NEDERLANDS
NL
148
pening van het systeem, zou de hoeveelheid water die nodig is om het systeem te vul
-
len 0,9 liter moeten zijn. Geadviseerd wordt de terugslagklep aan het uiteinde van de
aanzuigleiding te monteren (bodemklep), zodat ook deze helemaal kan worden gevuld
bij de vulwerkzaamheden. In dit geval is de hoeveelheid water die nodig is voor het vullen
afhankelijk van de lengte van de aanzuigleiding (0,9 liter + …).
Installatie “onder waterniveau” (par. 2.1.1): als er tussen de watervoorraad en het systeem
geen afsluitkleppen aanwezig zijn (of als deze open zijn), wordt het systeem automatisch
gevuld zodra de opgesloten lucht naar buiten kan. Door de vuldop (afb.3_punt 6) dus
zoveel als nodig is om de opgesloten lucht weg te laten stromen open te draaien, wordt
het systeem in staat gesteld om zich helemaal te vullen. Hierop moet worden toegezien en
de vulopening moet worden gesloten zodra het water naar buiten komt (geadviseerd wordt
om een afsluitklep aan te brengen in de aanzuigleiding en deze te gebruiken om het vullen
met open dop te besturen). Een andere mogelijkheid, in het geval dat de aanzuigleiding
is gesloten door een dichte klep, is om het vullen uit te voeren zoals beschreven voor de
installatie boven waterniveau.
2.2 -
Horizontale Configuratie
Schroef de 4 steunpootjes, die los in de verpakking zitten, vast in de messing zittingen van
vlak E. Stel het systeem op de gewenste plaats op, rekening houdend met het ruimtebe
-
slag van afb.8.
Afb. 8
•
Een afstand van minstens 10 mm tussen vlak B van het systeem en een obstakel
is verplicht om de voedingskabel naar buiten te laten komen naar het stopcontact.
•
De afstand van minstens 200 mm tussen vlak A van het systeem en een obstakel
wordt aanbevolen om het deurtje te kunnen verwijderen en toegang te krijgen tot de
technische ruimte.
Als de ondergrond niet vlak is, moet het pootje dat geen ondersteuning heeft worden uit
-
geschroefd om de hoogte ervan te regelen tot hij contact maakt met de ondergrond, zodat
het systeem stabiel staat. Het systeem moet namelijk veilig en stabiel worden geplaatst,
en de verticaalheid van de as moet worden gegarandeerd: het systeem mag niet hellen.
2.2.1 Hydraulische aansluitingen
Breng de aansluiting aan de ingang van het systeem tot stand via de opening op vlak C die wordt
aangeduid met “IN” op afb. 8 (aanzuigingsaansluiting). Breng de aansluiting aan de uitgang van
het systeem tot stand via de opening op vlak C die wordt aangegeven met “OUT 1” op Afb. 8 en/
of via de opening op vlak F die wordt aangegeven met “OUT 2” op Afb. 8 (persaansluiting). In
deze configuratie kunnen de 2 openingen om het even afwisselend van elkaar (om de instal
-
latie optimaal te benutten), of tegelijkertijd (systeem met dubbel persgedeelte) worden gebruikt).
Verwijder de dop(pen) van de opening(en) die u wilt gebruiken met een schroevendraaier.
Alle hydraulische aansluitingen van het systeem op de installatie waarmee hij kan worden
verbonden zijn van het type met vrouwelijk schroefdraad 1” GAS, gemaakt van messing.
Zie de betreffende WAARSCHUWING op afb. 7.
2.2.2 Oriëntatie van het interfacepaneel
Het interfacepaneel is zo ontworpen dat het in de richting kan worden gedraaid die het ge
-
makkelijkst te lezen is voor de gebruiker: dankzij de vierkante vorm is een rotatie mogelijk
in stappen van 90° (afb. 9).
Summary of Contents for E.SYBOX MINI 3
Page 6: ......
Page 41: ......
Page 74: ...FRANÇAIS FR 71 ...
Page 109: ......
Page 144: ...NEDERLANDS NL 141 ...
Page 179: ...РУССКИЙ RU 176 ...
Page 214: ...SUOMI FI 211 ...
Page 246: ...SVENSKA SE 243 ...
Page 278: ...ROMÂNĂ RO 275 ...
Page 311: ......
Page 346: ......
Page 380: ...TÜRKÇE TR 377 ...
Page 413: ...POLSKI PL 410 ...
Page 447: ......
Page 480: ...MAGYAR HU 477 ...
Page 513: ...БЪЛГАРСКИ BG 510 ...
Page 545: ......
Page 578: ......
Page 614: ......
Page 647: ......
Page 680: ......