13
NEDERLANDS
Display
Functie
Default
P 1
Polariteit Uitgang 1
Hiermee kan de uitgangspolariteit worden
ingesteld:
Y
N.C.-uitgang
no
N.O.-uitgang
OPMERKING:
als de uitgang is ingesteld op
00
(Failsafe), laat de ingestelde waarde dan
op
no
no
o2
Uitgang 2
Type signaal uitgang 2, zie “
Uitgang 1
”
03
P2
Polariteit Uitgang 2
Polariteit uitgang 2, zie parameter van “Polarit
eit
uitgang 1
”
no
o3
Uitgang 3
Type signaal uitgang 3, zie “
Uitgang 1
”
1 9
P3
Polariteit Uitgang 3
Polariteit uitgang 3, zie parameter van “Polarite
it
uitgang 1
”
no
o4
Uitgang 4
Type signaal uitgang 4, zie “
Uitgang 1
”
0 1
P4
Polariteit Uitgang 4
Polariteit uitgang 4, zie parameter van “Polarite
it
uitgang 1
”
no
o5
Werkingswijze ingebouwde waarschuwingslamp
Hiermee kan worden gekozen tussen twee werkingsmodi
van de ingebouwde waarschuwingslamp (indien
aanwezig) aangesloten op uitgang J15.
01
Werking als “verkeerslicht” (brandt groen
tijdens pauze/open stand, knippert rood tijdens
beweging, brandt rood in gesloten stand).
02
Werking als “waarschuwingslamp” (knippert
rood wanneer arm in beweging is, gedoofd in
alle andere gevallen).
0 1
AS
Verzoek assistentie (in combinatie met de
twee volgende functies):
Als deze functie wordt geactiveerd, zal de
uitgang LAMP aan het einde van het aftellen
(dat kan worden ingesteld met de volgende
twee functies “Programmering cycli”) iedere 30
seconden ongeveer 4 seconden worden inge
-
schakeld (verzoek om assistentie). Dit kan nut-
tig zijn voor het instellen van geprogrammeerd
onderhoud.
Y
Actief
no
Uitgesloten
no
nc
Programmering cycli in duizendtallen:
Hiermee kan het aftellen van een aantal
werkingscycli van de installatie worden
ingesteld, op een waarde van 0 tot 99 (maal
duizend cycli). De weergegeven aarde
wordt geüpdatet naar mate de cycli worden
uitgevoerd, en heeft een wisselwerking op de
waarde
nC
(als
nc
met 99 afneemt, neemt
nC
af met één).
Deze functie kan worden gebruikt in combina
tie
met
nC
om het gebruik van de installatie te
controleren, en om gebruik te maken van het
“Verzoek om assistentie”.
00
Display
Functie
Default
nC
Programmering cycli in
honderdduizendtallen:
Hiermee kan het aftellen van het aantal
werkingscycli van de installatie worden
ingesteld op een waarde van 0 tot 99 (maal
honderdduizend cycli). De weergegeven
waarde wordt geüpdatet naar mate de cycli
worden uitgevoerd, en heeft een wisselwerking
met de waarde
nc
(als
nC
met 1 afneemt,
neemt
nc
af met 99).
Deze functie kan worden gebruikt in combinatie
met
nc
, om het gebruik van de installatie te
controleren en om gebruik te maken van het
“Verzoek om assistentie”.
0 1
St
STATUS VAN HET AUTOMATISCH SYSTEEM:
Hiermee kan worden gekozen of bij het verlaten van
de programmering de gegevens al dan niet worden
opgeslagen.
Y
= verlaten met opslag gegevens
no
= verlaten zonder opslag gegevens
Bij het verlaten van de programmering wordt als op toets
F
wordt gedrukt weer de status van het automatisch
systeem weergegeven.
Toegang tot de functie St is mogelijk door de
knoppen F en - tegelijk in te drukken.
6.1
Configuratie van de loop detectors
De kaart E680 is voorzien van een ingebouwde detector van metalen
massa’s waarmee via inductie voertuigen worden gedetecteerd.
6.1.1 Eigenschappen:
•
Galvanische scheiding tussen de elektronica van de detector
en de lus
•
Automatische uitlijning van het systeem meteen na activering
•
Continue reset van frequentiedriften
•
Gevoeligheid onafhankelijk van de inductiviteit van de lus
•
Regelbare bedrijfsfrequentie van de lussen automatisch
•
Bericht “lus bezet” weergegeven met led
•
Status van de lussen adresseerbaar op de uitgangen OUT 1,
OUT 2, OUT 3 en OUT 4
•
6.1.2 Aansluiting:
Sluit de detectielussen aan zoals in het schema op pagina 7, Fig. 2
- Klemmen 24 - 25 voor LOOP 1 = lus met functie opening doorgang;
- Klemmen 26 - 27 voor LOOP 2 = lus met functie sluiting doorgang
en/of beveiliging bij sluiting.
Voor nadere informatie over het effect van de van de lus afkomstige
signalen op het automatisch systeem, zie de logicatabellen in
paragraaf 10 “TABELLEN VAN DE BEDRIJFSLOGICA’S”.
Om de werking van de aangesloten lussen te activeren moeten in de
Basisconfiguratie de stappen
L1
en
L2
op de waarde
Y
worden gezet,
overeenkomstig het aantal en het type aangesloten lussen. Als er
slechts één lus is geïnstalleerd, activeer dan alleen de bijbehorende
programmeerstap.
De werkingsstatus van de loop detectors wordt weergegeven door
de twee statusleds DL3 en DL4.
Summary of Contents for B680H
Page 1: ...B680H ...
Page 2: ......
Page 4: ......
Page 151: ...27 a b c d e f g h Fig 17 L ...
Page 152: ...28 Fig 18 a b a b d Fig 19 c 1 2 Fig 20 ...
Page 153: ...29 a b Fig 21 d e f c ...
Page 156: ...32 Fig 31 a b c d e ...
Page 157: ...33 Fig 32 f g ...
Page 158: ......
Page 163: ...5 1 2 Fig 18 ...
Page 164: ......
Page 165: ......