat is niet op een verbrandingsgasafvoer
aangesloten.
▶
Dit apparaat conform de geldende installatievoor-
waarden opstellen en aansluiten.
▶
Houd alle ventilatievoorschriften aan.
▶
Dit apparaat niet aansluiten op een rookgasafvoer.
WAARSCHUWING ‒ Kans op verstikking!
Kinderen kunnen verpakkingsmateriaal over het
hoofd trekken en hierin verstrikt raken en stikken.
▶
Verpakkingsmateriaal uit de buurt van kinderen
houden.
▶
Laat kinderen niet met verpakkingsmateriaal spe-
len.
Aanwijzingen voor de opstellingsruimte
Voor een veilige werking dient u de volgende aanwij-
zingen over de opstellingsruimte in acht te nemen.
¡
Dit apparaat voldoet aan apparaatklasse 3 voor
de inbouw in een keukenmeubel.
¡
Het apparaat volgens de inbouwtekening in een
keukenmeubel inbouwen.
¡
Ervoor zorgen dat de wand achter het apparaat uit
niet brandbaar materiaal bestaat.
Aanwijzingen voor de gasaansluiting
Om het apparaat veilig aan te sluiten, dient u deze
aanwijzingen in acht te nemen.
¡
Bij de installatie moeten de actuele geldige bouw-
voorschriften en de voorschriften van de plaatselij-
ke gasleverancier in acht worden genomen.
¡
Zorg ervoor dat de informatie over type gas en
gasdruk zoals vermeld op het typeplaatje overeen-
komen met de lokale aansluitvoorwaarden.
¡
De gasaansluiting moet zich op een plaats bevin-
den waar de afsluitkraan toegankelijk is.
Bij de levering van het apparaat zijn twee aansluit-
hoeken (G½'') inbegrepen.
Afhankelijk van het land de passende uitvoering
selecteren:
¡
ISO 228 G 1/2 cilindrisch
¡
EN 10226 R 1/2 conisch
Het apparaat met een van de meegeleverde aansluit-
hoeken met de bijbehorende dichting aansluiten op
een vaste aansluitleiding of veiligheidsslang.
De gasveiligheidsslang moet een lengte van min-
stens 1 m tot maximaal 3 m hebben.
Aanwijzingen voor de gasveiligheidsslang in acht
nemen:
¡
Bij een veiligheidsslang van metaal is de toegesta-
ne omgevingstemperatuur 115°C. Is de veilig-
heidsslang niet of slechts gedeeltelijk van metaal,
dan mag de omgevingstemperatuur niet hoger zijn
dan 90°C.
¡
De gasveiligheidsslang mag niet in contact komen
met bewegende delen van het inbouwmeubel,
bijv. lade, of op plaatsen worden gelegd waar de-
ze kan worden ingeklemd of beschadigd.
¡
De gasveiligheidsslang mag niet in contact komen
met een kookplaat, oven, vaatwasser, koelkast,
wasmachine, warmwaterleidingen, verwarmings-
elementen of een ander apparaat dat naast of on-
der de gaskookplaat is ingebouwd.
¡
De gasveiligheidsslang mag niet aan afwrijving,
trillingen, knikken of blijvende vervormingen zijn
blootgesteld en mag over de volledige lengte wor-
den gecontroleerd, met de kookplaat in de geïn-
stalleerde positie.
Summary of Contents for VG415115F
Page 2: ...2 6 7 8 9 10...
Page 3: ...3 11 12 13 14 15 16 17...
Page 4: ...4 18 19 20 21 22 23...
Page 5: ...5 24 25 26 27 28 29 30...
Page 6: ...6 31 32 33 34 35...
Page 42: ...42...
Page 43: ...43...
Page 44: ...44...